ANWB: Er moeten meer betaalbare EV’s komen
Elektrisch rijden is in 2022 duurder geworden. Dat blijkt uit de Elektrisch Rijden Monitor die de ANWB vandaag presenteert. De totale kosten van een elektrische auto zijn het afgelopen jaar fors gestegen. De gemiddelde aanschafprijs van een nieuwe EV steeg naar ruim 45 duizend euro, terwijl de prijs die een consument wil betalen voor een nieuwe EV is afgenomen naar 29 duizend euro; een prijsbarrière van bijna 17 duizend euro.
Subsidie
Om de klimaatdoelen te halen is het cruciaal dat elektrische rijden betaalbaarder wordt, aldus de ANWB. Nu hebben consumenten met slechts tien modellen in de prijsklassen tot 35 duizend euro weinig te kiezen. De organisatie vindt dan ook dat het aanbod betaalbare modellen moet worden uitgebreid. Daarbij blijft een aanschafsubsidie nodig om elektrisch rijden aan te jagen. In 2022 ging het nog om een subsidie van zo’n 3.500 euro; met ingang van dit jaar dit dat verlaagd tot 2.900 euro.
Hogere premies
Dat elektrisch rijden duurder is geworden komt onder andere door de hogere energiekosten en hogere verzekeringspremies. Daardoor heeft de consument minder voordeel van elektrisch rijden, aldus de consumentenorganisatie. Een kwart van de Nederlanders is van plan om binnen vijf jaar een EV aan te schaffen. Onder mensen met een eigen parkeerplek en zonnepanelen ligt dit percentage hoger (43%).
Het consumentenonderzoek Elektrisch Rijden Monitor van de ANWB is uitgevoerd in tien Europese landen. Het onderzoek is uitgevoerd door de Vrije Universiteit Brussel; in Nederland deden 1.934 mensen mee aan het onderzoek.