Wie taxeert de nieuwe taxateur?

Thema Occasions | Branche sceptisch over hervorming parallelimport

Freek van Leeuwen Freek van Leeuwen
• Laatste update:
Beeld: Shutterstock

Hoe zat het ook alweer? Bij de import van een gebruikte auto kan bij de aangifte voor de rest-bpm de waarde worden bepaald aan de hand van drie methodes: afschrijvingstabel, koerslijst of taxatierapport. Die laatste methode is zo’n tien jaar geleden erg populair geworden en heeft geleid tot aanzienlijk lagere bpm-aangiften. Met als gevolg dat de Belastingdienst daar paal en perk aan heeft gesteld. Sinds 2015 mogen taxatierapporten alleen worden gebruikt bij occasions die met schade worden geïmporteerd.

Het resultaat van die maatregel ligt voor de hand: er komen sinds 2015 opmerkelijk veel schade-auto’s ons land binnen. Dat constateert staatssecretaris Menno Snel (D66) van Financiën ook in zijn brief aan de Tweede Kamer van 31 januari 2019. “Er is […] geen reden om aan te nemen dat er op de Nederlandse markt een toenemende vraag is naar voertuigen met een schadeverleden”, schrijft hij, met gevoel voor understatement. En hij constateert daarbij dat het toezicht op de juistheid van de schadetaxaties tekort schiet. Dit toezicht gebeurt immers steekproefsgewijs achteraf en daarmee neemt de kans op onjuiste taxaties sterk toe. Er zijn in het verleden al diverse keren berichten geweest over auto’s die met geprepareerde schade, en dus een frauduleuze schadetaxatie, worden geïmporteerd. Taxateurs denken dat de plannen van Snel gaan leiden tot duizenden nieuwe rechtszaken.

Pseudo-registers

In die bewuste brief van 31 januari stelt de staatssecretaris voor om bij bpm-aangifte aan de hand van schadetaxaties de RDW naar voren te schuiven om ‘de waardebepaling te valideren’. Maar wat bedoelt de staatssecretaris daar precies mee? In de branche vraagt men zich dat ook af. “RDW lijkt mij niet de aangewezen partij om voertuigen te waarderen. Die kennis is er niet”, vindt taxateur Frank Bolsenbroek van Bolsenbroek & Partners. “Maar de staat van een voertuig beoordelen, dat zouden ze wel kunnen. Per slot van rekening zijn RDW-ers techneuten.” Maar voor de Bovag is de taakomschrijving voor de RDW klip en klaar. “Uit de brief van Snel destijds blijkt dat de RDW gaat valideren, niet taxeren”, zegt Bovag-woordvoerder Tom Huyskens. “Men kijkt of de opgevoerde schade daadwerkelijk aanwezig is.”

Op de vraag wanneer het nieuwe beleid te verwachten is, komt geen antwoord

De vraag is echter of RDW wel een rol mag spelen bij de taxatie van auto’s, meent Gerd Schippers van S-Tax. “Volgens Europees recht mag een instantie als RDW alleen maar keuren en niet taxeren. Reken er maar op dat er gerechtelijke stappen worden ondernomen als het toch zo ver komt.”
Ook jurist Sacha Bothof van 123BPM.nl ziet geen rol weggelegd voor RDW. “In de plannen van de staatssecretaris krijgt de RDW als taak om een fiscaal-juridische controle op een belastingaangifte uit te voeren. Die controle niet is slechts gericht op het vaststellen van schade; alle facetten van de waardebepaling komen aan bod. Ik voorzie zeer grote problemen op het gebied van uitvoering, omdat de benodigde kennis bij de RDW ontbreekt.”

Problemen

De problemen die de staatssecretaris in zijn brief signaleert, hebben het ministerie en de Belastingdienst aan zichzelf te wijten, vindt Bolsenbroek. “Er wordt als voorwaarde gesteld dat een taxateur moet zijn aangesloten bij een register. Maar er is niets bepaald over de kwaliteit van die registers. Dus zijn er nu pseudo-registers actief, die nauwelijks eisen stellen aan de aangesloten taxateurs. Het ministerie doet daar niets aan en accepteert daarmee kwalitatief slechte taxaties. De grote vraag daarbij is of gebruik gemaakt gaat worden van de naheffingsmogelijkheid die de Belastingdienst gedurende vijf jaren heeft. Dat leidt willens en wetens tot oneerlijke handelspraktijken.”

Deze zomer, om precies te zijn op 17 juli, hebben de VVD-kamerleden Helma Lodders en Remco Dijkstra nog schriftelijk een aantal vragen over de bpm-perikelen gesteld aan Snel. Ze willen van de staatssecretaris horen hoe groot het bedrag is dat de Belastingdienst misloopt als gevolg van onregelmatigheden bij de bpm-aangifte en wanneer hij actie denkt te gaan ondernemen. Vooralsnog heeft Snel daar nog niet op geantwoord.

Ook het ministerie van Financiën is gebeld om te vragen hoe het er mee staat, en de RDW. Maar die geven allebei niet thuis. Het ministerie verwacht in het najaar pas de Kamer te kunnen informeren over de uitvoering van de plannen van Snel. En de RDW zegt bij monde van woordvoerder Thierry van Twist dat er op dit moment door alle betrokken partijen voorstellen op elkaar worden afgestemd. “Dan is er dus ook meer duidelijkheid over de rol van de RDW en de benodigde capaciteit, kennis en dergelijke”, aldus Van Twist.

Ik voorzie zeer grote problemen op het gebied van uitvoering, omdat de benodigde kennis bij de RDW ontbreekt

Jarenlang klaagden de betrokken taxateurs dat er óver ze gepraat werd, maar niet mét ze. Afgelopen maanden kreeg een aantal taxateurs de langverwachte uitnodiging van het ministerie om hun kant van het verhaal toe te lichten. Namens het taxateursregister RETM is Frank Bolsenbroek bij het ministerie van Financiën op bezoek geweest. “Binnen een half uur stonden we weer buiten, dat was wel heel snel. We hebben daarna echter nog wel schriftelijk mogen aanvullen en van advies gediend.”, zegt hij. “Ik heb ze recent nog gevraagd wanneer er nieuw beleid te verwachten is, maar daar komt geen antwoord op. Via-via horen we wel van allerhande voorbereidingen. Het ministerie creëert zo onrust rond de import en dat heeft zijn weerslag op de markt. Het zou jammer zijn als er straks weer ondoordacht beleid zou ontstaan dat leidt tot nog méér bezwaar- en beroepszaken.” Ook Gerd Schippers heeft gesproken met het ministerie. “Op hun verzoek heb ik zelfs een rapport geschreven over hoe ik denk dat het beter kan. Maar daar hoor ik vervolgens niets meer op.”

Beroepsprocedures

En dan is er nog een ander aspect aan de huidige regelgeving. Dat is het grote aantal beroepsprocedures dat in bpm-zaken wordt gevoerd. Alleen al in 2018 zijn er 3.500 beroepsprocedures aangespannen. Want iedereen die een auto importeert kan tegen de bpm-aanslag in beroep gaan. In zeer veel gevallen lukt het voor de rechter om aan te tonen dat de bpm-aanslag verkeerd is.

De Belastingdienst wordt dan door de rechter veroordeeld om de te veel betaalde bpm terug te betalen, met rente. Bovendien moet de Belastingdienst ook schadevergoeding (met rente) en een vergoeding van de proceskosten betalen aan de importeur. In veel gevallen overtreffen deze vergoedingen de waarde van de bpm. “De proceskostenvergoeding bij winst van een procedure wordt geregeld in het Besluit Proceskosten Bestuursrecht. De maximale vergoeding die ik ooit heb gehad voor één procedure was € 6.764”, aldus Schippers. “Dat betrof een 3 jaar durende cassatieprocedure. De proceskostenvergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de belastingplichtige. Het is geen vergoeding van de werkelijke kosten. Die zijn gemiddeld 4 tot 5 keer hoger dan de proceskostenvergoeding.”

Volgens de Belastingdienst wordt meer dan de helft van de bezwaarprocedures aangespannen door importeurs tegen de eigen aangifte. “De proceskostenvergoeding ligt in dergelijke zaken soms veel hoger dan het bpm-bedrag dat in geschil is”, aldus de staatssecretaris in zijn brief van 31 januari. Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar procedures, met name die door no-cure-no-pay-adviseurs worden gevoerd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek wordt er bekeken of er maatregelen worden genomen.

17 euro bpm

Het is maar net hoe je het bekijkt: als er auto’s met extreem lage bpm-aangifte ons land in komen, is dat dan fraude of creatief boekhouden? En wie is er dan verantwoordelijk voor:  de Belastingdienst die geen toezicht houdt, of de importeurs en taxateurs die een loopje nemen met de wet? Feit is dat er regelmatig auto’s worden geïmporteerd met absurd lage bpm-bedragen. Gerd Schippers houdt een lijst bij van zulke auto’. Het is een lange lijst, we noemen drie voorbeelden. Zo is er een Volkswagen Polo met € 22.154 als nieuwprijs, waarvoor het bruto bpm-bedrag € 17 bedraagt. Een Audi R8 Spyder uit 2017 met een catalogusprijs van  € 306.280 is ons land binnengekomen met een bpm-bedrag van € 196. En een Mercedes CLA Shooting Brake 220d Prestige AMG van bouwjaar 2017 met een kilometerstand van 12.000 (!) en een catalogusprijs van € 57.694 is geïmporteerd na betaling van slechts € 208. Dit zijn allemaal auto’s die dit jaar in Nederland zijn geïmporteerd. “En dan gaat het hier nog om  bruto bpm-bedragen”, zegt Gerd Schippers. “Dus het bedrag dat uiteindelijk wordt betaald, is nog lager.”
audir82

Thema Occasions | Branche sceptisch over hervorming parallelimport | Automotive Online
Wie taxeert de nieuwe taxateur?

Thema Occasions | Branche sceptisch over hervorming parallelimport

Freek van Leeuwen Freek van Leeuwen
• Laatste update:
Beeld: Shutterstock

Hoe zat het ook alweer? Bij de import van een gebruikte auto kan bij de aangifte voor de rest-bpm de waarde worden bepaald aan de hand van drie methodes: afschrijvingstabel, koerslijst of taxatierapport. Die laatste methode is zo’n tien jaar geleden erg populair geworden en heeft geleid tot aanzienlijk lagere bpm-aangiften. Met als gevolg dat de Belastingdienst daar paal en perk aan heeft gesteld. Sinds 2015 mogen taxatierapporten alleen worden gebruikt bij occasions die met schade worden geïmporteerd.

Het resultaat van die maatregel ligt voor de hand: er komen sinds 2015 opmerkelijk veel schade-auto’s ons land binnen. Dat constateert staatssecretaris Menno Snel (D66) van Financiën ook in zijn brief aan de Tweede Kamer van 31 januari 2019. “Er is […] geen reden om aan te nemen dat er op de Nederlandse markt een toenemende vraag is naar voertuigen met een schadeverleden”, schrijft hij, met gevoel voor understatement. En hij constateert daarbij dat het toezicht op de juistheid van de schadetaxaties tekort schiet. Dit toezicht gebeurt immers steekproefsgewijs achteraf en daarmee neemt de kans op onjuiste taxaties sterk toe. Er zijn in het verleden al diverse keren berichten geweest over auto’s die met geprepareerde schade, en dus een frauduleuze schadetaxatie, worden geïmporteerd. Taxateurs denken dat de plannen van Snel gaan leiden tot duizenden nieuwe rechtszaken.

Pseudo-registers

In die bewuste brief van 31 januari stelt de staatssecretaris voor om bij bpm-aangifte aan de hand van schadetaxaties de RDW naar voren te schuiven om ‘de waardebepaling te valideren’. Maar wat bedoelt de staatssecretaris daar precies mee? In de branche vraagt men zich dat ook af. “RDW lijkt mij niet de aangewezen partij om voertuigen te waarderen. Die kennis is er niet”, vindt taxateur Frank Bolsenbroek van Bolsenbroek & Partners. “Maar de staat van een voertuig beoordelen, dat zouden ze wel kunnen. Per slot van rekening zijn RDW-ers techneuten.” Maar voor de Bovag is de taakomschrijving voor de RDW klip en klaar. “Uit de brief van Snel destijds blijkt dat de RDW gaat valideren, niet taxeren”, zegt Bovag-woordvoerder Tom Huyskens. “Men kijkt of de opgevoerde schade daadwerkelijk aanwezig is.”

Op de vraag wanneer het nieuwe beleid te verwachten is, komt geen antwoord

De vraag is echter of RDW wel een rol mag spelen bij de taxatie van auto’s, meent Gerd Schippers van S-Tax. “Volgens Europees recht mag een instantie als RDW alleen maar keuren en niet taxeren. Reken er maar op dat er gerechtelijke stappen worden ondernomen als het toch zo ver komt.”
Ook jurist Sacha Bothof van 123BPM.nl ziet geen rol weggelegd voor RDW. “In de plannen van de staatssecretaris krijgt de RDW als taak om een fiscaal-juridische controle op een belastingaangifte uit te voeren. Die controle niet is slechts gericht op het vaststellen van schade; alle facetten van de waardebepaling komen aan bod. Ik voorzie zeer grote problemen op het gebied van uitvoering, omdat de benodigde kennis bij de RDW ontbreekt.”

Problemen

De problemen die de staatssecretaris in zijn brief signaleert, hebben het ministerie en de Belastingdienst aan zichzelf te wijten, vindt Bolsenbroek. “Er wordt als voorwaarde gesteld dat een taxateur moet zijn aangesloten bij een register. Maar er is niets bepaald over de kwaliteit van die registers. Dus zijn er nu pseudo-registers actief, die nauwelijks eisen stellen aan de aangesloten taxateurs. Het ministerie doet daar niets aan en accepteert daarmee kwalitatief slechte taxaties. De grote vraag daarbij is of gebruik gemaakt gaat worden van de naheffingsmogelijkheid die de Belastingdienst gedurende vijf jaren heeft. Dat leidt willens en wetens tot oneerlijke handelspraktijken.”

Deze zomer, om precies te zijn op 17 juli, hebben de VVD-kamerleden Helma Lodders en Remco Dijkstra nog schriftelijk een aantal vragen over de bpm-perikelen gesteld aan Snel. Ze willen van de staatssecretaris horen hoe groot het bedrag is dat de Belastingdienst misloopt als gevolg van onregelmatigheden bij de bpm-aangifte en wanneer hij actie denkt te gaan ondernemen. Vooralsnog heeft Snel daar nog niet op geantwoord.

Ook het ministerie van Financiën is gebeld om te vragen hoe het er mee staat, en de RDW. Maar die geven allebei niet thuis. Het ministerie verwacht in het najaar pas de Kamer te kunnen informeren over de uitvoering van de plannen van Snel. En de RDW zegt bij monde van woordvoerder Thierry van Twist dat er op dit moment door alle betrokken partijen voorstellen op elkaar worden afgestemd. “Dan is er dus ook meer duidelijkheid over de rol van de RDW en de benodigde capaciteit, kennis en dergelijke”, aldus Van Twist.

Ik voorzie zeer grote problemen op het gebied van uitvoering, omdat de benodigde kennis bij de RDW ontbreekt

Jarenlang klaagden de betrokken taxateurs dat er óver ze gepraat werd, maar niet mét ze. Afgelopen maanden kreeg een aantal taxateurs de langverwachte uitnodiging van het ministerie om hun kant van het verhaal toe te lichten. Namens het taxateursregister RETM is Frank Bolsenbroek bij het ministerie van Financiën op bezoek geweest. “Binnen een half uur stonden we weer buiten, dat was wel heel snel. We hebben daarna echter nog wel schriftelijk mogen aanvullen en van advies gediend.”, zegt hij. “Ik heb ze recent nog gevraagd wanneer er nieuw beleid te verwachten is, maar daar komt geen antwoord op. Via-via horen we wel van allerhande voorbereidingen. Het ministerie creëert zo onrust rond de import en dat heeft zijn weerslag op de markt. Het zou jammer zijn als er straks weer ondoordacht beleid zou ontstaan dat leidt tot nog méér bezwaar- en beroepszaken.” Ook Gerd Schippers heeft gesproken met het ministerie. “Op hun verzoek heb ik zelfs een rapport geschreven over hoe ik denk dat het beter kan. Maar daar hoor ik vervolgens niets meer op.”

Beroepsprocedures

En dan is er nog een ander aspect aan de huidige regelgeving. Dat is het grote aantal beroepsprocedures dat in bpm-zaken wordt gevoerd. Alleen al in 2018 zijn er 3.500 beroepsprocedures aangespannen. Want iedereen die een auto importeert kan tegen de bpm-aanslag in beroep gaan. In zeer veel gevallen lukt het voor de rechter om aan te tonen dat de bpm-aanslag verkeerd is.

De Belastingdienst wordt dan door de rechter veroordeeld om de te veel betaalde bpm terug te betalen, met rente. Bovendien moet de Belastingdienst ook schadevergoeding (met rente) en een vergoeding van de proceskosten betalen aan de importeur. In veel gevallen overtreffen deze vergoedingen de waarde van de bpm. “De proceskostenvergoeding bij winst van een procedure wordt geregeld in het Besluit Proceskosten Bestuursrecht. De maximale vergoeding die ik ooit heb gehad voor één procedure was € 6.764”, aldus Schippers. “Dat betrof een 3 jaar durende cassatieprocedure. De proceskostenvergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de belastingplichtige. Het is geen vergoeding van de werkelijke kosten. Die zijn gemiddeld 4 tot 5 keer hoger dan de proceskostenvergoeding.”

Volgens de Belastingdienst wordt meer dan de helft van de bezwaarprocedures aangespannen door importeurs tegen de eigen aangifte. “De proceskostenvergoeding ligt in dergelijke zaken soms veel hoger dan het bpm-bedrag dat in geschil is”, aldus de staatssecretaris in zijn brief van 31 januari. Op dit moment wordt er onderzoek gedaan naar procedures, met name die door no-cure-no-pay-adviseurs worden gevoerd. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek wordt er bekeken of er maatregelen worden genomen.

17 euro bpm

Het is maar net hoe je het bekijkt: als er auto’s met extreem lage bpm-aangifte ons land in komen, is dat dan fraude of creatief boekhouden? En wie is er dan verantwoordelijk voor:  de Belastingdienst die geen toezicht houdt, of de importeurs en taxateurs die een loopje nemen met de wet? Feit is dat er regelmatig auto’s worden geïmporteerd met absurd lage bpm-bedragen. Gerd Schippers houdt een lijst bij van zulke auto’. Het is een lange lijst, we noemen drie voorbeelden. Zo is er een Volkswagen Polo met € 22.154 als nieuwprijs, waarvoor het bruto bpm-bedrag € 17 bedraagt. Een Audi R8 Spyder uit 2017 met een catalogusprijs van  € 306.280 is ons land binnengekomen met een bpm-bedrag van € 196. En een Mercedes CLA Shooting Brake 220d Prestige AMG van bouwjaar 2017 met een kilometerstand van 12.000 (!) en een catalogusprijs van € 57.694 is geïmporteerd na betaling van slechts € 208. Dit zijn allemaal auto’s die dit jaar in Nederland zijn geïmporteerd. “En dan gaat het hier nog om  bruto bpm-bedragen”, zegt Gerd Schippers. “Dus het bedrag dat uiteindelijk wordt betaald, is nog lager.”
audir82