Acea: Ook minder rijke landen moeten aanschaf EV’s stimuleren
Vorig jaar lag het aandeel verkoop van ECV’s (elektrisch oplaadbare auto’s, dus ook stekkerhybrides) alleen in landen met een gemiddeld inkomen van meer dan 42 duizend euro per inwoner boven de 3,5 procent, stelt Acea, de Europese koepel van autofabrikanten, op basis van eigen onderzoek. Nederland hoort daar ook bij. Acea vergeleek de samenhang tussen verkoopcijfers van ECV’s met het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking, in de EU-lidstaten voor 2018. Deze week meldde de organisatie dat de Europese EV-verkoop dit jaar bijna is verdubbeld.
Minder dan 1 procent
In de helft van de EU-landen ligt het marktaandeel ECV’s in de nieuwverkoop onder de 1 procent. Dit zijn landen waar het gemiddeld inkomen minder is dan 29 duizend euro, zoals Spanje, Italië, Griekenland en landen in Midden- en Oost-Europa. Zo werden in Litouwen vorig jaar 93 ECV’s verkocht. Polen heeft een aandeel ECV’s in de nieuwverkoop van 0,2 procent en staat daarmee onderaan de lijst.
Het onderzoek is een reactie op de eisen die de Europese Unie recent vaststelde voor autofabrikanten. Voor 2025 en 2030 moet de uitstoot van CO2 respectievelijk 15 en 37,5 procent lager liggen dan de eerder opgelegde norm van 95 gram/km, die voor 2021 geldt. Acea stelt dat deze doelen uitsluitend gehaald kunnen worden als de verkoop van voertuigen met alternatieve aandrijflijnen sterk aantrekt.
Subsidie
Volgens Erik Jonnaert van Acea is dat enkel mogelijk als er flink wordt geïnvesteerd in laad-infrastructuur en als de EU zelf stimuleringsmaatregelen gaat nemen om elektrisch rijden te stimuleren. “Mensen in alle EU-landen moeten in de gelegenheid gesteld worden een elektrisch oplaadbare auto te kopen, waar ze ook wonen. Overheden moeten de betaalbaarheid van auto’s met een lage uitstoot snel verbeteren.” Acea stelt dat bijna alle Europese landen fiscale voordelen bieden voor elektrische auto’s. Twaalf EU-landen geven een aankoopbonus op elektrisch oplaadbare voertuigen.
Acea publiceerde in oktober 2017 een soortgelijk onderzoek, met vergelijkbare uitkomsten.
