Bovag: Bestuurders rijden door op winterbanden vanwege thuiswerken
Uit een steekproef van brancheorganisatie Bovag blijkt dat 490 duizend auto’s nog steeds op winterbanden staan. Die conclusie trekt Bovag uit een steekproef van 1.491 auto’s. Bij 81 auto’s (5,4%) werden winterbanden aangetroffen. Geëxtrapoleerd betekent dat op een totaal wagenpark van ruim 9 miljoen er bijna een half miljoen auto’s op winterbanden rijdt.
Hiermee komt het resultaat van de steekproef nagenoeg overeen met vorig jaar toen bleek dat 5,3 procent van de auto’s in de zomer op winterbanden reed. Volgens Bovag zorgt de toename van het wagenpark ervoor dat het aantal personenauto’s op winterbanden is gestegen met 16 duizend auto’s ten opzichte van vorig jaar. Zodoende correspondeert die groei met een hoger absoluut aantal van bijna een half miljoen personenauto’s. In 2020 was het absolute aantal 475 duizend personenauto’s.
Thuiswerken
Dat deze bestuurders op winterbanden blijven rijden, komt volgens de branchevereniging mede door het thuiswerken. Dat heeft er in de afgelopen 1,5 jaar voor gezorgd dat automobilisten minder kilometers rijden en daardoor minder vaak langs een autobedrijf gaan en de banden niet gewisseld worden, aldus Bovag. Daarnaast is het niet bij wetgeving verboden om op winterbanden te rijden tijdens de zomermaanden, stelt de branchevereniging, mits de banden een minimaal profiel van 1,6 millimeter hebben.
Volgens een schatting van de brancheorganisatie zijn circa 20 procent van de auto’s uitgerust met vierseizoenenbanden, wat ook blijkt uit de bandenmonitor van Kwik-Fit.
Winterbanden zijn bedoeld voor buitentemperaturen van 7 graden of lager. De banden zijn gemaakt van zachter rubber dan een zomerband, en zorgen voor meer grip op een koud of besneeuwd wegdek. Bij hoge temperaturen slijten deze banden sneller, zorgen voor meer rolweerstand en daarmee voor een langere remweg. Ook het brandstofverbruik is hoger. Bovendien heeft de hitte een negatieve invloed op de wegligging van de auto, wat ongelukken kan geven, aldus Bovag.