DGA Möller Autoschade ziet grote veranderingen in schadebranche

Interview | Alfred Möller: ‘Er is steeds meer besef dat het anders moet’

Interview • “De schadebranche verkeert in een bijna onmogelijke situatie”, vindt schadehersteller Alfred Möller. Hij vierde eind vorig jaar het 40-jarig jubileum met zijn bedrijf Möller Autoschade en is nog altijd even energiek, scherpzinnig en betrokken bij het vak. “Ondernemen betekent voor mij vrijheid.”
Ivonne Vermeulen Ivonne Vermeulen
• Laatste update:
Alfred Möller. (Foto: Jeffrey van der Vaart).

Hoe staat de schadebranche er volgens u op dit moment voor?

“De marges en rendementen van schadebedrijven zijn in de afgelopen 15 jaar dusdanig onder druk komen te staan dat er te weinig geld en ruimte meer is om te investeren, bijvoorbeeld op het gebied van kennis en personeel. Het is een nijpende, bijna onmogelijke situatie geworden. De branche is te ver doorgeschoten in de gestuurde schade: verzekeraars zijn de afgelopen jaren alleen maar bezig geweest om werk te verplaatsen voor lagere tarieven. Natuurlijk, ook verzekeraars zitten vast in een prijsklem en hebben met hevige concurrentie te maken. Gelukkig zijn er inmiddels steeds meer partijen die beseffen dat het anders moet.”

Wat zou er dan anders moeten?

“We zitten in een overgangsfase van low naar hightech. Dat vraagt andere kwaliteiten, van ondernemers en medewerkers. Het draait niet meer alleen om prijs en goede NPS-scores. Compliance, aansprakelijkheid en veiligheid worden belangrijke wegingsfactoren. Verzekeraars zullen meer worden aangesproken op hun zorgplicht. Het proces moet voor auto’s worden als dat van vliegtuigen, die na reparatie uitvoerig worden gecontroleerd voordat ze weer de lucht in mogen. Auto’s zijn tegenwoordig net zo complex. Ik heb jaren geleden al gewaarschuwd voor de impact van nieuwe technieken, ADAS en elektrische en hoog autonome auto’s, maar niemand kwam in beweging. De sector komt nu pas uit een winterslaap. We staan echt voor een grote uitdaging, want het is de vraag of we auto’s op lange termijn nog wel veilig kunnen herstellen.” 

In het kort: Alfred Möller

Geboren: 11 juni 1961 / Woonplaats: Rotterdam / Opleiding: IVA Driebergen / Carrière: 1979 start eigen bedrijf / Relatie: getrouwd met Magchelina / Kinderen: Magchelina (32 jaar) en Jolique (27 jaar) / Hobby’s: reizen, skiën, motorrijden, racen, verzamelen van oude Porsches.

Wat baart u de meeste zorgen?

“We moeten snelheid maken om de kennisachterstand in te lopen. Daarom ondersteunen we samen met  collega’s het Autotech initiatief. Nu VOC erbij betrokken is, kan er opgeschakeld worden. Daar heeft de branche veel baat bij, want het kennisniveau  onder de huidige medewerkers is  niet altijd op peil.”

Hoe probeert Möller Autoschade zelf aantrekkelijk te zijn en te blijven?

“We werken veel aan onze uitstraling op social media. We zijn een warm en persoonlijk familiebedrijf, dat blijkt een belangrijk USP voor onze medewerkers. We zijn recht voor zijn raap, vertrouwen onze mensen en geven ze alle mogelijkheden en kansen. Dat geldt ook omgekeerd: onze mensen zetten zich 200 procent voor ons in. Dat onvoorwaardelijke is heel belangrijk.”

Wat zijn uw plannen voor de komende jaren? 

“Ik wil de transformatie van de komende vijf jaar heel graag meemaken en kijk samen met mijn bedrijfsleider Jeroen Noyen intussen naar goede opvolging. We kijken wel of die van binnen of buiten de familie komt. Voorlopig volgen mijn dochters hun eigen pad. De oudste, Magchelina, bouwt komende zomer een hotel langs de A15 bij Delft. De jongste, Jolique, startte zes jaar geleden na haar studie in de VS het bedrijf Influentials, gespecialiseerd in influence marketing.  Afgelopen najaar vond ze het tijd voor iets nieuws en ging aan de slag met advies voor startups. Op projectbasis werkt ze nu ook voor ons schadebedrijf  en zet ze haar influence marketingkennis is om jonge talent te werven.”

Hoe verloopt de samenwerking tussen u en uw dochter?

“In het begin botste dat wel. We zijn allebei erg eigenwijs en allergisch voor het woordje moeten. Maar het gaat steeds beter, we zijn aan elkaar gewaagd. Opvolging binnen de familie is ook niet vanzelfsprekend. In de autobranche gaan te veel bedrijven automatisch over van vader op zoon zonder dat er wordt gekeken naar geschiktheid. Je moet als ondernemer met professionele afstand naar jezelf en je bedrijf kunnen kijken en je afvragen of je wel doet waar je echt goed in bent. Je persoonlijke drijfveren maken het verschil. Dat is ook het grote verschil tussen een manager en een ondernemer.”

Hoe heeft u dat zelf gedaan?

“Ik was stronteigenwijs. Zodra ik iets moest, ging ik met mijn hakken in het zand. Mijn vader zat op de grote vaart en heeft de IVA zo ongeveer gesmeekt of er nog een plekje voor me was. Ik was 16 jaar en begon de opleiding in Driebergen met een zogenaamde ‘tdk-tje’, we kijken wel tot de kerst. Uiteindelijk kwam ik op de IVA op het juiste spoor.”

“In 1979 begon ik met het bedrijf met handlichting van kantonrechter. Als je nog geen 18 bent, heb je toestemming van je ouders nodig om een eigen bedrijf te starten. Nu zou je dat een startup noemen, toen was het knutselen in een schuur. Mijn vrouw Magchelina haakte in 1984 aan. Zij haalde de handel binnen en ik zorgde dat het er weer uitging. Heerlijk pionieren en ieder jaar groeicijfers.” 

Hoe verliep de groei naar zeven vestigingen?

“In 2000 was een omslagpunt. Ik had in 1999 de prestigieuze ondernemersprijs van Rotterdam gewonnen. Het Alacar concept, wat we samen met een collega hadden bedacht, verkochten we aan Akzo Nobel. Een jaar later verkocht ik het bedrijf aan schadeketen Care. De AEX-index stond op het hoogte punt ooit, maar de datzelfde jaar kelderde de beurs en ging de verkoop van het bedrijf aan Care niet door.”

“Dat was een lastige periode. Je moet jezelf weer opnieuw uitvinden. Ik heb toen een assessment gedaan. De uitslag was confronterend. Ik bleek totaal ongeschikt voor wat ik deed en benutte het talent dat ik wel had te weinig. Creatief, conceptueel denken en ondernemen is mijn kracht. Toen besloot ik het bedrijf verder op te schalen met meerdere vestigingen. Ik trok een managementlaag aan die de dagelijkse operatie verzorgde zodat ik mijn handen vrij had voor nieuwe concepten, zoals het Elektrisch Vervoer Centrum Rotterdam.”

U stond aan de wieg van de elektrificatie en toch liep het project stuk. Hoe kwam dat?

“We voorzagen een sterke opkomst van elektrische auto’s en de consequenties voor de infrastructuur. Grote partijen als Eneco en Shell deden mee én de gemeente Rotterdam. Het project strandde door het vertrek van de wethouder en de kredietcrisis. Als ik kijk naar het nieuwe concept van Pon: Move Mobility Experience, dan waren wij onze tijd ver vooruit.”

“Ik heb er veel van geleerd hoe het binnen overheden werkt, maar vooral ook hoe belangrijk timing is. Ondernemen betekent voor mij vrijheid. Gelukkig heb ik zelf altijd de vrijheid behouden om te doen wat ik leuk vind met mijn bedrijf en daarbuiten.”

Over Alfred Möller autoschadebedrijf

Het Rotterdamse schadeherstelbedrijf Alfred Möller vierde vorig jaar zijn 40-jarig bestaan, onder andere met een slaapfeestje met 220 medewerkers in het Hilton hotel in de Maasstad. Möller begon in 1979 met zijn schadeherstelbedrijf en breidde vanaf 2000 het aantal vestigingen uit tot 7 locaties. Een aantal vestigingen is aangesloten bij Schadenet.

Alfred Möller staat bekend om zijn conceptuele aanpak. Zo kunnen klanten hun vervangend vervoer upgraden en een luxe Mercedes, Tesla of Porsche meekrijgen en bedacht hij het concept Alacar, een formule voor kleine schades. Möller roert zich op diverse terreinen: als voormalige bestuurslid binnen Focwa en ontwikkelaar van het concept RAP (Rotterdamse Autoschade Partners), Autofix, Autozone 101, FixEasy, Green Mobility, EV Centrum en EV Roadshow. Samen met Robert Doornbos zet hij zich in voor het goede doel met de jaarlijkse trapautowedstrijd van Nederland in Ahoy.

Geplaatst in rubriek:
Ivonne Vermeulen
Ivonne Vermeulen

Ivonne Vermeulen is redacteur bij Automotive, waar ze onder andere de portefeuilles Schade en Universele markt beheert.

Interview | Alfred Möller: ‘Er is steeds meer besef dat het anders moet’ | Automotive Online
DGA Möller Autoschade ziet grote veranderingen in schadebranche

Interview | Alfred Möller: ‘Er is steeds meer besef dat het anders moet’

Interview • “De schadebranche verkeert in een bijna onmogelijke situatie”, vindt schadehersteller Alfred Möller. Hij vierde eind vorig jaar het 40-jarig jubileum met zijn bedrijf Möller Autoschade en is nog altijd even energiek, scherpzinnig en betrokken bij het vak. “Ondernemen betekent voor mij vrijheid.”
Ivonne Vermeulen Ivonne Vermeulen
• Laatste update:
Alfred Möller. (Foto: Jeffrey van der Vaart).

Hoe staat de schadebranche er volgens u op dit moment voor?

“De marges en rendementen van schadebedrijven zijn in de afgelopen 15 jaar dusdanig onder druk komen te staan dat er te weinig geld en ruimte meer is om te investeren, bijvoorbeeld op het gebied van kennis en personeel. Het is een nijpende, bijna onmogelijke situatie geworden. De branche is te ver doorgeschoten in de gestuurde schade: verzekeraars zijn de afgelopen jaren alleen maar bezig geweest om werk te verplaatsen voor lagere tarieven. Natuurlijk, ook verzekeraars zitten vast in een prijsklem en hebben met hevige concurrentie te maken. Gelukkig zijn er inmiddels steeds meer partijen die beseffen dat het anders moet.”

Wat zou er dan anders moeten?

“We zitten in een overgangsfase van low naar hightech. Dat vraagt andere kwaliteiten, van ondernemers en medewerkers. Het draait niet meer alleen om prijs en goede NPS-scores. Compliance, aansprakelijkheid en veiligheid worden belangrijke wegingsfactoren. Verzekeraars zullen meer worden aangesproken op hun zorgplicht. Het proces moet voor auto’s worden als dat van vliegtuigen, die na reparatie uitvoerig worden gecontroleerd voordat ze weer de lucht in mogen. Auto’s zijn tegenwoordig net zo complex. Ik heb jaren geleden al gewaarschuwd voor de impact van nieuwe technieken, ADAS en elektrische en hoog autonome auto’s, maar niemand kwam in beweging. De sector komt nu pas uit een winterslaap. We staan echt voor een grote uitdaging, want het is de vraag of we auto’s op lange termijn nog wel veilig kunnen herstellen.” 

In het kort: Alfred Möller

Geboren: 11 juni 1961 / Woonplaats: Rotterdam / Opleiding: IVA Driebergen / Carrière: 1979 start eigen bedrijf / Relatie: getrouwd met Magchelina / Kinderen: Magchelina (32 jaar) en Jolique (27 jaar) / Hobby’s: reizen, skiën, motorrijden, racen, verzamelen van oude Porsches.

Wat baart u de meeste zorgen?

“We moeten snelheid maken om de kennisachterstand in te lopen. Daarom ondersteunen we samen met  collega’s het Autotech initiatief. Nu VOC erbij betrokken is, kan er opgeschakeld worden. Daar heeft de branche veel baat bij, want het kennisniveau  onder de huidige medewerkers is  niet altijd op peil.”

Hoe probeert Möller Autoschade zelf aantrekkelijk te zijn en te blijven?

“We werken veel aan onze uitstraling op social media. We zijn een warm en persoonlijk familiebedrijf, dat blijkt een belangrijk USP voor onze medewerkers. We zijn recht voor zijn raap, vertrouwen onze mensen en geven ze alle mogelijkheden en kansen. Dat geldt ook omgekeerd: onze mensen zetten zich 200 procent voor ons in. Dat onvoorwaardelijke is heel belangrijk.”

Wat zijn uw plannen voor de komende jaren? 

“Ik wil de transformatie van de komende vijf jaar heel graag meemaken en kijk samen met mijn bedrijfsleider Jeroen Noyen intussen naar goede opvolging. We kijken wel of die van binnen of buiten de familie komt. Voorlopig volgen mijn dochters hun eigen pad. De oudste, Magchelina, bouwt komende zomer een hotel langs de A15 bij Delft. De jongste, Jolique, startte zes jaar geleden na haar studie in de VS het bedrijf Influentials, gespecialiseerd in influence marketing.  Afgelopen najaar vond ze het tijd voor iets nieuws en ging aan de slag met advies voor startups. Op projectbasis werkt ze nu ook voor ons schadebedrijf  en zet ze haar influence marketingkennis is om jonge talent te werven.”

Hoe verloopt de samenwerking tussen u en uw dochter?

“In het begin botste dat wel. We zijn allebei erg eigenwijs en allergisch voor het woordje moeten. Maar het gaat steeds beter, we zijn aan elkaar gewaagd. Opvolging binnen de familie is ook niet vanzelfsprekend. In de autobranche gaan te veel bedrijven automatisch over van vader op zoon zonder dat er wordt gekeken naar geschiktheid. Je moet als ondernemer met professionele afstand naar jezelf en je bedrijf kunnen kijken en je afvragen of je wel doet waar je echt goed in bent. Je persoonlijke drijfveren maken het verschil. Dat is ook het grote verschil tussen een manager en een ondernemer.”

Hoe heeft u dat zelf gedaan?

“Ik was stronteigenwijs. Zodra ik iets moest, ging ik met mijn hakken in het zand. Mijn vader zat op de grote vaart en heeft de IVA zo ongeveer gesmeekt of er nog een plekje voor me was. Ik was 16 jaar en begon de opleiding in Driebergen met een zogenaamde ‘tdk-tje’, we kijken wel tot de kerst. Uiteindelijk kwam ik op de IVA op het juiste spoor.”

“In 1979 begon ik met het bedrijf met handlichting van kantonrechter. Als je nog geen 18 bent, heb je toestemming van je ouders nodig om een eigen bedrijf te starten. Nu zou je dat een startup noemen, toen was het knutselen in een schuur. Mijn vrouw Magchelina haakte in 1984 aan. Zij haalde de handel binnen en ik zorgde dat het er weer uitging. Heerlijk pionieren en ieder jaar groeicijfers.” 

Hoe verliep de groei naar zeven vestigingen?

“In 2000 was een omslagpunt. Ik had in 1999 de prestigieuze ondernemersprijs van Rotterdam gewonnen. Het Alacar concept, wat we samen met een collega hadden bedacht, verkochten we aan Akzo Nobel. Een jaar later verkocht ik het bedrijf aan schadeketen Care. De AEX-index stond op het hoogte punt ooit, maar de datzelfde jaar kelderde de beurs en ging de verkoop van het bedrijf aan Care niet door.”

“Dat was een lastige periode. Je moet jezelf weer opnieuw uitvinden. Ik heb toen een assessment gedaan. De uitslag was confronterend. Ik bleek totaal ongeschikt voor wat ik deed en benutte het talent dat ik wel had te weinig. Creatief, conceptueel denken en ondernemen is mijn kracht. Toen besloot ik het bedrijf verder op te schalen met meerdere vestigingen. Ik trok een managementlaag aan die de dagelijkse operatie verzorgde zodat ik mijn handen vrij had voor nieuwe concepten, zoals het Elektrisch Vervoer Centrum Rotterdam.”

U stond aan de wieg van de elektrificatie en toch liep het project stuk. Hoe kwam dat?

“We voorzagen een sterke opkomst van elektrische auto’s en de consequenties voor de infrastructuur. Grote partijen als Eneco en Shell deden mee én de gemeente Rotterdam. Het project strandde door het vertrek van de wethouder en de kredietcrisis. Als ik kijk naar het nieuwe concept van Pon: Move Mobility Experience, dan waren wij onze tijd ver vooruit.”

“Ik heb er veel van geleerd hoe het binnen overheden werkt, maar vooral ook hoe belangrijk timing is. Ondernemen betekent voor mij vrijheid. Gelukkig heb ik zelf altijd de vrijheid behouden om te doen wat ik leuk vind met mijn bedrijf en daarbuiten.”

Over Alfred Möller autoschadebedrijf

Het Rotterdamse schadeherstelbedrijf Alfred Möller vierde vorig jaar zijn 40-jarig bestaan, onder andere met een slaapfeestje met 220 medewerkers in het Hilton hotel in de Maasstad. Möller begon in 1979 met zijn schadeherstelbedrijf en breidde vanaf 2000 het aantal vestigingen uit tot 7 locaties. Een aantal vestigingen is aangesloten bij Schadenet.

Alfred Möller staat bekend om zijn conceptuele aanpak. Zo kunnen klanten hun vervangend vervoer upgraden en een luxe Mercedes, Tesla of Porsche meekrijgen en bedacht hij het concept Alacar, een formule voor kleine schades. Möller roert zich op diverse terreinen: als voormalige bestuurslid binnen Focwa en ontwikkelaar van het concept RAP (Rotterdamse Autoschade Partners), Autofix, Autozone 101, FixEasy, Green Mobility, EV Centrum en EV Roadshow. Samen met Robert Doornbos zet hij zich in voor het goede doel met de jaarlijkse trapautowedstrijd van Nederland in Ahoy.

Geplaatst in rubriek:
Ivonne Vermeulen
Ivonne Vermeulen

Ivonne Vermeulen is redacteur bij Automotive, waar ze onder andere de portefeuilles Schade en Universele markt beheert.