BMW verplaatst productie brandstofmotoren naar Oostenrijk en Engeland
BMW investeert tot 2026 400 miljoen euro in een nieuwe assemblagefaciliteit bij zijn fabriek in München. Dat maakt het bedrijf vandaag bekend. De Europese productie voor brandstofmotoren wordt verplaatst naar de fabrieken in Groot-Brittannië en Oostenrijk. Hiermee wil het bedrijf de transformatie naar elektrische auto’s een boost geven. “Eind 2022 produceren al onze fabrieken minimaal een volledig elektrische auto”, aldus Milan Nedeljkovic, binnen de raad van bestuur verantwoordelijk voor Productie. “We zijn in staat om zowel EV’s als brandstofauto’s op dezelfde lijn te fabriceren, waarmee we flexibel kunnen inspelen op de vraag van consumenten.” Deze efficiencyslag in de fabrieken moet leiden tot een kostenbesparing van een half miljard euro.
De productie van de 4,6 en 12-cilindermotoren wordt van München verplaatst naar de locaties Steyr (Oostenrijk) en Hams Hall (UK). Dit moet in 2024 zijn afgerond. Volgens BMW kunnen de mensen uit de fabriek worden overgeplaatst, onder andere naar het Competence Center for E-drive, waar het aantal medewerkers van 1.000 naar 2.000 wordt uitgebreid. Eerder maakte BMW al bekend niet langer gebruik te maken van de diensten van het Nederlandse Nedcar.