De auto bezocht in 2022 weer vaker de werkplaats
Onderhoudsbeurten en reparaties in de werkplaats zijn gestegen in 2022 na de coronadip van het jaar ervoor. Het aantal onderhoudsmomenten steeg van 11,7 naar 13,2 miljoen.
Het bedrag dat gemiddeld per garagebezoek is ongeveer gelijk gebleven: 319 euro, tegen 313 euro in 2021. Toch steeg het bedrag dat gemiddeld in een jaar aan een auto werd uitgegeven in de werkplaats van 529 naar 641 euro. Dit komt omdat de auto weer vaker een bezoek bracht aan de werkplaats. Dat blijkt uit de Aftersales Monitor van Bovag en RAI Vereniging.
Aan een elektrische auto werd in 2022 gemiddeld 290 euro per jaar uitgegeven vergeleken met 340 euro in 2021. Aan een brandstofauto werd gemiddeld 670 euro uitgegeven, tegen 548 euro een jaar eerder.
De daling in onderhoud bij de EV heeft te maken met een groter aanbod waarbij steeds meer kleine en betaalbaardere auto’s op de markt komen. Bij PHEV’s was het uitgegeven bedrag per auto per jaar: 497 euro in 2022, tegen 316 euro in 2021. Deze stijging komt onder andere doordat er steeds meer grotere PHEV’s beschikbaar zijn en dat er al langer PHEV’s rondrijden, die steeds ouder worden en meer onderhoud vergen.
Het grote verschil tussen EV’s en brandstof auto’s is te verklaren doordat een EV minder onderdelen bevat en er dus minder kapot kan, maar ook omdat EV’s gemiddeld jonger zijn dan brandstof auto’s.
Langer doorrijden
Een aantal gevolgen en kenmerken van de coronapandemie zijn van invloed op het stijgend aantal onderhoudsbeurten in 2022. Zo werd er langer doorgereden met de bestaande auto, omdat de beschikbaarheid van nieuwe voertuigen nog beperkt is. Ook is er tijdens corona minder gereden waardoor leasecontracten verlengd zijn. Langer doorrijden staat gelijk aan meer onderhoud.
Eerder deze week maakte de Bovag bekend op basis van de Branchebarometer dat kostenstijgingen de huidige hoge dealerrendementen drukken. Het hogere rendement is vooral het gevolg van hogere verkoopprijzen van en marges op auto’s en onderdelen.
