‘Verschil fabrieksopgave en praktijk: 149,6 miljard euro’
Tussen 2000 en 2017 is voor 149,6 miljard euro meer aan brandstof getankt dan nodig leek op basis van de opgave die fabrikanten deden. Dat meldt milieuorganisatie Transport & Environment. Nederlandse automobilisten betaalden 5,8 miljard meer dan nodig zou zijn op basis van de fabrieksopgave. T&E baseert zich daarbij op de afwijkingen zoals zijn gemeten tijdens dagelijks gebruik van de auto’s (real world emissions) en de brandstofprijzen die in het betreffende jaar gerekend werden. De afwijking nam volgens de organisatie toe van 9 procent in 2010 tot 42 procent in 2017.
Opzettelijk
Volgens T&E biedt de WLTP weinig hoop op verbetering. Zo claimt de organisatie dat fabrikanten nu opzettelijk hun emissies verhogen om zo gemakkelijker aan nieuwe emissie-eisen te kunnen voldoen. Ook daarna verwacht T&E dat de verschillen groot blijven. Het verschil loopt van 23 procent in 2020 naar 31 procent in 2025. Fabrikanten zouden steeds beter in staat zijn om optimale testprocedures af te leggen. En de stijgende verkoop van plug-ins zou ook het verschil vergroten, dit omdat in de praktijk er minder elektrisch gereden wordt dan nu is berekend in de WLTP-cyclus.
T&E verzoekt de Europese Commissie om een andere testmethodiek. Zo heeft het zelf, samen met PSA Group, een testmethode ontwikkeld. Ook stelt T&E voor dat auto’s uitgerust worden met een brandstofmeter, zodat het werkelijke verbruik permanent gemeten kan worden.