Bovag: hoger rendement autodealers in 2021, ondanks chiptekort
De gemiddelde nettowinst per Bovag-dealervestiging bedroeg afgelopen jaar 1,78 procent. Dat is aanzienlijk beter dan de 0,87 procent in 2020. Zonder NOW-steun bedroeg het rendement over 2021 gemiddeld 1,45 procent. Dit meldt Bovag op basis van de Bovag Branchebarometer.
In 2021 werden autodealers geconfronteerd met leveringsproblemen en hogere prijzen voor auto’s en onderdelen. Daardoor namen weliswaar de winst en marges toe, maar ook de onzekerheid, concludeert Bovag.
Chiptekort
Daar waar de sector in 2020 voornamelijk last had van vraaguitval en logistieke verstoringen als gevolg van de coronapandemie, was het in ’21 het mondiale chiptekort dat de omzet drukte. “De orderboeken zijn wel volgelopen, maar auto’s konden simpelweg niet geleverd worden”, stelt Bovag. “Veel klanten namen vervolgens de wijk naar jonge occasions. Ook in dat segment nam de beschikbaarheid af en namen de prijzen toe.”
Hogere verkoopprijzen
Door de chiptekorten gaven autofabrikanten voorrang aan de productie van (elektrische) auto’s met hogere marge. De beperkte beschikbaarheid zorgde in 2021 dan ook voor hogere gemiddelde verkoopprijzen van zowel nieuwe (plus 18 procent) als gebruikte (plus 11 procent) auto’s, inclusief hogere marges. Bovendien was het aandeel van (plug-in) hybride en elektrische voertuigen groter en daalde het aandeel van het goedkopere A-segment verder. De bruto marge per transactie (BMT) steeg ten opzichte van 2020 dan ook ruim 18 procent. De gemiddelde statijd van de voorraad nieuwe auto’s daalde van 88 naar 48 dagen en die van de occasionvoorraad van 89 naar 79 dagen. De omloopsnelheid van de voorraad nieuw steeg van 4,2 naar 7,7 en die van gebruikt van 4,1 naar 4,6. Die cijfers illustreren dat de voorraden flink afgenomen zijn en dat baart steeds meer zorgen. Vanwege de hogere marges steeg het resultaat van de afdeling verkoop daarentegen met maar liefst 48 procent ten opzichte van 2020.
Bij de hogere marges daalden de gemiddelde algemene en huisvestingskosten per vestiging, met respectievelijk 0,5 en 0,2 procentpunt.
Aftersales plust
In het magazijn steeg het gemiddelde resultaat met ruim 11 procent, grotendeels als gevolg van hogere prijzen, terwijl in de werkplaats gemiddeld bijna 12,5 procent meer winst werd genoteerd. De bezettingsgraad, de productiviteit en de efficiency namen toe. Daardoor steeg ook het aantal gefactureerde uren per monteur, met bijna 5 procent tot 1.316 uren. De absorptieratio, oftewel de mate waarin aftersales de algemene kosten dekken, nam toe van ruim 70 naar 77,5 procent.
Hoger risico
Voorzitter Bert de Kroon van Bovag Autodealers benadrukt dat de cijfers veel problemen verhullen: “We hebben dan wel het hoogste gemiddelde rendement sinds 2009 gerealiseerd, dat cijfer behoeft wel vele kanttekeningen. De risico’s zijn namelijk ook substantieel toegenomen en het is nagenoeg onmogelijk om te voorspellen wat er dit en volgend jaar gaat gebeuren. Enerzijds door crisis op crisis waarmee we geconfronteerd worden, anderzijds door de vele aanstaande wijzigingen in dealernetwerken. Denk daarbij aan de agentschappen die veel merken in het vooruitzicht hebben gesteld. Bovendien bestaat een flink deel van het gerealiseerde rendement uit NOW-steun. De beschikbaarheid van zowel nieuwe als gebruikte auto’s gaat pijn doen.”
Productiviteit werkplaats
Volgens De Kroon is er ook nog veel werk aan de winkel in de werkplaats: “De productiviteit in de werkplaats moet omhoog. Het aantal gefactureerde uren per monteur is dan wel gestegen, het ligt desondanks na 2020 op het laagste niveau ooit. Ik wil er graag op wijzen dat schaalvergroting tegelijkertijd meer focus op de werkvloer behoeft, om zo de betrokkenheid en motivatie van medewerkers op peil te houden. Daar is het programma ‘Werken aan Aftersales’ van Innovam overigens uitermate geschikt voor en dat heeft in de praktijk ook al z’n vruchten afgeworpen. Ik raad alle collega’s aan daar gebruik van te maken.”
