Grijs verleden | Glasgarage was het extra beleg op de boterham
Het leek begin jaren ’90 een gouden greep: een shop-in-shopconcept waarmee dealers, universele autobedrijven en schadeherstellers de ruitschademarkt konden bedienen. Glasgarage was de tegenhanger van filiaalbedrijf Carglass, dat in 1982 op de Nederlandse markt kwam, en franchiseorganisatie Autotaalglas dat niet veel later werd opgericht door Pieter van Spaendonck. Carglass had in de jaren ’80 het fenomeen schadesturing groot gemaakt en was met een geschat marktaandeel van zo’n 70 procent ruimschoots marktleider. Autotaalglas positioneerde zich als concurrent in deze gestuurde schademarkt (waarbij verzekeraars en leasemaatschappijen klanten naar het bedrijf sturen in ruil voor bonussen en kortingen). Glasgarage, opgericht door Emil Voorhorst, die eerder compagnon was van Van Spaendonck bij Autotaalglas, ging er juist tegenin.
Boterham of beleg
“Het was een onderscheidend businessmodel”, zegt Michael Huis, die tussen 2004 en 2013 actief was bij diverse ruitherstelconcepten en Focwa vakgroep Ruitschadeherstel. “De exploitatiekosten liggen lager dan bij een model met eigen filialen of franchisers. Anderzijds kan de commitment lager zijn: bij Autotaalglas verdienden de leden er hun boterham mee, bij Glasgarage alleen extra beleg.”
In 2008 besloot Glasgarage, nadat klachten bij de NMa over machtsmisbruik door Carglass op niets uitliepen, echter om ook de gestuurde markt op te gaan. Huis, die daarvoor onder andere bij Autotaalglas als directeur werkte, werd aangesteld als
commercieel directeur. “We wilden niet langer tégen het sturingsmodel ageren, maar er gebruik van maken. Met een strakker franchisemodel en een uniforme uitstraling. We hebben een visie neergelegd en franchisenemers de keuze gegeven: meedoen of afscheid nemen. Dat werkte.” De formule groeide van 70 naar 125 vestigingen.
Stoppen
Toen de markt dankzij de toetreding van onder andere Kwik-Fit, Autoglaz en diverse carrosserieschadeketens steeds voller werd, dreigde Carglass zijn dominante positie te verliezen. “De markt dreigde zelfs overvol te raken”, zegt Huis. “Het leverde Carglass problemen op, want een deel van de marge zat in het inkoopvolume van ruiten.” Carglass besloot in 2015 om Autotaalglas en Glasgarage te kopen. Bij Glasgarage lopen ledenaantal en omzet echter terug.
Eric Prent wordt in maart 2021 aangetrokken om het tij te keren, maar hij zag geen andere oplossing dan te stoppen. “Ten tijde van het ontstaan van Glasgarage was het shop-in-shop-concept een schot in de roos. Het was een groeiend segment, ruitherstel was relatief eenvoudig dus een mooie uitbreiding voor autobedrijven. Nu de markt krimpt en het werk complexer wordt, zie je de keerzijde. Bij de meeste deelnemers beslaat ruitherstel ongeveer 5 procent van het totaal. Dat is te weinig om er fors in te investeren. Dan moet je jezelf op een gegeven moment de vraag stellen of je de kwaliteit kunt blijven borgen, als je niet de gevraagde investeringen kunt doen. Na diverse gesprekken met de franchiseraad kwamen wij tot de conclusie dat het niet haalbaar was.”
Eind dit jaar gaat de stekker eruit. Huis denkt dat Glasgarage in de huidige markt niet gemist zal worden. “Inmiddels zijn er voldoende alternatieven. De tijd dat op elke Groene Kaart alleen de naam van Carglass stond, is allang voorbij.”
