Staatssecretaris Vijlbrief bereid tot aanvullend onderzoek invoering bpm-tabel
Staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief is bereid tot het uitvoeren van een nieuw onderzoek naar de budgetneutraliteit van de invoering van de WLTP en bijbehorende bpm-tabel. Dat meldt hij in een brief aan de Tweede Kamer. Hij heeft aankomende week een gesprek met Bovag en RAI Vereniging om “van gedachten te wisselen” over het verschil van mening. Volgens Vijlbrief blijkt uit TNO-onderzoek én een second opinion daarop dat de invoering van de WLTP met de nieuwe bpm-tabel budgetneutraal is, de brancheverenigingen concluderen op basis van eigen onderzoek dat de bpm hoger uitvalt. Vijlbrief kreeg er bij de presentatie van het second opinion flink van langs van onder andere Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, die stelde dat zelfs een student er geen voldoende voor zou krijgen.
Aanvullend onderzoek
“Ondanks het zorgvuldige proces constateer ik dat de zorgen bij uw Kamer en de autosector tot op heden niet zijn weggenomen. Het betreft hier met name de vraag of de eerste stap in de implementatie budgettair neutraal is geweest”, schrijft Vijlbrief. “Aankomende week ga ik in gesprek met autobrancheorganisaties […], waarbij ik ook hierover van gedachten zal wisselen. Ik zal daarbij aangeven bereid te zijn om aanvullend onderzoek te verrichten. Het onderzoek moet er voor zorgen dat er meer duidelijkheid komt over de vraag of sprake is geweest van een gemiddelde budgettair neutrale
omzetting op macroniveau in de jaren 2017-2020.”
Vooral in de tweede stap, waarbij de WLTP-waarden moesten worden teruggerekend naar NEDC-waarden, zou de consument meer bpm hebben betaald, stellen de brancheorganisaties. Gisteren is de nieuwe bpm-tabel ingevoerd die aansluit op de daadwerkelijke WLTP-uitstootwaarden.
Eerder vandaag bracht softwareleverancier Autodisk via Automotive naar buiten dat deze nieuwe tabel wel budgetneutraal lijkt: De CO2-uitstootwaarden liggen in de meetmethode van WLTP 10 tot 20 procent hoger dan volgens de oude methode NEDC, maar de bpm komt (afhankelijk van het segment) gemiddeld tussen de 2 en 15 procent lager uit. Dat de uiteindelijke consumentenprijzen niet mee dalen (zo daalt in het C-segment de bpm met 15 procent, maar de prijs met 1 procent) komt volgens Autodisk-directeur Alain Snel doordat autofabrikanten in het verleden voor Nederland een lagere catalogusprijs hanteerden dan in andere EU-landen, om de hoge belasting op auto’s enigszins te dempen. “Nu worden de prijzen weer meer in lijn gebracht met andere landen.”
