Grijs verleden | Hoe Kia van een faillissement een deugd maakte
Op vrijdag 20 maart 2009 wordt surseance aangevraagd voor Kroymans Holding. Cor Baltus, destijds directeur bij dochterbedrijf Kia Nederland, herinnert zich nog de chaos die dit opleverde, maar ook de snelheid waarmee Kia doorpakte. “Ze leken al een plan B te hebben, want twee weken na het faillissement maakten we een doorstart in een nieuwe organisatie.” De doorstart werd aangegrepen om het aantal dealercontracten terug te brengen. “Kia was snel gegroeid dankzij de Sorento, maar de transitie naar kleinere auto’s met minder CO2-uitstoot was in volle gang; we moesten met die kleine auto’s een verdienmodel voor dealers realiseren. We dachten al langer na over het indikken van het netwerk; het faillissement was een unieke gelegenheid”, vertelt Baltus. Dertig van de 75 dealers kregen geen nieuw contract.
Zuur
Een deel van de dealers die geen nieuw contract kregen, evenals een viertal erkend reparateurs, procedeerden tegen Kia Nederland omdat deze weigerde hen de status van erkend reparateur te geven. De voorzieningenrechter verwees de zaak door naar de Hoge Raad. Uiteindelijk besloot de Hoge Raad in het voordeel van de importeur.
We hoorden maandenlang dat de contracten gerespecteerd zouden worden, maar ineens was het over
Eén van de contractloze partijen was het bedrijf van Paul van Zessen, een door de importeur veel bekroonde dealer. Volgens hem heeft Kia misschien juridisch gezien gelijk gekregen, maar had het wel de normale opzeggingstermijn in acht kunnen nemen. “We hoorden maandenlang dat de contracten gerespecteerd zouden worden, maar ineens was het over. Met deze sanering won Kia veel tijd en geld, maar wel ten koste van hard werkende ondernemers met een hart voor het merk. Door de status van erkend reparateur te weigeren werd het laatste vangnet ingetrokken. Wij werden de dupe van het slechte beleid bij Kroymans en de keiharde opstelling van de Koreanen.”
Toch was het ook leerzaam voor Van Zessen. “Wij realiseerden ons dat we zelf het merk moesten worden. Na Kia vonden we met Mitsubishi, Bosch Car Service en recent Qooder nieuwe partners, maar wij wilden als Van Zessen de local hero zijn. Dat heeft goed uitgepakt.” In 2016 verkocht hij het bedrijf aan het zittend management. “Het bedrijf draait beter dan ooit en dat vind ik mooi om te zien.”
Dure herstart
Dealers werden het kind van de rekening, vindt ook Baltus, maar de herstart kostte Kia desalniettemin veel geld. “Zo werden er auto’s teruggekocht van de leasemaatschappijen, werd er een deal met de curator gesloten voor medewerkers en data en ook stelde Kia de dealers die voor een dubbele bpm-afdracht kwamen te staan deels schadeloos (naar aanleiding van deze zaak drong Bovag er op aan het bpm-risico bij importeurs te leggen. Dit is sinds vorig jaar het geval, red). Ik denk dat Kia geen rekening had gehouden met die bpm-gelden die al wel waren geïnd maar nog niet waren afgedragen aan de fiscus en dus alsnog moesten worden betaald.”
Maar dat Kia zo snel kon snijden in het netwerk, creëerde de voedingsbodem voor bestendig succes in Nederland. “Dealers kregen ineens meer volume en slagkracht”, zegt Baltus. “Maar de credits voor het huidige succes liggen mijn inziens echt bij de huidige directeur Léan Verstoep en zijn team.”
