Redactioneel | Tweede golf
Omdat er nauwelijks ingekocht kon worden, voorraden werden afgebouwd, er tijd was voor goed debiteurenbeleid en er uitstel werd verkregen voor belastingen en -financieringsverplichtingen, wisten veel bedrijven hun liquiditeitspositie te verbeteren. En een deel van de wél rendabele business kwam snel op gang. Bijvoorbeeld de occasionverkoop, die na een duikvlucht redelijk snel weer op peil kwam.
In de werkplaats liep de omzet ook aardig door. Uiteindelijk zijn de hardste klappen gevallen in de nieuwverkoop, verhuur en in schade, waar de omzet ook drastisch omlaag ging. Leasing bleek zoals bij elke crisis solide genoeg om een restwaardeval op te vangen; vooral dankzij contractverlengingen waardoor er niet te veel auto’s uit de lease terugkwamen terwijl de markt stillag.
Op schade- en verhuurbedrijven na rennen de meeste andere bedrijven in de autobranche, nu nog gesteund door de overheid, met goed gevulde zakken de recessie in. Volgens financiële experts zullen ze het nodig hebben, omdat de bereidwilligheid van banken om ze te steunen beperkt is. En de vrees bij zowel auto- als leasebranche is dat, als de overheidssteun stopt, er alsnog veel ontslagen en faillissementen komen, de koopkracht afneemt en alsnog een diepere crisis volgt. Het is de vraag of de overheid dan weer te hulp schiet. De aanschafstimulans die nu geldt voor EV’s, helpt niet – er is geen aanbod. De tweede coronagolf zou zo maar vooral een economische kunnen zijn.