Bovag bezorgd ondanks stijgend dealerrendement
Autodealers hebben tot en met het derde kwartaal van dit jaar een gemiddeld rendement per vestiging genoteerd van 1,03 procent, na aftrek van de NOW-steun van de overheid. Inclusief NOW bedraagt het rendement 1,36 procent. Dat blijkt uit de Bovag Branchebarometer. Het resultaat is hiermee aanmerkelijk beter dan vorig jaar, toen het rendement per dealervestiging exclusief de NOW-steun 0,00 procent bedroeg en inclusief de steun 0,46 procent.
De totale omzet per dealerbedrijf lag bijna 17 procent hoger (ruim 9,5 miljoen euro). Dit resultaat is voornamelijk gerealiseerd bij de verkoop van nieuwe en gebruikte auto’s. Zo lag de verkoopprijs van nieuwe auto’s zo’n 20 procent hoger dan vorig jaar, mede omdat er minder A-segment auto’s en meer hybride en elektrische auto’s werden verkocht, aldus Bovag. De gemiddelde verkoopprijs lag op bijna 26.500 euro (ex btw en bpm).Ook in de Automotive Dealerholding top 60 is veel aandacht voor de goede financiële resultaten en de onzekere toekomst. Bestel de DHT60 nu samen met de Leasemaatschappij Top 60 met een flinke korting.
De gemiddelde verkoopprijs van occasions lag bijna 12,5 procent hoger en kwam uit op ruim 13.600 euro. De Bruto Gemiddelde Marge per Transactie (BMGT) steeg mede als gevolg van de leveringsproblemen met 27,5 procent tot bijna 3.000 euro.
Bezorgd
Ondanks de gestegen marge is de voorzitter van Bovag Autodealers, Bert de Kroon, bezorgd. “Een totaal gemiddeld rendement van slechts 1 procent blijft natuurlijk zorgwekkend, hoewel veel dealers ook een fors hogere winst weten te realiseren. De cijfers verhullen de structurele problemen die de langjarige ontwikkeling van de ratio’s laten zien. Het is zeer onwaarschijnlijk dat we ook op lange termijn soortgelijke marges op auto’s kunnen maken als die nu zijn ontstaan door de marktomstandigheden. De leveringsproblemen leveren ook grote uitdagingen op en in de werkplaats daalt het resultaat jaar op jaar.”
Glijdende schaal
Het afdelingsresultaat van de werkplaats steeg in deze Branche Barometer weliswaar tot 23,4 procent, maar in 2010 was dit nog 34 procent. “Deze glijdende schaal geldt tevens voor het nettoresultaat van het magazijn: dat bedraagt nu 20,7 procent , maar in 2010 nog bijna 24 procent”, aldus De Kroon.Ook Automotive-columnist Arjen de Jong verwacht dat de huidige situatie waarin er op elke auto meer wordt verdiend, van korte duur is.
Over de eerste driekwartalen steeg het aantal gefactureerde uren per monteur wel met bijna 3 procent, tot 963. De prognose voor het hele jaar bedraagt 1.204 uur, tegen 1.172 een jaar eerder. Dit is nog altijd fors lager dan een aantal jaren geleden; zo lag het aantal gefactureerde uren in 2015 op ruim 1.300 uur. Hetzelfde geldt voor de absorptieratio (oftewel de mate waarin aftersales de algemene kosten van het bedrijf dekt): die steeg bijna 5 procentpunten tot 74,7 procent, maar lag in 2010 nog op 90 procent.
