Tweede Kamerleden vragen om maximum tarief snelladers
Door de verhoging van het laadtarief die exploitant Ionity vorige week doorvoerde, is in de Tweede Kamer het vermoeden van kartelvorming onder laadpaalexploitanten ontstaan. Dat blijkt uit vragen die Pieter Omtzigt (CDA) en mede-indieners Eppo Bruins (CU), Matthijs Sienot (D66) en Helma Lodders (VVD) hebben gesteld aan de ministers van Financiën, Economische Zaken en Infrastructuur en Waterstaat. Ionity verhoogt op 31 januari de prijs naar 79 cent/kWh, waarmee het de duurste leverancier langs de snelweg wordt. Tot nu toe hanteert het bedrijf een introductietarief van 8 euro.
Het bedrijf meldde vorige week tegenover vakblad Fleet&Mobility dat het optuigen van een Europees netwerk simpelweg veel geld nodig is, maar dat mensen voldoende keuze hebben om elders te laden. Ook moet het hoge tarief mensen bewegen om lid te worden van de services van de deelnemers aan de joint venture, bestaande uit diverse autofabrikanten. Met zo’n lidmaatschap kan er vanaf 33 cent per kilowattuur worden geladen.
Kartelvorming
De Kamerleden zijn echter niet overtuigd. Eén van de vragen die ze stellen is wat de bruto winstmarge van Ionity is, nu het “volledig laden drie tot vijf keer duurder wordt”. Verder constateren ze dat ook andere aanbieders de afgelopen jaren en maanden hun prijzen fors hebben verhoogd. Ze vinden dat de regering daarom mededingingsautoriteit ACM zou moeten laten onderzoeken of er sprake is van kartelvorming, omdat het “niet zo kan zijn dat de overheid op allerlei manieren elektrisch rijden stimuleert en subsidieert en private partijen excessieve monopoliewinsten gaan maken”.
De Kamerleden doen de suggestie om een maximumprijs voor snelladers en voor laadpalen in te voeren, bijvoorbeeld bij het veilen van nieuwe locaties langs snelwegen.