Achtergrond | Hoe Terberg Business Lease in handen van Arval werd gedreven
Een heel grote verrassing was het voor ingewijden niet, de verkoop van Terberg Business Lease. De vraag was vooral: aan wie? Voor de twee aandeelhouders van Terberg Business Lease Groep past het hebben van een leasemaatschappij niet langer in de strategische toekomstplannen. Leasing is een veelal lucratieve business, maar ook een kapitaalkrachtige. Om de assets (auto’s en tegenwoordig ook fietsen en andere vervoermiddelen) te kunnen financieren, maar ook om op digitaal gebied te kunnen voldoen aan de vraag van fleetowners en particuliere klanten.
Die eerstgenoemde zijn – volgens de leasemaatschappijen zelf – steeds vaker op zoek naar een digitaal platform waarop alle vervoermiddelen en -stromen van de medewerkers worden gecoördineerd. En prive-leaserijders willen hun mobiliteit ook zoveel mogelijk online regelen. Dat betekent een hoge investeringslast en een hoog risico: zo dook TBLG al eens in het verlies door een mislukt IT-project. Ook zoeken leasemaatschappijen naar verbreding van hun aanbod: bijvoorbeeld door het aanbieden van auto-abonnementen, het toevoegen van verhuur en andere vervoermiddelen.
Liever toeleverancier
Terberg wil onder leiding van Godfried Terberg juist investeren in de ontwikkeling, productie en modificatie van speciale transportvoertuigen. Onder andere in Zuid- en Noord-Amerika ziet het bedrijf kansen. Autobinck ging in 2019 de fusie met Terberg aan omdat het zich vanuit leasing wilde ontwikkelen als mobiliteitsprovider. Inmiddels is die koers zo ver gevorderd, dat een deelneming in een leasemaatschappij eerder remt dan verder brengt. A
Autobinck-dochter Mobinck levert fleetadvies (met Fleetsupport), mobiliteitskaarten (met Xximo) en een mobiliteitsplatform (met Radiuz). Hierbij is een leasemaatschappij een van de leveranciers. Terberg Business Lease is in 2019 ontstaan uit een fusie tussen Business Lease (een dochterbedrijf van Autobinck) en Terberg Leasing (onderdeel van Terberg). “Wij richten ons steeds meer op de dienstverlening en steeds minder op de assets, zoals leaseauto’s”, vertelt Autobinck-ceo Paul Zekhuis aan Automotive. “We hebben steeds vaker grote fleetowners als klant en nemen een andere positie in. Wij zijn liever toeleverancier van mobiliteitsdiensten dan een leasebedrijf.”
Er was bij de aandeelhouders dan ook snel eensgezindheid over deze strategische stap, zegt Autobinck-ceo Paul Zekhuis. “Een 6de of 7de plek op de Nederlandse markt is voor een leasemaatschappij niet langer genoeg. Je ziet dat de grote spelers echt steeds groter worden, met de overname van Leaseplan door ALD als voorlopig toppunt. Internationale schaalgrootte is nodig om mee te kunnen blijven doen. Met TBLG was onze omvang onvoldoende.”
Autobinck blijft overigens wel eigenaar van Business Lease in Centraal-Europa. “Dat bedrijf heeft nooit onderdeel uitgemaakt van welke fusie of overname dan ook”, aldus Zekhuis. “We bezitten in die regio juist een positie in de top van de markt. De Nederlandse markt is volwassen, daar zit weinig groei. Dat is in Centraal Europa anders: daar is onze strategie aanbodgericht en voegen we steeds meer mobiliteitsdiensten toe.”
Digitale mobiliteit
De consolidatie op de leasemarkt is al jaren aan de gang. Om aan de bovenkant van de markt een rol van betekenis te kunnen spelen, lijken er twee smaken te zijn: of onderdeel zijn van een financiële instelling, of van een autofabrikant. Dat is ook te zien aan de manier waarop de markt consolideert. Zo kocht Santander Riemersma Leasing, fuseerden investeerder Hitachi Capital en Mitsubishi Lease (en dat fusiebedrijf nam Noordlease en Leasevisie over), en was er de mondiale overname van Leaseplan door ALD (onderdeel van de bank Societe Generale).
Er is steeds meer geld nodig, omdat je steeds meer vormen van mobiliteit moet kunnen bieden
Ook TBLG-ceo Rogier van Ewijk ziet de leasemarkt in razend tempo veranderen. Hij liet eerder in een interview in Automotive al weten dat hij schaalvergroting als iets essentieels ziet voor grote leasemaatschappijen, om hun belofte op het gebied van het “digitaal ontsluiten van mobiliteit” waar te kunnen maken. “Het is een hoog competitieve markt, waarbij grote inkoopkracht en middelen om te investeren in innovatie essentieel zijn”, aldus Van Ewijk. “De grootste leasemaatschappijen zijn of onderdeel van een bank, of van een autofabrikant. Op die manier hebben ze toegang tot geld of middelen, waarbij ze niet elke keer opnieuw voor een financiering naar de bank moeten. En er is steeds meer geld nodig, omdat je steeds meer vormen van mobiliteit moet kunnen bieden. Helemaal nu autofabrikanten meer regie willen hebben in de keten, moet je als leasemaatschappij too big to ingore worden om met ze te concurreren.” En naast de autofabrikanten zijn er ook nieuwe kapers op de kust: de techreuzen die ook heil zien in het aanbieden van onder andere auto-abonnementen of deelvervoer.
Bank of captive
In de top 5 van de Automotive Leasemaatschappij Top 60 is de nummer 1 ALD/Leaseplan onderdeel van een bank (SocGen), nummers 2 en 3 zijn fabrieksgerelateerd (Volkswagen Pon Financial Services en Daimler-dochter Athlon); op de vierde plek staat International Car Lease Holding hier als een vreemde eend tussen: deze leasemaatschappij is eigendom van een gezamenlijke onderneming van Eric Berkhof en Ben Mandemakers en richt zich op autonome groei en groeide hard via overnames, ook in het buitenland. De nummer 5 op de lijst is Alphabet (BMW Group). Daarachter komen Arval en TBLG. Arval zal vermoedelijk de nieuwe nummer 4 worden, met een vloot van 100 duizend auto’s.
Dat het daarachter nog niet gedaan is met de consolidatie, daar zijn vriend en vijand het wel over eens.
