‘Volkswagen wil minder, maar winstgevender dealers’
Dit meldt het Handelsblatt.
Volgens het Duitse dagblad heeft Volkswagen-directeur Jürgen Stackmann op een dealercongres in München gezegd dat de dealercontracten zijn verouderd. “De oude contracten van 2003 zijn geen basis voor de activiteiten van het komende decennium.” Volkswagen wil vanaf volgende maand met zijn dealers overleggen hoe de nieuwe contracten eruit moeten komen komen te zien. Een van de doelen is om de winstgevendheid van de dealers te verbeteren, stelt het Handelsblatt. Die is nu vaak niet meer dan 1 procent van de omzet. Dealers verdienen vaak alleen op de verkoop van onderdelen en accessoires en onderhoud.
Een van de contractonderdelen die Volkswagen zou willen veranderen, is de passage over het aantal werknemers dat een dealer minimaal moet hebben. Volkswagen zou voortaan de ondernemers zelf willen laten bepalen hoeveel mensen zij in dienst hebben. Diverse aanpassingen van het contract zouden de winstgevendheid van de dealers moeten verdubbelen.
Minder verkoop onderdelen
De reorganisatie houdt verband met de veranderende techniek en de digitalisering. Volkswagen voorziet bijvoorbeeld dat voor elektrische auto’s aanzienlijk minder onderdelen zullen worden verkocht. De omzet die dealers met onderdelen realiseren, daalt daardoor met 30 procent. Ook valt de lucratieve periodieke verversing van motorolie weg, citeert het Handelsblatt Jürgen Stackmann.
Verder wil VW de verkoop aan grote zakelijke klanten voortaan zelf regelen en meer auto’s online verkopen. Volgens het Handelsblatt zal door de reorganisatie het dealernetwerk opnieuw kleiner worden, maar is niet bekend hoeveel kleiner.
In Nederland heeft importeur Pon het dealernetwerk in de afgelopen jaren al fors ingekrompen en waar mogelijk de eigen merken samengevoegd. Het ligt volgens importeur Pon niet voor de hand dat de aangekondigde maatregel veel verandert aan de situatie in Nederland. “En zoals we dat altijd hebben gedaan passen we ons waar nodig aan, aan de veranderende omstandigheden”, zegt woordvoerder Jacques Geijsen.
