‘Minister Schultz liet fabrikanten onterecht lopen in sjoemelaffaire’
De conclusie van toenmalig minister Melanie Schultz van Haegen (VVD) van I&W om in 2017 geen juridische procedure aan te spannen tegen autofabrikanten die betrokken waren in de dieselsjoemelaffaire blijkt onjuist te zijn. Dat schrijft Automotive-correspondent Peter Teffer vandaag op website Follow the Money.
De minister baseerde haar oordeel op een onderzoek van de RDW, waarin het instituut aangaf dat fabrikanten oudere filtertechnieken gebruikten in combinatie van software om slijtage van de motor tegen te gaan. Het Europees Hof oordeelde onlangs dat de door Volkswagen gebruikte software illegaal is en in strijd met de Europese regelgeving.Morgen in de Automotive Livestream: Wat betekent dit nieuwe hoofdstuk in het dieselschandaal?
De sjoemelsoftware is in circa 8 miljoen auto’s in Europa aangetroffen. Het Hof bepaalde eerder al dat de autofabrikant in elk afzonderlijk land voor het gerecht gedaagd kan worden, vanwege de geleden schade van de techniek in dieselauto’s.
RDW
Juristen van de RDW zijn op dit moment bezig de uitspraak van het Europees Hof van Justitie te bestuderen, zo laat Esther van Schaik, persvoorlichter van de RDW desgevraagd weten aan Automotive. De RDW verwacht pas later deze maand verder te kunnen reageren. De RDW deed destijds onderzoek en onderzocht 30 voertuigen die van de Nederlandse autoriteit een emissiegoedkeuring hadden gekregen. Hieruit bleek dat 16 automerken afwijkend emissiegedrag vertoonden. Na aanvullend onderzoek maakten bij 14 voertuigen de betreffende autofabrikant aannemelijk dat de verminderde werking van het emissiebestrijdingssysteem geoorloofd is voor de bescherming van de motor. De fabrikanten van Suzuki Vitara (Euro6b) en de Jeep Grand Cherokee (Euro 5a) konden dit niet, waarna aanvullend onderzoek werd gestart.
