Schoonhovens blik | Kies je merk

Dit jaar begon al direct met twee opvallende overnames. Van Mossel voegde twee Kia-vestigingen van Blokhuis toe en verdeelde samen met Van den Udenhout vier vestigingen van Noordhoek Autogroep. Een blik op de Dealer Top 60 leert dat het aantal dealergroepen zonder eigen schadeherstelfaciliteiten op de vingers van één hand te tellen is, maar als ook deze groepen nog groeien, is het niet ondenkbaar dat ook zij een eigen schadeherstelafdeling/-bedrijf starten. Het streven van merken om het aantal contractpartners sterk te verminderen en de groeistrategieën van dealerholdings is daarmee een groot gevaar voor schadeherstellers die nog voor single-site dealers werken, want eens deze dealer opgaat in een groter geheel, is het werkaanbod van de één op andere dag weg. 

Van de huidige en toekomstige auto’s wordt een steeds groter deel onbereikbaar voor multi-merk bedrijven.

En als je als (merk)onafhankelijk hersteller een dealer kwijtraakt, welke gevolgen heeft dat dan voor de merkerkenning en is dit noodzakelijk? Kun je die na het beëindigen van de samenwerking wederom verwerven of is daarvoor een formele samenwerking met een dealer raadzaam of nodig? Dit probleem speelt bij een aantal herstellers en men zoekt individueel en in ketenverband naarstig naar een alternatief voor merkerkenningen. Eén van de mogelijkheden is Escribe van Thatcham. Thatcham, in 1969 opgericht door enkele Engelse verzekeraars, is befaamd om haar crash testen én reparatietips en -methodieken. De Thatcham Repair Methods worden in Nederland aangeboden en bedrijven zonder merkerkenning kunnen hiermee, bij gebrek aan fabrieksinformatie, toch reparatieadviezen verkrijgen.

$42 miljoen

Maar is dit voor verzekeraars/leasemaatschappijen wel voldoende garantie dat de schaden juist worden hersteld? Zij worden momenteel (opnieuw) bewust gemaakt van merkerkende reparateurs en de risico’s die repareren buiten het zicht van de fabrikant met zich meebrengen. Vriend en vijand haalt hierbij de Amerikaanse State Farm case van de Honda Fit van John Eagle Collision Repair aan. De Honda was niet volgens fabriekspecificaties hersteld, was betrokken bij een nieuw ongeval met zwaar letsel en een claim van $42 miljoen volgde. Niet voor niets neigen ook Nederlandse verzekeraars meer en meer naar het merkkanaal en merkerkend schadeherstel, omdat men bevreesd is voor dergelijke claims en als een verzekeraar ergens een hekel aan heeft, dan is het wel het lopen van risico.

Body geven

Met de steeds korter worden modelcycli, veel meer variatie in materiaalgebruik, reparatietechnieken en meer geavanceerde rijhulpsystemen die na een schade weer 100 procent moeten functioneren, lijkt het mij ondoenlijk om als hersteller te kunnen blijven zeggen dat je alle merken kunt repareren. Als je al ‘multi-merk’ wilt repareren, is het raadzaam te vermelden dat dat voertuigen tot een bepaald bouwjaar zijn, want van de huidige en toekomstig te leveren voertuigen zal een steeds groter deel onbereikbaar worden voor multi-merk bedrijven, omdat deze door of via het merkkanaal worden gerepareerd. Verzekeraars en uiteindelijk ook leasemaatschappijen zullen hier meer op gaan sturen omdat ze simpelweg het risico niet willen lopen. De automerken zullen hun merkerkenningen dan wel echt body moeten (blijven) geven en kunnen dan niet volstaan met generieke carrosserietrainingen die worden voorzien van een merklogo.

Voor herstellers betekent dit een duidelijke keus; aanhalen bij een merk of groep van merken, dealergroep of je beperken tot voertuigen uit het huidige wagenpark en de moderne varianten aan je voorbij laten gaan.

Ik wens u allen veel schade toe in 2018.

Johan Schoonhoven, directeur Zilverstad Consultancy