Mobiliteitsinstituut: aantal thuiswerkers neemt af
Het aantal mensen dat thuiswerkt vanwege de coronacrisis neemt af. Volgens een meting van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) eind juni/begin juli werkt 48 procent nog bewust thuis in plaats van op kantoor; in april was dit 56 procent. Een deel van de thuiswerkers geeft aan minder met het openbaar vervoer te willen reizen. Als alternatief kiest 46 procent voor de auto als vervoersmiddel, dit was in april 41 procent.
Positiever
Ook het reisgedrag lijkt blijvend te veranderen. Zo verwacht ongeveer 28 procent van de Nederlanders na de coronacrisis minder gebruik te maken van het ov dan voor de crisis. Dat was 11 procent in april. Van de thuiswerkers die voor de crisis met de auto naar het werk reden, doet 38 procent dat nu weer. Zij oordelen ook positiever over het reizen met de auto, dan in de periode voor de crisis uitbrak. Volgens de mobiliteitsalliantie moet mobiliteit na de coronacrisis flexibeler, slimmer duurzamer worden. Volgens Brenno de Winter doorbreekt het thuiswerken de 9-tot-5-mores definitief.
Een aanzienlijk deel van de ov-reizigers die zijn uitgeweken naar een alternatieve vervoerwijze ervaart dit als positief. Van de mensen die nu vaker de fiets gebruiken ter vervanging van het ov, verwacht 52 procent dit na de coronacrisis ook nog vaker te doen. Voor de brommer betreft dit 47 procent, de auto 34 procent en voor lopen 40 procent. Download het onderzoek in de Automotive Kennisbank.
Het recreatieve reisgedrag is door de coronacrisis eveneens veranderd. Zo gaat 57 procent van de Nederlanders op vakantie in eigen land en 40 procent blijft binnen Europa. Van de Nederlanders die op vakantie gaan in het buitenland pakt 64 procent de auto. Dat was in 2018 volgens het Continu Vakantie Onderzoek (VCO) nog 53 procent.
