De ANWB vraagt de Europese Commissie om betere regelgeving van voertuigverlichting. De vereniging doet deze oproep naar aanleiding van een eigen onderzoek onder ruim 13 duizend Nederlandse weggebruikers. Hieruit rolde de conclusie dat 78 procent van de respondenten regelmatig of altijd verblind wordt door felle lampen van andere verkeersdeelnemers, zo meldt de ANWB in een persbericht.

Uit het onderzoek blijkt dat weggebruikers vooral worden verblind door grootlicht (76 procent) en dimlicht (65 procent). Ruim 20 procent van de respondenten vindt de verblinding ondraaglijk, 71 procent noemt het storend.

Het gevolg is dat weggebruikers wegkijken (72 procent), knijpen met de ogen (60 procent) of recht in de lichtbron blijven kijken (10 procent). Het merendeel geeft aan dat door verblinding alles rondom de lichtbron nauwelijks meer te zien is. Minder goed verlichte verkeersdeelnemers vallen hierdoor ook minder op.

De belangrijkste oorzaak van voertuigverblinding, zo concludeert de ANWB, is dat moderne koplampen feller zijn door het kleiner worden van LED-lichtbronnen en dat de lichtstralen rechtstreeks op de weg geprojecteerd worden in plaats van door spiegelreflectie. De ANWB geeft aan al langer in gesprek te zijn met autofabrikanten over het aanpassen van lampenunits. De vereniging vraagt nu ook de Europese Commissie om zich te buigen over regelgeving voor veilige autoverlichting.

De ANWB vraagt de Europese Commissie om betere regelgeving van voertuigverlichting. De vereniging doet deze oproep naar aanleiding van een eigen onderzoek onder ruim 13 duizend Nederlandse weggebruikers. Hieruit rolde de conclusie dat 78 procent van de respondenten regelmatig of altijd verblind wordt door felle lampen van andere verkeersdeelnemers, zo meldt de ANWB in een persbericht.

Uit het onderzoek blijkt dat weggebruikers vooral worden verblind door grootlicht (76 procent) en dimlicht (65 procent). Ruim 20 procent van de respondenten vindt de verblinding ondraaglijk, 71 procent noemt het storend.

Het gevolg is dat weggebruikers wegkijken (72 procent), knijpen met de ogen (60 procent) of recht in de lichtbron blijven kijken (10 procent). Het merendeel geeft aan dat door verblinding alles rondom de lichtbron nauwelijks meer te zien is. Minder goed verlichte verkeersdeelnemers vallen hierdoor ook minder op.

De belangrijkste oorzaak van voertuigverblinding, zo concludeert de ANWB, is dat moderne koplampen feller zijn door het kleiner worden van LED-lichtbronnen en dat de lichtstralen rechtstreeks op de weg geprojecteerd worden in plaats van door spiegelreflectie. De ANWB geeft aan al langer in gesprek te zijn met autofabrikanten over het aanpassen van lampenunits. De vereniging vraagt nu ook de Europese Commissie om zich te buigen over regelgeving voor veilige autoverlichting.