‘BPM-plan Snel voor importauto’s leidt tot duizenden extra rechtszaken’

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Snel wil af van de 'proces-industrie rond bpm-aangiftes'.(Foto: ministerie van Financiën, Arenda Oomen)

Staatssecretaris Menno Snel van Financiën presenteerde vorige week een plan aan de Tweede Kamer om de misstanden die er in zijn ogen zijn bij de bpm-aangifte van importvoertuigen uit te bannen. Snel wil dat de RDW voorafgaand aan de bpm-aangifte de importauto niet alleen identificeert, maar ook de gekozen bpm-waarderingsmethode (koerslijst, taxatie of afschrijvingstabel) gaat valideren. Bij de RDW reageert men positief en Bovag is voorzichtig optimistisch. Maar de (juridisch) dienstverleners maken gehakt van de plannen van Snel. Die vragen zich af waar de RDW de deskundigheid vandaan gaat halen. En daarbij zou de nieuwe werkwijze juist een explosie van het aantal juridische procedures kunnen bewerkstelligen.

Wat wil Snel? 

Op dit moment identificeert de RDW een importauto eerst, waarna de betreffende importeur de bpm-aangifte indient. Vervolgens kan de Belastingdienst besluiten een naheffing op te leggen. In de nieuwe situatie moet de importeur zijn waarderingsmethode voor de bpm-aangifte overleggen. Als de importeur kiest voor het indienen van de aangifte op basis van koerslijst (circa 12% koos daarvoor in 2018) of schadetaxatie (circa 32%) dan moet hij de ingevulde koerslijst of het schadetaxatierapport overleggen. Indien de RDW stelt dat de waarderingsmethode correct is toegepast, dan wordt deze gevalideerd en kan de importeur de aangifte bpm doen. Vervolgens wordt na betaling direct fiscaal akkoord verleend en het kenteken verstrekt. Als de waarderingsmethode echter gebreken bevat, kan de validatie worden geweigerd. In dat geval moet de importeur een nieuwe koerslijst of schadetaxatie ter validering overleggen, voordat hij aangifte kan doen, fiscaal akkoord wordt verleend en een kenteken wordt afgegeven.

Het biedt iedereen die op deze manier de import regelt, rechtszekerheid en snelheid.

Tom Huyskens, Bovag

“De valideringsmethodiek kan juridische geschillen beter voorkomen, omdat niet meer geprocedeerd wordt over twee verschillende waarderingen”, schrijft Snel. “Er wordt alleen door de importeur een taxatierapport ingebracht. Als deze schadetaxatie gebreken vertoont, kan de weigering van de validatie nauwkeurig worden gemotiveerd en met bewijs (foto’s) worden ondersteund. Het is niet langer nodig dat de Belastingdienst zelf een volledige hertaxatie laat uitvoeren.”

Meer zekerheid

Bij Bovag zien ze één groot voordeel aan de plannen van Snel. “Het gaat ons er vooral om dat importeurs die de koerslijst of afschrijvingstabel gebruiken sneller een kenteken krijgen en zekerheid hebben over het uitblijven van naheffingen. Dat lijkt met dit plan te worden gerealiseerd, hoewel we de komende tijd de uitwerking ervan moeten afwachten”, meldt woordvoerder Tom Huyskens. “Het biedt iedereen die op deze manier de import regelt, rechtszekerheid en snelheid.”

Dit leidt tot ongekende vertraging in de afgifte van het kenteken en files bij de RDW-stations.

Sacha Bothof, 123BPM.nl

Volgens Bovag is de RDW de aangewezen partij om de validatie van de waarderingsmethode te doen. “De RDW is op de keuringsstations in feite de enige onafhankelijke instantie die de auto’s daadwerkelijk onder ogen krijgt, dus dat lijkt ons niet meer dan logisch.” De RDW ziet die rol ook voor zichzelf weggelegd. “Dit voorstel van de staatssecretaris biedt de importeurs een kortere doorlooptijd en een gelijk speelveld. Ook vermindert het voorstel de kans op fraude”, zegt woordvoerder Thérèse de Vroomen. Over de vraag of de RDW wel over voldoende kennis en mankracht beschikt, laat de organisatie zich niet uit. “We gaan een uitvoeringstoets doen om antwoorden op deze vragen te krijgen. Daarbij kijken we ook of en in welke vorm samenwerking met andere partijen nodig is.” 

Kansloos

Aan de kant van de dienstverleners is er geen enkele fiducie in de plannen van Snel en in de RDW. “De RDW heeft de middelen noch het personeel om iedere importauto (in 2018 waren dat er circa 260 duizend, red) te controleren”, zegt Sacha Bothof van 123BPM.nl. “De RDW beschikt evenmin over de kennis en competenties om de waarderingsmethode te kunnen controleren. Bij deze controle gaat het niet slechts om de vraag of er terecht een waardevermindering vanwege schade is geclaimd, maar bijvoorbeeld ook of een koerslijst juist is ingevuld. Daar heeft de RDW geen kaas van gegeten. En stel dat de RDW 150 fte’s aantrekt voor de toekomstige controles, dan leidt dit alsnog tot ongekende vertraging in de afgifte van het kenteken en files bij de RDW-stations.” Bothof vertelde onlangs dat ook de WLTP weer de nodige bpm-zaken gaat voortbrengen.

Ook Frank Bolsenbroek van Bolsenbroek & Partners geloof niet dat de RDW op de door Snel voorgestelde taak is berekend. “Dat zijn techneuten, geen waarderingsdeskundigen.” Bolsenbroek vecht al jaren tegen wat hij noemt “onterechte verdachtmakingen en een negatieve benadering” van taxateurs. “Waarom is het uitgangspunt dat er een probleem is met schadetaxatierapporten? Een schadetaxatierapport is simpelweg een voertuigwaarderingsrapport. Daarin worden alle elementen die waarde verminderend zijn, opgenomen. Het plan van Snel is zo’n negatieve benadering. Het gaat ook veelal niet om schadevoertuigen, er zitten vaak andere afwaarderingselementen in. Daar komt bij dat de omvang van de vermeende ‘fraude’ nooit duidelijk is geworden. Waar praten we over? Ik zou graag cijfers zien.”

Wij zouden Snel van waardevolle informatie kunnen voorzien en hem helpen.

Frank Bolsenbroek, dga Bolsenbroek & Partners

Tom Vriesema van Euro Auto Logic, een zelfstandige entiteit binnen Bolsenbroek & Partners voor juridische dienstverlening, heeft nog meer vragen. “Gaat de RDW als technische instantie nu iets zeggen over de waarde van een voertuig? Hooguit zou de RDW iets kunnen zeggen over de aan- of afwezigheid van schade. Maar er zijn meer zaken van invloed op de waarde. Houdt de RDW hier ook rekening mee? En hoe valideert de RDW de invloed op de waarde bij, bijvoorbeeld, het ontbreken van de onderhoudshistorie van een exclusieve Ferrari? Hoe wordt omgegaan met zoiets als de btw/marge discussie uit het verleden? Het zal alleen maar méér discussies achteraf opleveren.”

Weigeren aangifte

Volgens Vriesema kan en mag de RDW bovendien helemaal geen bpm-aangifte valideren, maar slechts voertuigen identificeren. Bothof is dat met hem eens. “In Snels valideringssysteem kan een waardebepaling worden geweigerd, met als gevolg dat geen bpm-aangifte kan worden gedaan. Dit staat gelijk aan het weigeren van een belastingaangifte. In het wettelijke systeem van de heffing door middel van voldoening of afdracht op aangifte bestaat de bevoegdheid de aangegeven belasting te voldoen. Ons rechtssysteem laat geen ruimte om de belastingplichtige de mogelijkheid tot het doen van aangifte, of de betaling daarvan, te ontzeggen omdat een waardemethode niet is gevalideerd.”

Volgens Bothof heeft het plan van Snel daarom verschillende juridische consequenties. “De juridische complicaties ontstaan wanneer de RDW niet overgaat tot validatie. Tegen een dergelijk besluit kun je niet in beroep bij de belastingrechter. De importeur zal zich dus tot de bestuursrechter of civiele rechter moeten wenden. Terwijl simultaan dan natuurlijk de bezwaar- en beroepsprocedure loopt tegen de ingediende gewijzigde bpm-aangifte.”

Ofwel: in plaats van één procedure tegen een naheffing van de Belastingdienst, worden er voor één importauto’s twee procedures gevoerd. Bolsenbroek en Bothof denken dat er een averechtse werking uitgaat van de plannen om de  RDW een rol te geven. “Daarmee breidt hij de procesindustrie alleen maar uit. En het lijkt makkelijk scoren te worden”, concludeert Bolsenbroek. Het validatieproces wordt een bron van procedures, is de conclusie. “Ik verwacht tienduizenden extra gerechtelijke procedures (vorig jaar waren er ruim drieduizend nieuwe bpm-gerelateerde zaken, red). En een wildgroei van dienstverleners die op basis van ‘no-cure-no-pay’ het validatieproces aanvechten.”

Meer procedures

Net als Bovag ziet ook Bothof dat de koerslijst-taxaties aangemoedigd worden. Alleen hij ziet dit als een verkapt pressiemiddel om het aangiftegedrag van een belastingplichtige te wijzigen. “Nu wordt hij gestraft met een vertraging in de afgifte van het kenteken als er gebruik gemaakt wordt van een taxatierapport waarin schade wordt opgevoerd.” Snel meldt in zijn brief aan de Tweede Kamer ook met taxateurs om tafel te gaan. Dat zou hoog tijd worden, zegt Bolsenbroek. “Er wordt nooit met ons gepraat, maar altijd over ons. Wij zouden Snel van waardevolle informatie kunnen voorzien en hem helpen.” Bolsenbroek zou eveneens liever zien dat Snel beter naar zijn interne organisatie kijkt. “En dan vooral naar de de (non-)efficiency van zijn ambtenaren bij het naheffen. Er wordt wat mij betreft met name veel te makkelijk en losvoetig nageheven. Naheffingen die geen standhouden (voor de rechter, red) maar wel intern werkverschaffend zijn.”

Het ministerie van Financiën is om een reactie gevraagd. 

Procesindustrie

In de afgelopen jaren werden er gemiddeld per jaar een kleine tweeduizend bezwaarschriften tegen de eigen bpm-aangifte ingediend en honderden tegen naheffingsaanslagen. In 2018 werden er 2.667 beroepschriften ingediend. In totaal leidde dat vorig jaar tot meer dan drieduizend rechterlijke procedures. Het aangrijpen van de bezwaarfase als herstelmoment van de aangifte is op zichzelf niet onrechtmatig, schrijft Snel. “Het is wel bezwaarlijk als enkel geprocedeerd zou worden in het belang van de verdiensten van een aantal professionele adviseurs. Deze adviseurs starten, als gemachtigde van cliënten, soms ook voor een relatief klein bedrag een juridische procedure. De proceskostenvergoeding ligt in dergelijke zaken soms veel hoger dan het bpm-bedrag dat in geschil is. Deze problematiek overstijgt echter de materie van de bpm en raakt ook andere beleidsterreinen.” Snel stelt voor deze problematiek nog geen oplossing te hebben. “Samen met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister voor Rechtsbescherming wordt daarom onderzoek gedaan naar juridische procedures die door no-cure-no-pay bedrijven worden gestart en de proceskostenvergoedingen die in dat verband worden toegekend. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal worden bezien welke oplossingen voor de problematiek in de rede liggen.”

Oneerlijk speelveld

Bovag zou ook graag zien dat Snel op dit terrein vorderingen maakt. “Het is bekend dat procederen over de bpm-aangifte in sommige gevallen een verdienmodel is en dat is ongewenst. Iedereen staat in zijn recht om de taxatiemethode te gebruiken en een bezwaar juridisch aan te vechten, maar als dat de spuigaten uitloopt en de taxatiemethode vooral lijkt te worden gebruikt op oneigenlijke gronden, dan lijkt het ons logisch dat de overheid daar iets tegen wil doen. Hoe lastig dat juridisch ook zal blijken.”

Volgens Vriesema – die in de praktijk vaak ervaart dat de Belastingdienst bewust aanstuurt op bezwaar tegen eigen aangifte –  worden er op dit vlak echter al stappen gezet. “Rechters kunnen de toegekende proceskosten al limiteren. Er zijn voorbeelden waarbij voor de bezwaar-, beroeps- én hoger beroepsfase ‘slechts’ 450 euro wordt toegekend, dit terwijl er normaal voor de gehele fase ongeveer 2.400 euro toegekend zou kunnen worden. In die zin is er dan ook al een middel om de ‘proces-industrie’ tot op zekere hoogte aan te pakken.”

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.