Omkoopproces: rechtbank zet zaak tegen Renault-verdachten door
De rechtbank van Rotterdam bepaalde gisteren in een zogenoemd preliminair verweer dat het OM de betreffende medewerkers van Renault-dealer VKV en importeur Renault Nederland mag vervolgen in de omkopingszaak rond de aanbesteding van politie- en defensievoertuigen.
De regiezitting was in tweeën gesplitst, omdat een deel van de verdachten rechtsvervolging aanvocht. ’s Ochtends stond daarom de zaak tussen hoofdverdachte Jacques H., enkele defensiemedewerkers en een verdachte bij importeur Pon op de rol, ’s middags werd de betrokkenheid van een dealer en de importeur van Renault onder de loep genomen. Renault zelf trof eerder al een schikking van twee miljoen euro.
In een besloten zitting betoogde de directie van de betrokken Renault-dealer, VKV Groep, bij monde van advocaat Cees Korvinus dat zij onterecht als verdachte wordt gezien. Het OM vervolgt ze vanwege hun vermeende bijdrage aan het omkoopschandaal, waarbij een deel van de korting die het ministerie op auto’s kreeg, in een apart potje werd achtergehouden en van waaruit voor tienduizenden euro’s aan betalingen werden gedaan aan hoofdverdachte Jacques H..
Geheimzinnig
Het verweer komt erop neer dat VKV werd gebruikt, maar zelf geen weet had van de dubieuze transacties. Renault Nederland stationeerde oud-directeur Henri B. bij VKV om namens de importeur contact met Jacques H. te onderhouden. Hij verwerkte bestellingen van het Ministerie van Defensie. B. bestelde in dit kader onder meer een zestal auto’s bij de leasemaatschappijen Alphabet, Athlon en Van Mossel Leasing, die overigens niet (meer) verdacht worden. Vervolgens kochten deze bedrijven in overleg met Renault Nederland de auto’s met een afwijkende – lagere- korting (anders dan binnen de raamafspraak tussen importeur en ministerie van toepassing was) bij Renault-dealer VKV. Dit alles met het doel om een potje te creëren waarvan het geld zou worden besteed door en voor de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). Jacques H. was daarbij de tussenpersoon tussen VKV en de MIVD. Henri B. leverde de facturen aan bij de VKV-directie en gaf betalingsopdrachten aan de financieel verantwoordelijke directeur, terwijl een ander directielid pas na ruim een jaar van de transacties hoorde. Deze bestellingen betroffen voertuigen van de MIVD. Omwille van veiligheid waren deze transacties omgeven van geheimzinnigheid, zoals het gebruiken van schaduwkentekens. Dit zou de reden zijn dat de manier van factureren geen belletje deed rinkelen bij de directie.
Uiteindelijk besloten de rechters (in een eveneens besloten setting) om de zaak tegen de directieleden van zowel VKV als Renault Nederland aan te houden. Tegen het einde van het jaar komt de zaak voor. Een teleurstelling volgens een van de directieleden van VKV, Chris Visscher (inmiddels niet meer actief in de directie), maar volgens hem is er ook een positieve kant. “We wisten dat de kans zeer klein was dat ons verzoek zou worden gehonoreerd. We zijn tot nu toe genegeerd door de officier van justitie en konden nu eindelijk ons verhaal doen. Pas begin dit jaar werden wij geconfronteerd met een vervolgingsbeslissing; deze zaak houdt ons al 4,5 jaar bezig en de schade voor het bedrijf is enorm, terwijl we op geen enkele manier er weet van hadden of verantwoordelijk zijn.”
Niet-ontvankelijk
De advocaat van verdachte Lloyd de M. van Renault Nederland, Chrisje Zuur, wilde het OM niet-ontvankelijk laten verklaren. Onder andere omdat volgens haar De M. slechts uitvoerend was. Ze vindt het onbegrijpelijk dat de zaak tegen een ander directielid van Renault, de direct leidinggevende van De M., wegens gebrek aan bewijs is geseponeerd, terwijl een ondergeschikte wel wordt gedaagd. Volgens haar schond het OM daarmee het gelijkheidsbeginsel. Ook vond ze dat het OM buitenproportioneel heeft opgetreden. De M. kreeg pas in mei dit jaar te horen dat hij verdacht werd van misdrijven, terwijl in eerdere mededelingen aan hem deze zaken nooit ter sprake waren gekomen. Officier van justitie Ferry van Veghel verwierp beide punten. Vooral het feit dat De M. het contact onderhield met B., telde zwaar. “Uiteindelijk gaat het er om of er voldoende bewijs is tegen een verdachte”, aldus de officier van justitie, die daarmee het verwijt van willekeur – en zelfs klassenjustitie van tafel veegde. Ook vond Van Veghel dat het OM voldeed aan zijn informatieplichten. Na een korte beraadslaging werd de poging om het OM niet-ontvankelijk te verklaren door de rechters verworpen.
Vrijdag doet het de rechtbank uitspraak over verzoeken om getuigen te horen. De verdediging wil onder andere voormalig ministers Henk Kamp en Hans Hillen oproepen. Hier verzet het OM zich tegen. Het OM en de verdediging zijn wel akkoord over het oproepen van onder andere leasedeskundige Roel Hindriks, Van Mossel-ceo Eric Berkhof en enkele ex-Pon-managers.
