Dekra legt focus op connected oplossingen
Dit meldt Dekra bij de presentatie van de jaarcijfers over 2016.
Dekra, in 1925 opgericht als Deutsche Kraftfahrzeug-Überwachungs-Verein, legt nog steeds een zwaar accent op de autosector, die goed is voor 1,5 miljard van de totale 2,9 miljard euro jaaromzet. Uit de jaarcijfers blijkt dat de omzet van Dekra afgelopen jaar 6,7 procent is gestegen. Er werken ruim 39 duizend medewerkers in meer dan vijftig landen.
In Nederland heeft Dekra een omzet van 111 miljoen euro en biedt het bedrijf werk aan ongeveer 900 medewerkers. Het Nederlands hoofdkantoor en een van de grootste testlaboratoria van Europa staan in Arnhem.
Veilige mobiliteit
De digitalisering van mobiliteit, de werkomgeving en het leven thuis brengen nieuwe risico’s met zich mee, concludeert Dekra in het jaarverslag 2016. “Veilige mobiliteit is een uiterst belangrijke zaak: met de opkomst van zelfrijdende auto’s kunnen we een belangrijke rol vervullen voor het waarborgen van de veiligheid”, zegt Stefan Kölbl, ceo van Dekra. “Met de snelle ontwikkelingen kunnen voertuiginspecties niet achterblijven.”
Dekra speelt in op die vraag naar kennis door strategische overnames en door organische groei. De expertorganisatie biedt inmiddels diensten rondom het testen en certificeren van mobiele communicatie en draadloze technologie aan. “Op het moment zijn we één van de vijf belangrijkste spelers ter wereld op het gebied van connectiviteit”, stelt Kölbl. “We ondersteunen fabrikanten met een geïntegreerd pakket aan diensten in elke fase van de productontwikkeling.”
Vooruitzichten 2017
Om de technologische ontwikkelingen op het gebied van connectiviteit in de autoindustrie bij te benen, breidt Dekra zijn netwerk van testlabs voor het ‘internet of vehicles’ gestaag uit. “Onze expertise brengen we in de praktijk met twee grote test areas voor autonoom rijden in Klettwitz bij Dresden in Duitsland en voor connected mobility in Málaga, Spanje. In de komende jaren nemen we een voortrekkersrol bij het ontwikkelen en implementeren van de benodigde teststandaarden”, stelt Kölbl.
