Atoomakkoord plaveit Iraanse weg voor automakers
PSA, Renault en Volkswagen vechten om een plek. Dankzij het nucleaire verdrag zijn de vier jaar geleden ingevoerde economische sancties tegen Iran opgeheven, en kunnen Westerse bedrijven weer in Teheran terecht. Hoewel het akkoord nog pril en instabiel is, voeren de autofabrikanten hun eerste verkennende gesprekken met de Iraanse overheid.
Springen
PSA is momenteel marktleider in het Islamitische land, en probeert deze positie vast te houden. “Alle grote autofabrikanten staan te springen om in Iran te investeren”, aldus Thomas Wuelfing, directeur van het Duitse adviesbureau Germela dat is gespecialiseerd in Midden-Oosten transacties. “Het is één van de laatste groeimarkten die nog niet zijn ontgonnen.”
In 2011, vlak voor de sancties, lag de autoverkoop in Iran op 1,6 miljoen auto’s. In de jaren daarna daalde de verkoop met een miljoen stuks, waarbij er meer dan 100 duizend banen verloren gingen. Volgens diverse analisten ligt het verkooppotentieel rond de 2 miljoen auto`s.
Voor zowel autofabrikanten als de Iraanse economie voldoende reden om te investeren. Er zijn in de afgelopen vier jaar echter wel veel concurrenten bijgekomen voor de Europese en Japanse autogrootmachten; voornamelijk uit China, zoals Chery en Lifar. De Amerikaanse fabrikanten lijken, door het gebrekkige vertrouwen in het akkoord bij het Amerikaanse Congres, de eerste slag te missen.
Poort naar Midden-Oosten
Dat de fabrikanten op een plekje in Iran azen, heeft meerdere redenen: allereerst uiteraard het verhogen van het verkooppotentieel. Helemaal nu andere opkomende markten minder groeien dan verwacht, of zelfs dalen. Een tweede reden is dat Iran wordt gezien als een poort naar andere landen in het Midden-Oosten, aldus Automotive News Europe.