Belastingdienst trekt teugels aan bij teruggaaf rest-bpm

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Foto: Shutterstock

De Belastingdienst betaalt alleen nog de rest-bpm terug als een geëxporteerd voertuig fysiek is overgebracht naar het EU-land waar het wordt ingeschreven. Dat meldt de Belastingdienst. De dienst schrijft: “Voor een teruggaaf van bpm moet een personenauto, motor of bestelauto worden overgebracht naar een andere EU-lidstaat of EER-land. Het motorrijtuig moet in dat land zijn geregistreerd. Is dit niet hetzelfde land als waar het motorrijtuig ook is ingeschreven, dan krijgt de exporteur geen teruggaaf.”

Daarmee komt een einde aan jaren van onduidelijkheid over de interpretatie van de regels. In oktober 2018 stopte de Belastingdienst bij een aantal bedrijven met het uitbetalen van de rest-bpm. Grote exporteurs hadden in enkele gevallen tienduizenden en soms zelfs enkele tonnen aan bpm-teruggaaf tegoed en dreigden in de problemen te komen. De dienst stuurde toen een brief naar een groot aantal exporteurs waarin om aanvullend bewijs werd gevraagd over exporttransacties. Autobedrijven werd gevraagd om de verkoopfactuur, transportdocumenten, betalingsbewijzen en buitenlandse registratiebewijzen op te sturen.

“Het inrichten van een proces dat voldoet aan de wet- en regelgeving is echt pure noodzaak

Michel Schaay, eigenaar VDC

De Belastingdienst wilde aan de hand van deze gegevens checken of een auto daadwerkelijk binnen de EU is verkocht en niet – via een Duitse registratie – rechtstreeks naar buiten de EU is verkocht. Een paar weken later hervatte de Belastingdienst de uitbetalingen, maar meldde het wel de uitbetaalde rest-bpm terug te vorderen als de auto direct van Nederland naar buiten de EU werd geëxporteerd.

Duurzame inschrijving

De huidige melding van de Belastingdienst werd eind 2019 ook al gedaan, maar die werd toen vrijwel direct weer weggehaald na inmenging van onder meer de Bovag, die vindt dat de Belastingdienst de voorwaarde van een duurzame inschrijving in een ander EU-land beter kan loslaten. De factuur en vervoersbrief (CMR, red) volstaan, aldus Bovag. Een auto wordt volgens de brancheorganisatie vaak meerdere malen verhandeld voor die bij een eindgebruiker is.

Maar nu is de kogel definitief door de kerk, bevestigt de Belastingdienst aan Automotive. Er geldt geen minimumperiode voor het duurzaam ingeschreven staan van het motorrijtuig. De dienst geeft als voorbeeld een teruggaafverzoek op basis van een Duitse inschrijving. “Het is van belang dat de overbrenging en inschrijving in Duitsland niet alleen op papier gebeurt, maar dat het ook om een feitelijke transactie gaat. Een volgende transactie met het voertuig valt dan in beginsel buiten de scope van de Nederlandse heffingsbevoegdheid.”

Accepteren

Voor VDC-eigenaar Michel Schaay, die dit dossier al jaren met veel aandacht volgt, komt het besluit van de Belastingdienst alles behalve als een verrassing. “De Belastingdienst vraagt duidelijk om een correcte handelswijze. De geldende wet -en regelgeving werd niet altijd gevolgd en dan komt er een moment dat de autoriteiten de gebruikte werkwijzen niet langer accepteren. Dat moment is nu gekomen.” Volgens Schaay draait alles om een heldere en transparante procesvoering. “Dan worden er geen vraagtekens opgeroepen en dat zorgt voor continuïteit rond het exporteren van voertuigen binnen de EU.” Om zijn klanten tegemoet te komen opende VDC al in 2015 het Automotive Facility Centre in het Duitse Weeze en digitaliseerde het alle exportprocessen zodat klanten één dossier kunnen overleggen. “We voorzagen al langer dat er ingegrepen zou worden.”

Nieuw dossier

Volgens Schaay is dit dossier nu afgerond, maar hij ziet tegelijkertijd een nieuw dossier ontstaan. “Wij merken dat de teruggaaf van btw en bpm niet langer los van elkaar kunnen worden gezien.” Tot op heden – de Belastingdienst wilde hier niet op reageren – geldt dat er voor de teruggaaf van bpm (die wordt verhaald op de kentekenhouder) en btw (die geldt voor de juridisch economisch eigenaar) separate processen gelden, iets dat al jaren voor frustratie zorgt bij exporteurs. Schaay ziet nu dat in de praktijk de btw- en bpm-dossiers wel gekoppeld worden. “Het inrichten van een proces dat voldoet aan de wet- en regelgeving is daarom echt pure noodzaak omdat de kopersinformatie en de auto, het roerende goed, als één worden gezien door de fiscus.”

Belemmerend

Bovag noemt in een reactie de nieuwe eisen “overbodig en bovendien belemmerend”. Voertuigen worden verkocht aan buitenlandse handelaren en de Nederlandse verkoper kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat er daarna gebeurt, stelt Bovag. “Deze eis zorgt ervoor dat voertuigen eerst in bijvoorbeeld Duitsland te naam worden gesteld, al dan niet via een eigen nieuw Duits bedrijf, en vervolgens dáár door de Europese koper worden opgehaald. Met als gevolg extra administratieve handelingen, meer vervoersbewegingen en alle winsten en werkgelegenheid die naar Duitsland vloeien.”

Wat Bovag betreft wordt het systeem vereenvoudigd door bpm-teruggaaf in alle gevallen te faciliteren. “Het gros van de voertuigen met een relatief grote teruggaaf blijft sowieso binnen de EU en de export naar Afrika betreft doorgaans oude auto’s met geen of nihil rest-bpm. Dat scheelt heel veel uitvoeringskosten én export van winsten en werkgelegenheid, dus per saldo beter voor de schatkist.”

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.

Reacties

  • Bolsenbroek

    Op welke wijze worden er dan ’teugels aangetrokken’? Ik zie niet wat er nu ‘nieuw’ is aan deze werkwijze. Of moet er nu bij het teruggave verzoek een factuur en CMR worden als bijlage worden ingediend? Het terugaveformulier (09-2020) vraagt énkel nog maar om een bewijs van registratie binnen 13 weken na export.
    Dus: What’s new Pussycat? 🙂

Belastingdienst trekt teugels aan bij teruggaaf rest-bpm | Automotive Online

Belastingdienst trekt teugels aan bij teruggaaf rest-bpm

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Foto: Shutterstock

De Belastingdienst betaalt alleen nog de rest-bpm terug als een geëxporteerd voertuig fysiek is overgebracht naar het EU-land waar het wordt ingeschreven. Dat meldt de Belastingdienst. De dienst schrijft: “Voor een teruggaaf van bpm moet een personenauto, motor of bestelauto worden overgebracht naar een andere EU-lidstaat of EER-land. Het motorrijtuig moet in dat land zijn geregistreerd. Is dit niet hetzelfde land als waar het motorrijtuig ook is ingeschreven, dan krijgt de exporteur geen teruggaaf.”

Daarmee komt een einde aan jaren van onduidelijkheid over de interpretatie van de regels. In oktober 2018 stopte de Belastingdienst bij een aantal bedrijven met het uitbetalen van de rest-bpm. Grote exporteurs hadden in enkele gevallen tienduizenden en soms zelfs enkele tonnen aan bpm-teruggaaf tegoed en dreigden in de problemen te komen. De dienst stuurde toen een brief naar een groot aantal exporteurs waarin om aanvullend bewijs werd gevraagd over exporttransacties. Autobedrijven werd gevraagd om de verkoopfactuur, transportdocumenten, betalingsbewijzen en buitenlandse registratiebewijzen op te sturen.

“Het inrichten van een proces dat voldoet aan de wet- en regelgeving is echt pure noodzaak

Michel Schaay, eigenaar VDC

De Belastingdienst wilde aan de hand van deze gegevens checken of een auto daadwerkelijk binnen de EU is verkocht en niet – via een Duitse registratie – rechtstreeks naar buiten de EU is verkocht. Een paar weken later hervatte de Belastingdienst de uitbetalingen, maar meldde het wel de uitbetaalde rest-bpm terug te vorderen als de auto direct van Nederland naar buiten de EU werd geëxporteerd.

Duurzame inschrijving

De huidige melding van de Belastingdienst werd eind 2019 ook al gedaan, maar die werd toen vrijwel direct weer weggehaald na inmenging van onder meer de Bovag, die vindt dat de Belastingdienst de voorwaarde van een duurzame inschrijving in een ander EU-land beter kan loslaten. De factuur en vervoersbrief (CMR, red) volstaan, aldus Bovag. Een auto wordt volgens de brancheorganisatie vaak meerdere malen verhandeld voor die bij een eindgebruiker is.

Maar nu is de kogel definitief door de kerk, bevestigt de Belastingdienst aan Automotive. Er geldt geen minimumperiode voor het duurzaam ingeschreven staan van het motorrijtuig. De dienst geeft als voorbeeld een teruggaafverzoek op basis van een Duitse inschrijving. “Het is van belang dat de overbrenging en inschrijving in Duitsland niet alleen op papier gebeurt, maar dat het ook om een feitelijke transactie gaat. Een volgende transactie met het voertuig valt dan in beginsel buiten de scope van de Nederlandse heffingsbevoegdheid.”

Accepteren

Voor VDC-eigenaar Michel Schaay, die dit dossier al jaren met veel aandacht volgt, komt het besluit van de Belastingdienst alles behalve als een verrassing. “De Belastingdienst vraagt duidelijk om een correcte handelswijze. De geldende wet -en regelgeving werd niet altijd gevolgd en dan komt er een moment dat de autoriteiten de gebruikte werkwijzen niet langer accepteren. Dat moment is nu gekomen.” Volgens Schaay draait alles om een heldere en transparante procesvoering. “Dan worden er geen vraagtekens opgeroepen en dat zorgt voor continuïteit rond het exporteren van voertuigen binnen de EU.” Om zijn klanten tegemoet te komen opende VDC al in 2015 het Automotive Facility Centre in het Duitse Weeze en digitaliseerde het alle exportprocessen zodat klanten één dossier kunnen overleggen. “We voorzagen al langer dat er ingegrepen zou worden.”

Nieuw dossier

Volgens Schaay is dit dossier nu afgerond, maar hij ziet tegelijkertijd een nieuw dossier ontstaan. “Wij merken dat de teruggaaf van btw en bpm niet langer los van elkaar kunnen worden gezien.” Tot op heden – de Belastingdienst wilde hier niet op reageren – geldt dat er voor de teruggaaf van bpm (die wordt verhaald op de kentekenhouder) en btw (die geldt voor de juridisch economisch eigenaar) separate processen gelden, iets dat al jaren voor frustratie zorgt bij exporteurs. Schaay ziet nu dat in de praktijk de btw- en bpm-dossiers wel gekoppeld worden. “Het inrichten van een proces dat voldoet aan de wet- en regelgeving is daarom echt pure noodzaak omdat de kopersinformatie en de auto, het roerende goed, als één worden gezien door de fiscus.”

Belemmerend

Bovag noemt in een reactie de nieuwe eisen “overbodig en bovendien belemmerend”. Voertuigen worden verkocht aan buitenlandse handelaren en de Nederlandse verkoper kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor wat er daarna gebeurt, stelt Bovag. “Deze eis zorgt ervoor dat voertuigen eerst in bijvoorbeeld Duitsland te naam worden gesteld, al dan niet via een eigen nieuw Duits bedrijf, en vervolgens dáár door de Europese koper worden opgehaald. Met als gevolg extra administratieve handelingen, meer vervoersbewegingen en alle winsten en werkgelegenheid die naar Duitsland vloeien.”

Wat Bovag betreft wordt het systeem vereenvoudigd door bpm-teruggaaf in alle gevallen te faciliteren. “Het gros van de voertuigen met een relatief grote teruggaaf blijft sowieso binnen de EU en de export naar Afrika betreft doorgaans oude auto’s met geen of nihil rest-bpm. Dat scheelt heel veel uitvoeringskosten én export van winsten en werkgelegenheid, dus per saldo beter voor de schatkist.”

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.

Reacties

  • Bolsenbroek

    Op welke wijze worden er dan ’teugels aangetrokken’? Ik zie niet wat er nu ‘nieuw’ is aan deze werkwijze. Of moet er nu bij het teruggave verzoek een factuur en CMR worden als bijlage worden ingediend? Het terugaveformulier (09-2020) vraagt énkel nog maar om een bewijs van registratie binnen 13 weken na export.
    Dus: What’s new Pussycat? 🙂