Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van Cargarantie die gisteren tijdens het Nationaal Automotive Congres 2020 in Haarlem werd gepresenteerd. Dat er al zo snel storingen optreden na aflevering, heeft volgens Cargarantie te maken met onvoldoende aandacht voor het rijklaar maken.

Garantieverzekeraar Cargarantie Benelux publiceert jaarlijks een overzicht van de garantiemarkt. In totaal had het bedrijf in Nederland afgelopen jaar 655.892 garanties voor gebruikte auto’s in portefeuille en 363.093 verlengde garanties op nieuwe auto’s. 

502 euro
Per schadegeval kwamen de kosten in 2015 op € 502. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2014 en 2013, toen de kosten per schadegeval op € 498 kwamen. “Die kosten zijn berekend op basis van retail uurtarieven”, licht directeur Luc Baetens van Cargarantie Benelux toe. 

Belangrijker nog is de snelheid waarmee storingen zich voordoen. Bijna een derde van de occasions die Cargarantie Benelux in portefeuille heeft, vertoont in de eerste vijfduizend kilometer na aflevering een storing. Bij 54,2 procent van de gevallen doet de eerste storing zich voor binnen de eerste tienduizend kilometer. 

Rijklaar maken
Volgens Baetens kunnen dergelijke snelle garantiegevallen schadelijk zijn voor de reputatie van het autobedrijf. “Vrijwel elke klant snapt het wel als een auto eens een keer een storing heeft. Maar niet als die storing zich snel voordoet na de aflevering.”

Veel van die snel voorkomende storingen zijn te herleiden naar fouten die gemaakt zijn bij het rijklaar maken van de auto. “Wij kunnen bij elk garantiegeval herleiden wanneer en door wie een occasion rijklaar gemaakt is. We onderzoeken dan ook wat er mis is gegaan. Soms is er gewoon iets over het hoofd gezien door de monteur, of had hij geen zin of geen tijd om een bepaald component te controleren.” 

Het voorkomen van deze storingen vereist dat er meer tijd en geld wordt geïnvesteerd in het rijklaar maken. “Dat moet ieder autobedrijf voor zichzelf afwegen”, aldus Baetens. 

Drie kilometer kabel
De stand van techniek heeft alles te maken met het voorkomen van garantiegevallen. “In moderne auto’s zitten wel honderd regeleenheden en drie kilometer kabel”, rekent Luc Baetens voor. Al die techniek kan kapot gaan. Het duurste component daarbij is de motor. Het brandstofsysteem – waarbij ook de turbo gerekend wordt – is bij de occasions het op een na duurste component, gevolgd door de elektronica. Bij garantiegevallen op nieuwe auto’s staan reparaties aan elektronica op de tweede plaats en het brandstofsysteem is daar derde. 

Als het gaat om de vraag welke onderdelen van de auto het vaakst voor problemen zorgen, dan staat bij occasions het brandstofsysteem (ook weer inclusief de turbo) op de eerste plaats en de elektronica op de tweede. Bij nieuwe auto’s, is het omgekeerd, elektronica zorgt daar het vaakst voor storingen, gevolgd door het brandstofsysteem.

Dat blijkt uit de jaarlijkse rapportage van Cargarantie die gisteren tijdens het Nationaal Automotive Congres 2020 in Haarlem werd gepresenteerd. Dat er al zo snel storingen optreden na aflevering, heeft volgens Cargarantie te maken met onvoldoende aandacht voor het rijklaar maken.

Garantieverzekeraar Cargarantie Benelux publiceert jaarlijks een overzicht van de garantiemarkt. In totaal had het bedrijf in Nederland afgelopen jaar 655.892 garanties voor gebruikte auto’s in portefeuille en 363.093 verlengde garanties op nieuwe auto’s. 

502 euro
Per schadegeval kwamen de kosten in 2015 op € 502. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2014 en 2013, toen de kosten per schadegeval op € 498 kwamen. “Die kosten zijn berekend op basis van retail uurtarieven”, licht directeur Luc Baetens van Cargarantie Benelux toe. 

Belangrijker nog is de snelheid waarmee storingen zich voordoen. Bijna een derde van de occasions die Cargarantie Benelux in portefeuille heeft, vertoont in de eerste vijfduizend kilometer na aflevering een storing. Bij 54,2 procent van de gevallen doet de eerste storing zich voor binnen de eerste tienduizend kilometer. 

Rijklaar maken
Volgens Baetens kunnen dergelijke snelle garantiegevallen schadelijk zijn voor de reputatie van het autobedrijf. “Vrijwel elke klant snapt het wel als een auto eens een keer een storing heeft. Maar niet als die storing zich snel voordoet na de aflevering.”

Veel van die snel voorkomende storingen zijn te herleiden naar fouten die gemaakt zijn bij het rijklaar maken van de auto. “Wij kunnen bij elk garantiegeval herleiden wanneer en door wie een occasion rijklaar gemaakt is. We onderzoeken dan ook wat er mis is gegaan. Soms is er gewoon iets over het hoofd gezien door de monteur, of had hij geen zin of geen tijd om een bepaald component te controleren.” 

Het voorkomen van deze storingen vereist dat er meer tijd en geld wordt geïnvesteerd in het rijklaar maken. “Dat moet ieder autobedrijf voor zichzelf afwegen”, aldus Baetens. 

Drie kilometer kabel
De stand van techniek heeft alles te maken met het voorkomen van garantiegevallen. “In moderne auto’s zitten wel honderd regeleenheden en drie kilometer kabel”, rekent Luc Baetens voor. Al die techniek kan kapot gaan. Het duurste component daarbij is de motor. Het brandstofsysteem – waarbij ook de turbo gerekend wordt – is bij de occasions het op een na duurste component, gevolgd door de elektronica. Bij garantiegevallen op nieuwe auto’s staan reparaties aan elektronica op de tweede plaats en het brandstofsysteem is daar derde. 

Als het gaat om de vraag welke onderdelen van de auto het vaakst voor problemen zorgen, dan staat bij occasions het brandstofsysteem (ook weer inclusief de turbo) op de eerste plaats en de elektronica op de tweede. Bij nieuwe auto’s, is het omgekeerd, elektronica zorgt daar het vaakst voor storingen, gevolgd door het brandstofsysteem.