Schoonhovens blik | Is ADAS een vloek of zegen?
Met ingang van 2021 moeten alle nieuw afgeleverde auto’s in de EU voorzien zijn van elf verplichte features, waarmee de Europese Commissie het aantal verkeersdoden en -gewonden tussen 2020 en 2030 met respectievelijk 7.300 en 38.900 wil verminderen. De elf features zijn te scharen onder de noemer ADAS (Advanced Driver Assistance Systems). Deze rijhulpsystemen houden de gemoederen al enige tijd bezig, ook in de schadebranche. Zijn ze nu premie-verhogend of -verlagend, zorgen ze voor een hogere of lagere schadelast en kunnen straks alle herstellers de schades eraan repareren? Is ADAS een vloek of een zegen?
Internetradio kent bij mij maar zes voorkeurstations.
Het voorkomen of beperken van ongevallen met letsel is een loffelijk streven, maar dat een ADAS-feature op een auto zit, betekent niet dat hij ook wordt gebruikt. Van alle hard- en software die ik thuis heb, gebruik ik alleen de basisfuncties omdat ik geen tijd/zin/interesse heb om mij alle functies eigen te maken of omdat ik er het nut niet van inzie. De combimagnetron zet ik op 800W/3 minuten, de Internetradio kent bij mij maar zes voorkeurstations en de inductiekookplaat kookt de aardappeltjes in 24 minuten op standje 6 gaar. Ook bij de auto gebruik ik niet alle mogelijkheden.
Een ander nadeel is dat de berijder zich door deze systemen onaantastbaar voelt en er op vertrouwd dat de auto zichzelf wel corrigeert. Een tijd geleden bleek tijdens de VW-bijeenkomst ‘zintuigen voor de toekomst’ al dat mensen door het gebruik van de hulpsystemen al snel de grens opzoeken, omdat de auto je assisteert en je het gevoel geeft alles onder controle te hebben.
Dalende letselschade
ADAS zal zeker bijdragen aan minder ongevallen met letsel, maar komen er daardoor minder schades? En die schades die er zijn, zijn die nog te repareren? Mijn verwachting is dat het aantal schades daalt, maar de schadelast stijgt omdat rijhulpsystemen kostbaar zijn om te herstellen. Wel kan het zijn dat tegenover die stijgende materiële schadelast een dalende immateriële last (zoals letsel). Als die letselschadelast harder daalt dan de materiële schadelast stijgt, wint zowel verzekeraar als hersteller. Nou ja, voor die herstellers die deze serieuze schades kunnen en mogen repareren.
Dat zijn de herstellers die aantoonbaar over de competenties beschikken om de actieve/passieve veiligheid en rijeigenschappen na reparatie op merk-/typeniveau te garanderen. Voor de conservatieve herstellers rest dan tegen wil en dank de lichte schaden en hier krijgen zij dan ook nog te maken met nieuwe toetreders zoals bijvoorbeeld Carglass en dus meer concurrentie en prijsdruk.
Johan Schoonhoven, directeur Zilverstad Consultancy
