Focwa en Bovag luiden noodklok: Energieprijzen brengen schadebedrijven in de problemen
Focwa en Bovag maken zich grote zorgen over de impact van de stijgende energiekosten op de bedrijfsvoering van hun leden, zo melden de brancheorganisaties vandaag. De beide organisaties lobbyen in Den Haag voor steunmaatregelen en roepen opdrachtgevers op om rekening te houden met de effecten van de hoge energieprijzen op de bedrijfsvoering van de schadebedrijven.
Schadeherstelbedrijven zijn binnen het mkb-segment grootverbruikers van energie. Zo verbruikt een gemiddeld schadebedrijf ongeveer 50 duizend kWh elektriciteit en 25 duizend m3 aan gas om de werkplaats en dan vooral om de spuitcabine te verwarmen. Volgens de fabrieksvoorschriften moeten bepaalde laksoorten immers op een voorgeschreven temperatuur drogen. De gasprijs op de zakelijke energiemarkt is nu al 8 keer hoger dan in oktober 2020. En ten opzichte van januari dit jaar is de gasprijs nu al met een factor 5 toegenomen, terwijl de elektriciteitsprijs al 4,5 keer over de kop gaat.
Kostenstijging
Volgens de beide brancheverenigingen kunnen de hoge energieprijzen leiden tot een sterke kostenstijging. Voor een gemiddeld schadebedrijf met een variabel tarief kan de prijsstijging oplopen tot 180 duizend euro per jaar (op basis van de huidige prijzen). Voor een groot schadebedrijf kan het gaan om 275 duizend euro per vestiging, aldus de brancheorganisaties.
Focwa en Bovag melden zich al langer zorgen te maken over de verdiencapaciteit van de schadesector.
Bovag is gevraagd of ook andere Bovag-leden in de problemen dreigen te komen door de hoge energieprijzen.
