Opinie | Tenderfraudezaak levert geen winnaars op

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Op 22 februari volgt de uitspraak. (Foto: Shutterstock)

Om te beginnen heeft het OM op twee punten wél goede zaken gedaan. Er is nog steeds weinig jurisprudentie over ambtelijke corruptie. Na deze zaak ligt deze jurisprudentie er wel, waarbij dankzij het aanhouden van de kleine zaken (kortingen van een paar honderd euro) een vrij precieze grens getrokken kan worden van wat wel en niet geoorloofd is. En de zaak heeft op zichzelf al gezorgd voor aanscherping van de complianceregelingen bij bedrijven en overheden. Het tweede succes betreft de forse schikkingen met Pon (12 miljoen euro) en Renault en Peugeot (beide 2 miljoen euro) waardoor het OM financieel goede zaken geeft gedaan. Maar met deze twee successen – en wellicht enkele waarschijnlijk lichte veroordelingen – is alles gezegd.

Kleine vissen

Het OM en de Rijksrecherche hebben ruim vijf jaar intensief onderzoek gedaan – goed voor een strafdossier van 100 duizend pagina’s – en hadden 47 verdachte personen en bedrijven op het oog. Het OM koos ervoor om te schikken met de importeurs, waar meerdere bij de zaak betrokken managers, waarvan een enkele hoge, schikten met het OM en door hun werkgever ontslagen werden. Deze strategie betekende wel dat de verdachten die het OM nu voor de rechter brengt bijna zonder uitzondering uitvoerende mensen waren, bij de overheid en bij de bedrijven. De advocaten van de verdachten hebben keer op keer benadrukt dat niet hun verdachten, maar juist de leidinggevenden van de verdachten terecht hadden moeten staan. 

Toch is er in de publieke opinie verontwaardiging over de ‘vermeende willekeur’ van het OM .

Bij defensie staat er niemand terecht die tenderbeslissingen nam, maar slechts ambtenaren waarvan het OM vindt dat ze gevraagd actief geprobeerd hebben hun positie te gebruiken om privé voordeel te behalen. Jacques H. kon overigens binnen de raamovereenkomsten wel – weliswaar niet helemaal zelfstandig – sturen in de aankoop van plukjes voertuigen. In principe gaf ieder onderdeel zijn eigen bestellingen door. Maar verder zijn er ambtenaren zes jaar lang vervolgd – nadat ze al ontslagen waren – om maximaal wat kralen en spiegeltjes.

Imagoschade

Voor de autobranche is de imagoschade enorm. Weliswaar zien veel mensen deze zaak als de afsluiting van een tijdperk – een ander tijdperk waarin niet of nauwelijks werd nagedacht over het ‘smeren’ van relaties – maar het beeld dat nu ontstaat is dat de betrokken bedrijven wegkomen met miljoenenboetes die ze ‘makkelijk’ kunnen betalen. Bij (de advocaten) van Pon leeft de gedachte dat ze in het geval van een strafzaak nooit zoveel geld hadden hoeven betalen. Maar zolang een bedrijf verdacht is van tenderfraude, maakt het geen kans meer in tenderprocedures en bij Pon werd ingeschat dat deze procedure lang kan lopen. Op deze manier kon Pon zijn topmanagers, die volgens het OM het bedrijfsbeleid uitvoerden, op een nette manier naar de uitgang dirigeren en ze beschermen tegen een hoos aan negatieve publiciteit en imagoschade. Maar er sneuvelden grote namen bij het bedrijf en hetzelfde geldt voor verdachte managers bij andere importeurs. Toch is er in de publieke opinie verontwaardiging over de ‘vermeende willekeur’ van het OM bij haar vervolgingsbeslissingen omdat het beeld is ontstaan dat het OM de grote spelers niet durft aan te pakken. Voorbeeld: de Pon-verdachte die terecht staat – hij weigerde een schikking – meldde in de rechtszaal dat tijdens directieoverleg geheime informatie werd gedeeld, die soms afkomstig was van voormalige legerofficieren die door Pon werden ingehuurd als lobbyist. Dat het OM dit niet voor de rechter heeft willen brengen, tekent volgens de verdediging de willekeur bij het OM.

Hindsight bias

Van enkele van de kleinere zaken lijkt niet veel over te blijven. Het OM eiste voor één ambtenaar al vrijspraak. Direct betrokkenen, advocaten en juristen vinden het lastig in te schatten wat de rechtbank beslist, maar niemand gelooft erin dat de rechtbank onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op gaat leggen. Alleen voor Jacques H. ziet het er slecht uit. Er liggen vijftien aanklachten, maar ook de advocaten van de VKV-verdachten openden de aanval op H., die een ‘onder het mom van MIVD-activiteiten een rookgordijn optrok’, aldus een van de verdachten. Lees hier hoe de advocaat van Henri B. (VKV/Renault) alles afschuift op Jacques H.

Bas Martens, de advocaat van H. ging daarom gisteren uitvoerig in op het ontbreken van een integriteitsbeleid bij defensie (in de jaren waar het OM nu onderzoek naar doet), op de veranderende moraal, maar ook op het feit dat H. alles deed in overleg met zijn meerderen. Meerderen die niet voor de rechter hoefden te verschijnen. En voor alle reizen die H. maakte, geldt volgens zijn advocaat dat dit uitsluitend relatiebeheer betrof. En volgens Martens mogen ook ambtenaren een goede deal uitonderhandelen, zolang ze daarover maar transparant zijn. Martens introduceerde daarom de term ‘hindsight bias’ om aan te geven dat rechters niet op basis van de huidige normen en waarden moeten kijken naar zaken uit het begin van deze eeuw.

Omkoping

Alle advocaten stellen dat in geen enkel geval omkoping te bewijzen valt. Omkoping in de zin van dat er een rechtstreeks verband is tussen het paaien van ambtenaren en de uitkomst van tenderprocedures of het bevoordelen van bedrijven. Het OM denkt daar in enkele zaken anders over – waarbij een bepaalde cruise in 2007 in 2010 leidde tot bevoordeling van het bedrijf dat de cruise regelde – hanteert daarom liever de hele ruime definitie van omkoping, waarbij de intentie van omkoping of – in het geval van ambtenaren – het actief zoeken naar privégewin al volstaat voor het opleggen van een strafmaatregel. Het jarenlang ‘fêteren en smeren’ zorgde ervoor dat de bedrijven de door hun gewenste uitkomsten verkregen. Of de rechtbank deze redenering volgt, is de grote vraag. Inmiddels is het aftellen naar de uitspraak, op 22 februari, begonnen.

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.

Opinie | Tenderfraudezaak levert geen winnaars op | Automotive Online

Opinie | Tenderfraudezaak levert geen winnaars op

Bart Kuijpers Bart Kuijpers
• Laatste update:
Op 22 februari volgt de uitspraak. (Foto: Shutterstock)

Om te beginnen heeft het OM op twee punten wél goede zaken gedaan. Er is nog steeds weinig jurisprudentie over ambtelijke corruptie. Na deze zaak ligt deze jurisprudentie er wel, waarbij dankzij het aanhouden van de kleine zaken (kortingen van een paar honderd euro) een vrij precieze grens getrokken kan worden van wat wel en niet geoorloofd is. En de zaak heeft op zichzelf al gezorgd voor aanscherping van de complianceregelingen bij bedrijven en overheden. Het tweede succes betreft de forse schikkingen met Pon (12 miljoen euro) en Renault en Peugeot (beide 2 miljoen euro) waardoor het OM financieel goede zaken geeft gedaan. Maar met deze twee successen – en wellicht enkele waarschijnlijk lichte veroordelingen – is alles gezegd.

Kleine vissen

Het OM en de Rijksrecherche hebben ruim vijf jaar intensief onderzoek gedaan – goed voor een strafdossier van 100 duizend pagina’s – en hadden 47 verdachte personen en bedrijven op het oog. Het OM koos ervoor om te schikken met de importeurs, waar meerdere bij de zaak betrokken managers, waarvan een enkele hoge, schikten met het OM en door hun werkgever ontslagen werden. Deze strategie betekende wel dat de verdachten die het OM nu voor de rechter brengt bijna zonder uitzondering uitvoerende mensen waren, bij de overheid en bij de bedrijven. De advocaten van de verdachten hebben keer op keer benadrukt dat niet hun verdachten, maar juist de leidinggevenden van de verdachten terecht hadden moeten staan. 

Toch is er in de publieke opinie verontwaardiging over de ‘vermeende willekeur’ van het OM .

Bij defensie staat er niemand terecht die tenderbeslissingen nam, maar slechts ambtenaren waarvan het OM vindt dat ze gevraagd actief geprobeerd hebben hun positie te gebruiken om privé voordeel te behalen. Jacques H. kon overigens binnen de raamovereenkomsten wel – weliswaar niet helemaal zelfstandig – sturen in de aankoop van plukjes voertuigen. In principe gaf ieder onderdeel zijn eigen bestellingen door. Maar verder zijn er ambtenaren zes jaar lang vervolgd – nadat ze al ontslagen waren – om maximaal wat kralen en spiegeltjes.

Imagoschade

Voor de autobranche is de imagoschade enorm. Weliswaar zien veel mensen deze zaak als de afsluiting van een tijdperk – een ander tijdperk waarin niet of nauwelijks werd nagedacht over het ‘smeren’ van relaties – maar het beeld dat nu ontstaat is dat de betrokken bedrijven wegkomen met miljoenenboetes die ze ‘makkelijk’ kunnen betalen. Bij (de advocaten) van Pon leeft de gedachte dat ze in het geval van een strafzaak nooit zoveel geld hadden hoeven betalen. Maar zolang een bedrijf verdacht is van tenderfraude, maakt het geen kans meer in tenderprocedures en bij Pon werd ingeschat dat deze procedure lang kan lopen. Op deze manier kon Pon zijn topmanagers, die volgens het OM het bedrijfsbeleid uitvoerden, op een nette manier naar de uitgang dirigeren en ze beschermen tegen een hoos aan negatieve publiciteit en imagoschade. Maar er sneuvelden grote namen bij het bedrijf en hetzelfde geldt voor verdachte managers bij andere importeurs. Toch is er in de publieke opinie verontwaardiging over de ‘vermeende willekeur’ van het OM bij haar vervolgingsbeslissingen omdat het beeld is ontstaan dat het OM de grote spelers niet durft aan te pakken. Voorbeeld: de Pon-verdachte die terecht staat – hij weigerde een schikking – meldde in de rechtszaal dat tijdens directieoverleg geheime informatie werd gedeeld, die soms afkomstig was van voormalige legerofficieren die door Pon werden ingehuurd als lobbyist. Dat het OM dit niet voor de rechter heeft willen brengen, tekent volgens de verdediging de willekeur bij het OM.

Hindsight bias

Van enkele van de kleinere zaken lijkt niet veel over te blijven. Het OM eiste voor één ambtenaar al vrijspraak. Direct betrokkenen, advocaten en juristen vinden het lastig in te schatten wat de rechtbank beslist, maar niemand gelooft erin dat de rechtbank onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op gaat leggen. Alleen voor Jacques H. ziet het er slecht uit. Er liggen vijftien aanklachten, maar ook de advocaten van de VKV-verdachten openden de aanval op H., die een ‘onder het mom van MIVD-activiteiten een rookgordijn optrok’, aldus een van de verdachten. Lees hier hoe de advocaat van Henri B. (VKV/Renault) alles afschuift op Jacques H.

Bas Martens, de advocaat van H. ging daarom gisteren uitvoerig in op het ontbreken van een integriteitsbeleid bij defensie (in de jaren waar het OM nu onderzoek naar doet), op de veranderende moraal, maar ook op het feit dat H. alles deed in overleg met zijn meerderen. Meerderen die niet voor de rechter hoefden te verschijnen. En voor alle reizen die H. maakte, geldt volgens zijn advocaat dat dit uitsluitend relatiebeheer betrof. En volgens Martens mogen ook ambtenaren een goede deal uitonderhandelen, zolang ze daarover maar transparant zijn. Martens introduceerde daarom de term ‘hindsight bias’ om aan te geven dat rechters niet op basis van de huidige normen en waarden moeten kijken naar zaken uit het begin van deze eeuw.

Omkoping

Alle advocaten stellen dat in geen enkel geval omkoping te bewijzen valt. Omkoping in de zin van dat er een rechtstreeks verband is tussen het paaien van ambtenaren en de uitkomst van tenderprocedures of het bevoordelen van bedrijven. Het OM denkt daar in enkele zaken anders over – waarbij een bepaalde cruise in 2007 in 2010 leidde tot bevoordeling van het bedrijf dat de cruise regelde – hanteert daarom liever de hele ruime definitie van omkoping, waarbij de intentie van omkoping of – in het geval van ambtenaren – het actief zoeken naar privégewin al volstaat voor het opleggen van een strafmaatregel. Het jarenlang ‘fêteren en smeren’ zorgde ervoor dat de bedrijven de door hun gewenste uitkomsten verkregen. Of de rechtbank deze redenering volgt, is de grote vraag. Inmiddels is het aftellen naar de uitspraak, op 22 februari, begonnen.

Geplaatst in rubriek:
Bart Kuijpers
Bart Kuijpers

Bart Kuijpers (’80) werkt sinds 2008 bij Automotive. Hij is als redacteur verantwoordelijk voor de portefeuilles Merkkanaal en Occasions. Bart houdt van voetbal en van Radiohead. Hij rijdt sinds februari '23 een Tesla en is daar erg tevreden (relatief betaalbaar en fantastische software) mee, maar hij is verder geen fan van het merk.