De Europese automobielindustrie (Acea) accepteert het verbod op de verkoop van fossiele brandstofauto’s in 2035, ongeacht de uitslag van de komende Europese verkiezingen. Dat zei Acea-voorzitter Luca de Meo, die tevens ceo is van Renault, tijdens een persconferentie op de Autosalon van Genève.

Volgens De Meo zal de industrie de 2035-wetgeving niet aanvechten. Hij noemt het verbod op de nieuwverkoop van fossiele brandstofauto’s per 2035 ‘potentieel haalbaar’, maar alleen als ‘de juiste voorwaarden’ worden gecreëerd. Acea roept al jaren op om de Europese laadinfrastructuur te verbeteren.

De vertraagde vraaggroei naar elektrische voertuigen vergroot de druk op de Europese auto-industrie om de kosten te verlagen en meer betaalbare modellen te ontwikkelen. De Meo riep eerder deze maand de Europese fabrikanten al op om samen te werken in een soort van ‘Airbus-model’.

AM-columnist Arjen de Jong schrijft dat de EU zo snel mogelijk het beleid moet aanpassen zodat waterstof en synthetische brandstof serieuze alternatieven worden. ‘Anders wordt de Europese industrie ten gronde gericht’. 

De Europese automobielindustrie (Acea) accepteert het verbod op de verkoop van fossiele brandstofauto’s in 2035, ongeacht de uitslag van de komende Europese verkiezingen. Dat zei Acea-voorzitter Luca de Meo, die tevens ceo is van Renault, tijdens een persconferentie op de Autosalon van Genève.

Volgens De Meo zal de industrie de 2035-wetgeving niet aanvechten. Hij noemt het verbod op de nieuwverkoop van fossiele brandstofauto’s per 2035 ‘potentieel haalbaar’, maar alleen als ‘de juiste voorwaarden’ worden gecreëerd. Acea roept al jaren op om de Europese laadinfrastructuur te verbeteren.

De vertraagde vraaggroei naar elektrische voertuigen vergroot de druk op de Europese auto-industrie om de kosten te verlagen en meer betaalbare modellen te ontwikkelen. De Meo riep eerder deze maand de Europese fabrikanten al op om samen te werken in een soort van ‘Airbus-model’.

AM-columnist Arjen de Jong schrijft dat de EU zo snel mogelijk het beleid moet aanpassen zodat waterstof en synthetische brandstof serieuze alternatieven worden. ‘Anders wordt de Europese industrie ten gronde gericht’.