De rechtbank doet morgen uitspraak in de zaak tegen het Hoogeveense autobedrijf dat verdacht wordt van onder meer btw-fraude

Achtergrond | Branche wacht in spanning op uitspraak in btw-fraudezaak

BTW-carrousel • De impact van de uitspraak die de Rechtbank van Zwolle morgen doet in de zaak tegen het Hoogeveense autobedrijf dat wordt verdacht van btw-fraude, moet niet worden onderschat. De zaak vormt de basis in de zaak tegen de vier bedrijven waar vorig jaar een inval werd gedaan en nog eens 50 bedrijven die werden onderzocht. Uit de zittingen bleek dat het Openbaar Ministerie niet over een ‘smoking gun’ beschikt, maar desondanks acht het btw-fraude bewezen en eist het zware straffen.
Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Justitie eist gevangenisstraffen van 4 en 3 jaar tegen de hoofdverdachten. (Foto: Shutterstock)

Met groot machtsvertoon deed de politie eind november 2017 een inval bij een autobedrijf in Hoogeveen. Ook werden er twee woningen doorzocht. Daarbij legde de politie beslag op onder meer 161 voertuigen, 22 panden, vuurwapens en munitie, een stroomstootwapen, pepperspray, een boksbeugel en horloges en op grote sommen contant geld. De inval was onderdeel van een grootschalig onderzoek naar btw-fraude en witwassen in opdracht van Duitse drugscriminelen.

Nu, een kleine drie jaar verder, vindt de rechtszaak plaats. Tijdens de zittingen in Zwolle somt het OM de verdachtmakingen op: transacties naar zogenoemde katvanger-bedrijven, tientallen miljoenen euro’s in briefjes van 500, auto’s die werden gefactureerd aan Hongaarse bedrijven en – via vooral Libanese bemiddelaars – werden verscheept naar Berlijn (naar de volgens het OM ‘echte’ kopers van de auto’s). Een aantal (deels zelfgemaakte vervoersstempels) die gebruikt werden voor transportbrieven en een ‘dubbele’ boekhouding waarin eerst de transactie werd vermeld bij de tussenpersoon en pas later in de ‘echte’ boekhouding werd het autobedrijf opgevoerd. Volgens het OM maakte de directie van het Hoogeveense bedrijf zich op grote schaal schuldig aan ‘gewoonte’witwassen en btw-fraude. In dat laatste geval werden auto’s tegen het btw-nultarief verkocht, maar bracht de kopende partij de btw eveneens niet in rekening waardoor er niet over de gehele prijs van de auto maar alleen over de verkoopmarge belasting werd betaald.

Het OM eist 4 jaar en 3 jaar cel tegen de twee eigenaren van het autobedrijf.

Volgens de verdediging heeft het verdachte bedrijf simpelweg auto’s verkocht aan de hoogst biedende kopers en daarbij altijd vastgelegd om wie het ging. Alle transacties en nieuwe klanten werden gemeld bij de fiscus. Bij wantrouwen werden er meldingen gedaan bij de fiscale autoriteiten of werd de samenwerking beëindigd. Daarbij is er veelvuldig overleg geweest met de eigen accountant, banken en Belastingdienst over de te volgen werkwijze. Door veel zaken te doen met een kleine club handelaren, die ze vergaand vertrouwden, was er ‘boter bij de vis’ voor het bedrijf.

Enorme impact

De uitspraak in de zaak van het Hoogeveense autobedrijf kan het einde betekenen van vele jaren aan onzekerheid over grensoverschrijdende transacties die niet alleen de verdachte bedrijven, maar bijna ieder handelend bedrijf bezighield. Wordt de directie van het bedrijf op de zwaarste aanklachten vrijgesproken, dan kan de hele branche opgelucht adem halen. Want de rechter zal in zijn vonnis vrij concreet zijn over tot hoe ver de verplichtingen van een autobedrijf reiken. Volgt er een veroordeling, dan is dat slecht nieuws voor de branche en moeten bedrijven nog voorzichtiger gaan opereren.

Volgens de verdediging bleek uit een andere zaak dat de tussenpersonen doelbewust bezig waren om de Nederlandse autobedrijven om te tuin te leiden.

Uit de zittingen bleek dat het Openbaar Ministerie geen smoking gun heeft maar vooral over veel aanwijzingen beschikt waaruit zou moeten blijken dat het bedrijf beter had moeten weten. In het verleden zijn er bedrijven veroordeeld waarbij er bijvoorbeeld sprake was van een btw-carrousel waarna de katvanger (ook wel ploffer of missing trader genoemd) de winst verdeelde met het bedrijf dat terecht stond. Of het bedrijf droeg zelf geen btw af en deed dit – bewezen – bewust. Dan is er een smoking gun. 

In dit geval is er geen sprake van enige communicatie tussen enerzijds de daders (criminelen) en het Hoogeveense autobedrijf over zaken als te verdelen (criminele) winsten. Ook zijn er geen bewijzen gevonden waarbij het Hoogeveense bedrijf ‘gecompenseerd’ wilde worden voor mogelijke criminele acties. Volgens het OM blijkt dat onder meer uit getapte gesprekken waarin gesproken wordt over de bedrijven en handelaren waarmee zaken gedaan werd. Volgens de verdediging tonen deze gesprekken juist de onschuld aan en zou er selectief in geknipt zijn door het OM.

In dit geval gaat het vooral om de vraag: is er sprake van ‘voorwaardelijke opzet’. Heeft het Hoogeveense bedrijf bewust de kans geaccepteerd dat er ergens in de keten werd gefraudeerd? Dat staat gelijk aan een normale schuldredenering. Het bedrijf wist weliswaar niet van de fraude (er is geen smoking gun) maar had het wel moeten weten.

Jurisprudentie

Met de uitspraak zal er – in afwachting van het hoger beroep – in ieder geval jurisprudentie ontstaan over een veelvoorkomende werkwijze van Nederlandse autobedrijven die zaken doen met buitenlandse afnemers. Uit het proces bleek dat er in totaal zo’n 50 Nederlandse bedrijven zaken deden met de bedrijven waar ook het Hoogeveense bedrijf mee handelde.

Er is geen enkel bewijs geleverd door het OM dat het geld dat is gebruikt om auto’s te kopen afkomstig is uit bijvoorbeeld drugshandel.

Bij vier daarvan werd vorig jaar zomer een inval gedaan. De overige bedrijven, waaronder gerenommeerde groothandelsbedrijven en dealerholdings, ontsprongen (voorlopig) de dans. Mocht er vrijspraak volgen, dan valt het fundament onder alle andere zaken ook weg. En moeten de Belastingdienst en Fiod terug naar de tekentafel, alhoewel iedereen in de branche het wel eens lijkt dat de problematiek rondom de btw-fraude alleen in Europees verband opgelost kan worden. Maar op dat vlak is de Europese samenwerking beperkt. De huidige onderzoeken komen voort uit de nauwe samenwerking in het joint investigation team dat de Duitse en Nederlandse Belasting- en opsporingsautoriteiten hebben opgericht.  

Belastingdienst

Wat de verdediging – en in vergaande mate de hele branche – dwarszit, is dat de Belastingdienst niet communiceert over verdachte bedrijven. Enkele van de in het onderzoek genoemde bedrijven hebben nog steeds een werkend btw-nummer. Ook was bij de Belastingdienst al van enkele bedrijven bekend dat ze als missing trader bekend stonden. Maar deze info werd niet gedeeld met de Nederlandse bedrijven, die wel herhaaldelijk om de betrouwbaarheid van deze bedrijven vroegen. Volgens de Belastingdienst kan het nooit zeggen of een bedrijf verdacht is. Dat zou het zakendoen voor z’n bedrijf meteen onmogelijk worden en zou dat in theorie tot miljoenenclaims kunnen leiden. Ook stelde de Belastingdienst al meerdere malen dat het geen lijst wil geven met eisen waaraan exporterende bedrijven moeten voldoen. De dienst is bang dat er dan routes worden gevonden om te frauderen terwijl er wel aan de eisen van de dienst wordt voldaan.

Witwassen

Wat voor het Openbaar Ministerie een enorme tegenvaller moet zijn, is dat de aanklacht van witwassen bijna volledig van tafel is. Waar de onderzoeken de afgelopen jaren constant door het OM werden betiteld als grootschalige onderzoeken naar btw-fraude en witwassen, waarbij op grote schaal drugsgelden zouden zijn witgewassen, blijft daar uiteindelijk praktisch niets van over. Het OM stelt op basis van de veroordeling van één van de tussenpersonen nog wel dat er sprake is van ‘gewoontewitwassen’ door het Hoogeveense bedrijf. Maar welk geld er is witgewassen, wordt verder niet meer vermeld. Er is door het OM geen bewijs geleverd dat het geld, dat is gebruikt om auto’s te kopen bij het Hoogeveense bedrijf, afkomstig is uit bijvoorbeeld drugshandel. Ook is niet duidelijk welke organisaties er achter de herkomst van het geld zitten. 

De strafeis

Het OM eist 4 jaar en 3 jaar cel tegen de twee eigenaren van het autobedrijf, waarvan eentje overigens niet meer voor het bedrijf werkzaam is. Ook wordt er tegen één van de mannen een geldboete van 50 duizend euro geëist en 500 duizend boete van het bedrijf. Het OM komt als volgt tot de eis: bij witwassen geldt dat er miljoen euro fraude 24 maanden geëist wordt, met een maximum van acht jaar. De verdachten hebben volgens het OM gedurende meerdere jaren gefraudeerd, een aanzienlijk voordeel genoten en de fraude stopte pas na ingrijpen door het OM. Daar staat tegenover dat de zaak bijna drie jaar heeft gelopen, de verdachten geen strafblad hadden en dat er enorme sommen geld verbeurd moeten worden verklaard (er werden geldbedragen van in totaal 323 duizend euro in beslag genomen).

De advocaten van de verdachten, Tineke Pieters van Pieters Advocaten en Tom Gijsberts van Canatan Advocaten, maakten zich behoorlijk boos dat er door het OM de afgelopen jaren in de media geroepen werd dat autobedrijven zich op grote schaal schuldig maakten aan het witwassen van honderden miljoen aan drugsgeld. Daarbij werden de bedrijven al direct aan de hoogste boom opgeknoopt. Zowel bij het Hoogeveense bedrijf, als bij de invallen vorig jaar stond het OM de pers te woord bij de verdachte bedrijven, waardoor het voor iedereen ook direct duidelijk was om welke bedrijven het ging.

Schokgolf

Afgelopen jaar ging er een enorme schokgolf door de branche toen de inval bij de vier bedrijven plaatsvond. Het leidde onder meer tot vergaande bemoeienis van de Bovag. En inmiddels ligt er een wetsvoorstel om contante betalingen boven de drieduizend euro te verbieden. Lees hier een interview met Peter Niesink naar aanleiding van de vier invallen in de zomer van 2019. ‘Voor iedereen die exporteert is het van belang dat er een werkbare situatie ontstaat.’

De inval bij het Hoogeveense bedrijf zorgde in 2017 nog niet voor een grote schokgolf. Dat had deels te maken met het imago van het bedrijf, alsmede met het feit dat er wapens (het OM acht illegaal wapenbezit bewezen, maar kwam daar verder niet specifiek meer op terug) en grote sommen contant geld gevonden werden. De strafeis van het OM (respectievelijk 4 en 3 jaar celstraf voor de twee leidinggevenden) werd in eerste instantie dan ook met verbazing ontvangen en was lager dan velen hadden verwacht.

Financieel voordeel

De relatief lage strafeis heeft er naast de gegeven argumenten vermoedelijk ook mee te maken dat er niet alleen geen smoking gun is gevonden. Ook bleek het voor het OM zeer lastig om aannemelijk te maken dat het bedrijf überhaupt voordeel genoot van de transacties. In het requisitoir (de aanklacht) schrijft het OM dat het bedrijf dankzij deze werkwijze verzekerd was van snelle afname van voertuigen tegen een goede prijs. Hierdoor hoefde het bedrijf weinig verkoopkosten te maken. Het OM stelt dat de katvangbedrijven duizenden euro’s btw-voordeel genoten. In totaal zou de Belastingdienst voor 15 miljoen euro zijn benadeeld (20% van de 75 miljoen euro omzet die het bedrijf realiseerde met de export). Maar dat deze werkwijze tot financieel voordeel leidde voor het Hoogeveense bedrijf heeft het OM niet aangetoond.

De advocaten van het bedrijf waren nog een stuk stelliger: de verkochte auto’s stonden allemaal op lijsten waar een veel grotere groep handelaren op kon bieden. De tussenpersonen die handelden zouden ook zeer regelmatig niet het hoogste bod gedaan hebben. Ook werd er soms heel scherp onderhandeld over de verkoopprijs. De zogenaamde dubbele boekhouding was volgens de verdediging niet anders dan een kladkasboek dat later werd uitgewerkt. De vervoersstempels waren afkomstig van de bedrijven zelf en om praktische redenen was afgesproken dat het Hoogeveense bedrijf de stempels namens die bedrijven op de CMR’s plaatste nadat de auto’s daadwerkelijk afgeleverd waren. 

Afgesloten route

Het OM stelde daar tegenover dat het bedrijf bijna uitsluitend zaken deed met bedrijven die als katvanger optraden. En de hoeveelheid transacties met bedrijven die later missing trader bleken te zijn, is groot. Veruit de meeste transacties werden gedaan door een paar tussenpersonen. Eentje daarvan werd eerder al veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor witwassen. Volgens het OM wist het Hoogeveense bedrijf dat deze tussenpersoon een crimineel was en dat de werkelijke kopers niet de Hongaarse bedrijven waren maar de criminelen die de auto in Berlijn verkochten.

De verdediging zette daar echter tegenover dat het bedrijf al lang geen zaken meer deed ten tijde van de veroordeling. En uit de communicatie tussen de tussenpersonen bleek dat zij doelbewust bezig waren om de Nederlandse bedrijven om te tuin te leiden. Op het moment dat de route met Hongaarse bedrijven min of meer afgesloten werd omdat er teveel argwaan ontstond, gingen de tussenpersonen kijken in welke landen ze dan bedrijven moeten oprichten om toch de zaken door te kunnen laten gaan. Dat bleek uit de veroordeling van een van de verdachten en het OM heeft – ondanks dat het jarenlang de verdachten heeft afgeluisterd – geen bewijs gevonden dat het Hoogeveense bedrijf op de hoogte was hiervan, laat staan dat het actief mee zocht naar constructies om fraudeleus te kunnen blijven exporteren.

Santing

Vlak voor de zitting werd bekend dat het OM in een vergelijkbaar onderzoek naar de handelswijze van Santing Europe Cars tot een sepot besloten heeft. Net als bij de strafeis van het Hoogeveense bedrijf, werd het sepot bij Santing met lichte verbazing onthaald door veel mensen in de branche. Terecht of niet, de teneur luidt dat als het bij deze bedrijven niet lukt om tot een veroordeling te komen dan lukt het in géén één zaak. 

Een van de argumenten die genoemd wordt tegen het Hoogeveense bedrijf is dat de prijzen waarvoor de verkochte auto’s op mobile.de werden aangeboden te laag waren. Dat zorgde voor argwaan bij Nederlandse partijen en zij stellen dat het Hoogeveense bedrijf ook op had moeten vallen dat ‘hun’ auto’s te goedkoop werden aangeboden. Maar, geven ze toe, dit zijn aanwijzingen en zeker geen bewijs.

De zitting – waar overigens op geen moment aangetoond werd dat er sprake was een prijsval – bevestigde dat het voor justitie extreem moeilijk is om een dergelijke zaak ‘rond’ te krijgen. En als ze deze zaak, met zijn vele transacties en zestig miljoen aan briefjes van 500 euro, niet rond krijgen, dan is de kans niet groot dat ze een van de andere zaken wél rond krijgen. Maar volgt er een veroordeling dan zal justitie iedere terughoudendheid laten varen.

De uitspraak wordt morgen, dinsdag 25 augustus, gedaan.

Belastingrecht

In de zaak van het Hoogeveense autobedrijf, maar ook in andere gevallen, werden er grote naheffingsaanslagen over de omzetbelasting opgelegd. En ook kwamen sommige zaken voor de belastingrechter. Omdat het belastingrecht niet openbaar is, is het moeilijk te achterhalen welke zaken er speelden en hoe deze zijn afgelopen. In het belastingrecht is de bewijsplicht minder zwaar. Een inspecteur kan een naheffing en een boete opleggen. Dergelijke zaken kunnen uiteindelijk eindigen voor de belastingrechter. Die oordeelt dan over de rechtmatigheid van deze boete. In deze zaken geldt dat de Belastingdienst alleen maar aannemelijk hoeft te maken dat het bedrijf onderdeel is van een btw-carrousel. In het strafrecht dient dit bewezen te worden. 

Als het Hoogeveense bedrijf in de strafzaak wordt vrijgesproken dan zal over de naheffingsaanslag omzetbelasting wél nog een besluit moeten worden genomen door de belastingrechter. In theorie is het daarbij mogelijk dat zowel de Nederlandse als Duitse Belastingdienst een naheffing oplegt met betrekking tot dezelfde auto. Een aparte situatie, constateerden deskundigen eerder al. Als de btw alsnog blijkt te zijn afgedragen in Duitsland zal de Nederlandse naheffing ingetrokken worden.

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.

Achtergrond | Branche wacht in spanning op uitspraak in btw-fraudezaak | Automotive Online
De rechtbank doet morgen uitspraak in de zaak tegen het Hoogeveense autobedrijf dat verdacht wordt van onder meer btw-fraude

Achtergrond | Branche wacht in spanning op uitspraak in btw-fraudezaak

BTW-carrousel • De impact van de uitspraak die de Rechtbank van Zwolle morgen doet in de zaak tegen het Hoogeveense autobedrijf dat wordt verdacht van btw-fraude, moet niet worden onderschat. De zaak vormt de basis in de zaak tegen de vier bedrijven waar vorig jaar een inval werd gedaan en nog eens 50 bedrijven die werden onderzocht. Uit de zittingen bleek dat het Openbaar Ministerie niet over een ‘smoking gun’ beschikt, maar desondanks acht het btw-fraude bewezen en eist het zware straffen.
Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Justitie eist gevangenisstraffen van 4 en 3 jaar tegen de hoofdverdachten. (Foto: Shutterstock)

Met groot machtsvertoon deed de politie eind november 2017 een inval bij een autobedrijf in Hoogeveen. Ook werden er twee woningen doorzocht. Daarbij legde de politie beslag op onder meer 161 voertuigen, 22 panden, vuurwapens en munitie, een stroomstootwapen, pepperspray, een boksbeugel en horloges en op grote sommen contant geld. De inval was onderdeel van een grootschalig onderzoek naar btw-fraude en witwassen in opdracht van Duitse drugscriminelen.

Nu, een kleine drie jaar verder, vindt de rechtszaak plaats. Tijdens de zittingen in Zwolle somt het OM de verdachtmakingen op: transacties naar zogenoemde katvanger-bedrijven, tientallen miljoenen euro’s in briefjes van 500, auto’s die werden gefactureerd aan Hongaarse bedrijven en – via vooral Libanese bemiddelaars – werden verscheept naar Berlijn (naar de volgens het OM ‘echte’ kopers van de auto’s). Een aantal (deels zelfgemaakte vervoersstempels) die gebruikt werden voor transportbrieven en een ‘dubbele’ boekhouding waarin eerst de transactie werd vermeld bij de tussenpersoon en pas later in de ‘echte’ boekhouding werd het autobedrijf opgevoerd. Volgens het OM maakte de directie van het Hoogeveense bedrijf zich op grote schaal schuldig aan ‘gewoonte’witwassen en btw-fraude. In dat laatste geval werden auto’s tegen het btw-nultarief verkocht, maar bracht de kopende partij de btw eveneens niet in rekening waardoor er niet over de gehele prijs van de auto maar alleen over de verkoopmarge belasting werd betaald.

Het OM eist 4 jaar en 3 jaar cel tegen de twee eigenaren van het autobedrijf.

Volgens de verdediging heeft het verdachte bedrijf simpelweg auto’s verkocht aan de hoogst biedende kopers en daarbij altijd vastgelegd om wie het ging. Alle transacties en nieuwe klanten werden gemeld bij de fiscus. Bij wantrouwen werden er meldingen gedaan bij de fiscale autoriteiten of werd de samenwerking beëindigd. Daarbij is er veelvuldig overleg geweest met de eigen accountant, banken en Belastingdienst over de te volgen werkwijze. Door veel zaken te doen met een kleine club handelaren, die ze vergaand vertrouwden, was er ‘boter bij de vis’ voor het bedrijf.

Enorme impact

De uitspraak in de zaak van het Hoogeveense autobedrijf kan het einde betekenen van vele jaren aan onzekerheid over grensoverschrijdende transacties die niet alleen de verdachte bedrijven, maar bijna ieder handelend bedrijf bezighield. Wordt de directie van het bedrijf op de zwaarste aanklachten vrijgesproken, dan kan de hele branche opgelucht adem halen. Want de rechter zal in zijn vonnis vrij concreet zijn over tot hoe ver de verplichtingen van een autobedrijf reiken. Volgt er een veroordeling, dan is dat slecht nieuws voor de branche en moeten bedrijven nog voorzichtiger gaan opereren.

Volgens de verdediging bleek uit een andere zaak dat de tussenpersonen doelbewust bezig waren om de Nederlandse autobedrijven om te tuin te leiden.

Uit de zittingen bleek dat het Openbaar Ministerie geen smoking gun heeft maar vooral over veel aanwijzingen beschikt waaruit zou moeten blijken dat het bedrijf beter had moeten weten. In het verleden zijn er bedrijven veroordeeld waarbij er bijvoorbeeld sprake was van een btw-carrousel waarna de katvanger (ook wel ploffer of missing trader genoemd) de winst verdeelde met het bedrijf dat terecht stond. Of het bedrijf droeg zelf geen btw af en deed dit – bewezen – bewust. Dan is er een smoking gun. 

In dit geval is er geen sprake van enige communicatie tussen enerzijds de daders (criminelen) en het Hoogeveense autobedrijf over zaken als te verdelen (criminele) winsten. Ook zijn er geen bewijzen gevonden waarbij het Hoogeveense bedrijf ‘gecompenseerd’ wilde worden voor mogelijke criminele acties. Volgens het OM blijkt dat onder meer uit getapte gesprekken waarin gesproken wordt over de bedrijven en handelaren waarmee zaken gedaan werd. Volgens de verdediging tonen deze gesprekken juist de onschuld aan en zou er selectief in geknipt zijn door het OM.

In dit geval gaat het vooral om de vraag: is er sprake van ‘voorwaardelijke opzet’. Heeft het Hoogeveense bedrijf bewust de kans geaccepteerd dat er ergens in de keten werd gefraudeerd? Dat staat gelijk aan een normale schuldredenering. Het bedrijf wist weliswaar niet van de fraude (er is geen smoking gun) maar had het wel moeten weten.

Jurisprudentie

Met de uitspraak zal er – in afwachting van het hoger beroep – in ieder geval jurisprudentie ontstaan over een veelvoorkomende werkwijze van Nederlandse autobedrijven die zaken doen met buitenlandse afnemers. Uit het proces bleek dat er in totaal zo’n 50 Nederlandse bedrijven zaken deden met de bedrijven waar ook het Hoogeveense bedrijf mee handelde.

Er is geen enkel bewijs geleverd door het OM dat het geld dat is gebruikt om auto’s te kopen afkomstig is uit bijvoorbeeld drugshandel.

Bij vier daarvan werd vorig jaar zomer een inval gedaan. De overige bedrijven, waaronder gerenommeerde groothandelsbedrijven en dealerholdings, ontsprongen (voorlopig) de dans. Mocht er vrijspraak volgen, dan valt het fundament onder alle andere zaken ook weg. En moeten de Belastingdienst en Fiod terug naar de tekentafel, alhoewel iedereen in de branche het wel eens lijkt dat de problematiek rondom de btw-fraude alleen in Europees verband opgelost kan worden. Maar op dat vlak is de Europese samenwerking beperkt. De huidige onderzoeken komen voort uit de nauwe samenwerking in het joint investigation team dat de Duitse en Nederlandse Belasting- en opsporingsautoriteiten hebben opgericht.  

Belastingdienst

Wat de verdediging – en in vergaande mate de hele branche – dwarszit, is dat de Belastingdienst niet communiceert over verdachte bedrijven. Enkele van de in het onderzoek genoemde bedrijven hebben nog steeds een werkend btw-nummer. Ook was bij de Belastingdienst al van enkele bedrijven bekend dat ze als missing trader bekend stonden. Maar deze info werd niet gedeeld met de Nederlandse bedrijven, die wel herhaaldelijk om de betrouwbaarheid van deze bedrijven vroegen. Volgens de Belastingdienst kan het nooit zeggen of een bedrijf verdacht is. Dat zou het zakendoen voor z’n bedrijf meteen onmogelijk worden en zou dat in theorie tot miljoenenclaims kunnen leiden. Ook stelde de Belastingdienst al meerdere malen dat het geen lijst wil geven met eisen waaraan exporterende bedrijven moeten voldoen. De dienst is bang dat er dan routes worden gevonden om te frauderen terwijl er wel aan de eisen van de dienst wordt voldaan.

Witwassen

Wat voor het Openbaar Ministerie een enorme tegenvaller moet zijn, is dat de aanklacht van witwassen bijna volledig van tafel is. Waar de onderzoeken de afgelopen jaren constant door het OM werden betiteld als grootschalige onderzoeken naar btw-fraude en witwassen, waarbij op grote schaal drugsgelden zouden zijn witgewassen, blijft daar uiteindelijk praktisch niets van over. Het OM stelt op basis van de veroordeling van één van de tussenpersonen nog wel dat er sprake is van ‘gewoontewitwassen’ door het Hoogeveense bedrijf. Maar welk geld er is witgewassen, wordt verder niet meer vermeld. Er is door het OM geen bewijs geleverd dat het geld, dat is gebruikt om auto’s te kopen bij het Hoogeveense bedrijf, afkomstig is uit bijvoorbeeld drugshandel. Ook is niet duidelijk welke organisaties er achter de herkomst van het geld zitten. 

De strafeis

Het OM eist 4 jaar en 3 jaar cel tegen de twee eigenaren van het autobedrijf, waarvan eentje overigens niet meer voor het bedrijf werkzaam is. Ook wordt er tegen één van de mannen een geldboete van 50 duizend euro geëist en 500 duizend boete van het bedrijf. Het OM komt als volgt tot de eis: bij witwassen geldt dat er miljoen euro fraude 24 maanden geëist wordt, met een maximum van acht jaar. De verdachten hebben volgens het OM gedurende meerdere jaren gefraudeerd, een aanzienlijk voordeel genoten en de fraude stopte pas na ingrijpen door het OM. Daar staat tegenover dat de zaak bijna drie jaar heeft gelopen, de verdachten geen strafblad hadden en dat er enorme sommen geld verbeurd moeten worden verklaard (er werden geldbedragen van in totaal 323 duizend euro in beslag genomen).

De advocaten van de verdachten, Tineke Pieters van Pieters Advocaten en Tom Gijsberts van Canatan Advocaten, maakten zich behoorlijk boos dat er door het OM de afgelopen jaren in de media geroepen werd dat autobedrijven zich op grote schaal schuldig maakten aan het witwassen van honderden miljoen aan drugsgeld. Daarbij werden de bedrijven al direct aan de hoogste boom opgeknoopt. Zowel bij het Hoogeveense bedrijf, als bij de invallen vorig jaar stond het OM de pers te woord bij de verdachte bedrijven, waardoor het voor iedereen ook direct duidelijk was om welke bedrijven het ging.

Schokgolf

Afgelopen jaar ging er een enorme schokgolf door de branche toen de inval bij de vier bedrijven plaatsvond. Het leidde onder meer tot vergaande bemoeienis van de Bovag. En inmiddels ligt er een wetsvoorstel om contante betalingen boven de drieduizend euro te verbieden. Lees hier een interview met Peter Niesink naar aanleiding van de vier invallen in de zomer van 2019. ‘Voor iedereen die exporteert is het van belang dat er een werkbare situatie ontstaat.’

De inval bij het Hoogeveense bedrijf zorgde in 2017 nog niet voor een grote schokgolf. Dat had deels te maken met het imago van het bedrijf, alsmede met het feit dat er wapens (het OM acht illegaal wapenbezit bewezen, maar kwam daar verder niet specifiek meer op terug) en grote sommen contant geld gevonden werden. De strafeis van het OM (respectievelijk 4 en 3 jaar celstraf voor de twee leidinggevenden) werd in eerste instantie dan ook met verbazing ontvangen en was lager dan velen hadden verwacht.

Financieel voordeel

De relatief lage strafeis heeft er naast de gegeven argumenten vermoedelijk ook mee te maken dat er niet alleen geen smoking gun is gevonden. Ook bleek het voor het OM zeer lastig om aannemelijk te maken dat het bedrijf überhaupt voordeel genoot van de transacties. In het requisitoir (de aanklacht) schrijft het OM dat het bedrijf dankzij deze werkwijze verzekerd was van snelle afname van voertuigen tegen een goede prijs. Hierdoor hoefde het bedrijf weinig verkoopkosten te maken. Het OM stelt dat de katvangbedrijven duizenden euro’s btw-voordeel genoten. In totaal zou de Belastingdienst voor 15 miljoen euro zijn benadeeld (20% van de 75 miljoen euro omzet die het bedrijf realiseerde met de export). Maar dat deze werkwijze tot financieel voordeel leidde voor het Hoogeveense bedrijf heeft het OM niet aangetoond.

De advocaten van het bedrijf waren nog een stuk stelliger: de verkochte auto’s stonden allemaal op lijsten waar een veel grotere groep handelaren op kon bieden. De tussenpersonen die handelden zouden ook zeer regelmatig niet het hoogste bod gedaan hebben. Ook werd er soms heel scherp onderhandeld over de verkoopprijs. De zogenaamde dubbele boekhouding was volgens de verdediging niet anders dan een kladkasboek dat later werd uitgewerkt. De vervoersstempels waren afkomstig van de bedrijven zelf en om praktische redenen was afgesproken dat het Hoogeveense bedrijf de stempels namens die bedrijven op de CMR’s plaatste nadat de auto’s daadwerkelijk afgeleverd waren. 

Afgesloten route

Het OM stelde daar tegenover dat het bedrijf bijna uitsluitend zaken deed met bedrijven die als katvanger optraden. En de hoeveelheid transacties met bedrijven die later missing trader bleken te zijn, is groot. Veruit de meeste transacties werden gedaan door een paar tussenpersonen. Eentje daarvan werd eerder al veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor witwassen. Volgens het OM wist het Hoogeveense bedrijf dat deze tussenpersoon een crimineel was en dat de werkelijke kopers niet de Hongaarse bedrijven waren maar de criminelen die de auto in Berlijn verkochten.

De verdediging zette daar echter tegenover dat het bedrijf al lang geen zaken meer deed ten tijde van de veroordeling. En uit de communicatie tussen de tussenpersonen bleek dat zij doelbewust bezig waren om de Nederlandse bedrijven om te tuin te leiden. Op het moment dat de route met Hongaarse bedrijven min of meer afgesloten werd omdat er teveel argwaan ontstond, gingen de tussenpersonen kijken in welke landen ze dan bedrijven moeten oprichten om toch de zaken door te kunnen laten gaan. Dat bleek uit de veroordeling van een van de verdachten en het OM heeft – ondanks dat het jarenlang de verdachten heeft afgeluisterd – geen bewijs gevonden dat het Hoogeveense bedrijf op de hoogte was hiervan, laat staan dat het actief mee zocht naar constructies om fraudeleus te kunnen blijven exporteren.

Santing

Vlak voor de zitting werd bekend dat het OM in een vergelijkbaar onderzoek naar de handelswijze van Santing Europe Cars tot een sepot besloten heeft. Net als bij de strafeis van het Hoogeveense bedrijf, werd het sepot bij Santing met lichte verbazing onthaald door veel mensen in de branche. Terecht of niet, de teneur luidt dat als het bij deze bedrijven niet lukt om tot een veroordeling te komen dan lukt het in géén één zaak. 

Een van de argumenten die genoemd wordt tegen het Hoogeveense bedrijf is dat de prijzen waarvoor de verkochte auto’s op mobile.de werden aangeboden te laag waren. Dat zorgde voor argwaan bij Nederlandse partijen en zij stellen dat het Hoogeveense bedrijf ook op had moeten vallen dat ‘hun’ auto’s te goedkoop werden aangeboden. Maar, geven ze toe, dit zijn aanwijzingen en zeker geen bewijs.

De zitting – waar overigens op geen moment aangetoond werd dat er sprake was een prijsval – bevestigde dat het voor justitie extreem moeilijk is om een dergelijke zaak ‘rond’ te krijgen. En als ze deze zaak, met zijn vele transacties en zestig miljoen aan briefjes van 500 euro, niet rond krijgen, dan is de kans niet groot dat ze een van de andere zaken wél rond krijgen. Maar volgt er een veroordeling dan zal justitie iedere terughoudendheid laten varen.

De uitspraak wordt morgen, dinsdag 25 augustus, gedaan.

Belastingrecht

In de zaak van het Hoogeveense autobedrijf, maar ook in andere gevallen, werden er grote naheffingsaanslagen over de omzetbelasting opgelegd. En ook kwamen sommige zaken voor de belastingrechter. Omdat het belastingrecht niet openbaar is, is het moeilijk te achterhalen welke zaken er speelden en hoe deze zijn afgelopen. In het belastingrecht is de bewijsplicht minder zwaar. Een inspecteur kan een naheffing en een boete opleggen. Dergelijke zaken kunnen uiteindelijk eindigen voor de belastingrechter. Die oordeelt dan over de rechtmatigheid van deze boete. In deze zaken geldt dat de Belastingdienst alleen maar aannemelijk hoeft te maken dat het bedrijf onderdeel is van een btw-carrousel. In het strafrecht dient dit bewezen te worden. 

Als het Hoogeveense bedrijf in de strafzaak wordt vrijgesproken dan zal over de naheffingsaanslag omzetbelasting wél nog een besluit moeten worden genomen door de belastingrechter. In theorie is het daarbij mogelijk dat zowel de Nederlandse als Duitse Belastingdienst een naheffing oplegt met betrekking tot dezelfde auto. Een aparte situatie, constateerden deskundigen eerder al. Als de btw alsnog blijkt te zijn afgedragen in Duitsland zal de Nederlandse naheffing ingetrokken worden.

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.