Bosch houdt vertrouwen in dieseltechologie en investeert in waterstof
Een wereldwijde recessie waarbij de autoproductie met 20 procent keldert. Die verwachting spreekt Stefan Asenkerschbaumer, cfo en vicevoorzitter van de raad van bestuur van Bosch Groep, uit in het jaarverslag van de grootste onderdelenproducent ter wereld. De eerste resultaten voor dit jaar versterken zijn boodschap: de omzet van de groep daalde in het eerste kwartaal met 7,3 procent, en in maart met 17 procent ten opzichte van maart 2019.
Gezien de grote onzekerheden in de markt geeft de onderneming geen prognose voor het hele jaar. “We zetten ons schrap voor een wereldwijde recessie die ook een aanzienlijke impact zal hebben op onze eigen prestaties in 2020. Er moet een uiterste inspanning worden geleverd om op zijn minst een evenwichtig resultaat te bereiken”, aldus de cfo. Het bedrijf legt de focus op het verlagen van de kosten onder meer door het aanvragen van werktijdvermindering, een verdere afbouw van de productie en salarisverlagingen voor specialisten en managers, om de liquiditeitspositie te borgen. Na de begin deze maand ingezette volledige productiestop op honderd locaties als gevolg van de coronacrisis, wordt nu wel een geleidelijke herstart van de productie voorbereid.
Omzetdaling in 2019
De mededelingen kwamen gelijk met de presentatie van de jaarcijfers over 2019. Vorig jaar realiseerde de Bosch Groep een omzet van 77,7 miljard euro, 0,9 procent minder dan in 2018. Het bedrijfsresultaat vóór rente en belastingen (EBIT) kwam uit op 3,3 miljard euro, 2 miljard minder dan in 2018. “Tegen de achtergrond van een verdere verzwakking van de wereldeconomie en een daling van de automobielproductie met 5,5 procent, hield de Bosch Groep in 2019 goed stand”, vindt het bedrijf zelf. De bedrijfssector Mobility Solutions – waar de productie voor de auto-industrie onder valt – realiseerde een omzet van 46,8 miljard euro, een daling van 1,9 procent.
In de zware periode die volgens het bedrijf aanbreekt, ziet het ook groeikansen. Zo wordt er 100 miljoen euro geïnvesteerd in de productie van elektrische aandrijfsystemen. Verder staat de marktintroductie voor mobiele brandstofcelstapels voor gebruik in voertuigen gepland in 2022. In 2030 kan één op de acht nieuw geregistreerde zware vrachtwagens door een brandstofcel worden aangedreven, stelt Bosch.
Diesel leeft
Ondanks de opkomst van nieuwe aandrijftechnologieën voorziet het bedrijf ook in 2030 nog een belangrijke rol voor diesels: volgens eigen marktonderzoek rijden twee van de drie nieuw geregistreerde voertuigen in 2030 nog steeds op diesel of benzine, met of zonder hybride optie. “De NOx-uitstoot van dieselmotoren is al bijna volledig geëlimineerd”, aldus Bosch in het persbericht. “En door aanpassingen aan de motoren en een efficiënte uitlaatgasbehandeling kan de uitstoot nu worden teruggebracht tot een niveau dat ongeveer 70 procent lager ligt dan de Euro 6d-temp-norm.”Lees ook het artikel: De diesel raakt langzaam weer in zwang
