Het doel is om vanaf 1 juli dit jaar voor alle bedrijven al hetzelfde uurtarief in te voeren. Daarna wordt stap voor stap toegwerkt naar één netwerk van schadeherstellers. Of er daarbij schadeherstelbedrijven afvallen is nog niet bekend. Wel zeiden zowel Nico Stolk (Interpolis) als Klaas Pieter Roemeling (Achmea) dat “de overcapaciteit in de branche niet de primaire zorg kan zijn” van de verzekeraar.

Achmea en Interpolis hielden vanmiddag een congres voor de schadeherstelbedrijven, waarin de bedrijven hun nieuwe gezamenlijke strategie uit de doeken deden. Uit de presentatie bleek dat er tot 1 januari 2007 nog niet veel zal veranderen. “Tot die tijd blijft de sturing gelijk, vanuit Achmea of vanuit Interpolis”, aldus Roemeling.

Als het nieuwe netwerk staat, komt de sturing vanuit één `competence center`. Wat de nieuwe invulling wordt van de netwerken – zo werkt Achmea voor de autoschadeherstellers momenteel met een verdeling in eredivisie en eerste divisie bedrijven – is nog niet bekend. Ook de onderdeleninkoop via Achmea`s Partsplan is nog onderwerp van discussie.
“De bedrijven worden voor de indeling in het nieuwe netwerk beoordeeld op omzet, bereikbaarheid en naambekendheid en klanttevredenheid”, vertelde Roemeling. Zo blijkt uit onderzoek dat een klant niet meer dan vijftien kilometer wil rijden met zijn schadevoertuig.

Momenteel werkt Achmea samen met 360 autoschadebedrijven, Interpolis met 226. Door overlap – sommige herstellers hebben een contract met beide – komt het nieuwe netwerk in elk geval uit op 437 autoschadeherstelbedrijven.
Gezamenlijk hebben de schadeverzekeraars twee miljoen verzekerden en zijn ze goed voor een schade-omzet van ruim 200 miljoen euro, waarvan 163 miljoen in autoschade. Het gezamenlijke marktaandeel is 29%.

Het doel is om vanaf 1 juli dit jaar voor alle bedrijven al hetzelfde uurtarief in te voeren. Daarna wordt stap voor stap toegwerkt naar één netwerk van schadeherstellers. Of er daarbij schadeherstelbedrijven afvallen is nog niet bekend. Wel zeiden zowel Nico Stolk (Interpolis) als Klaas Pieter Roemeling (Achmea) dat “de overcapaciteit in de branche niet de primaire zorg kan zijn” van de verzekeraar.

Achmea en Interpolis hielden vanmiddag een congres voor de schadeherstelbedrijven, waarin de bedrijven hun nieuwe gezamenlijke strategie uit de doeken deden. Uit de presentatie bleek dat er tot 1 januari 2007 nog niet veel zal veranderen. “Tot die tijd blijft de sturing gelijk, vanuit Achmea of vanuit Interpolis”, aldus Roemeling.

Als het nieuwe netwerk staat, komt de sturing vanuit één `competence center`. Wat de nieuwe invulling wordt van de netwerken – zo werkt Achmea voor de autoschadeherstellers momenteel met een verdeling in eredivisie en eerste divisie bedrijven – is nog niet bekend. Ook de onderdeleninkoop via Achmea`s Partsplan is nog onderwerp van discussie.
“De bedrijven worden voor de indeling in het nieuwe netwerk beoordeeld op omzet, bereikbaarheid en naambekendheid en klanttevredenheid”, vertelde Roemeling. Zo blijkt uit onderzoek dat een klant niet meer dan vijftien kilometer wil rijden met zijn schadevoertuig.

Momenteel werkt Achmea samen met 360 autoschadebedrijven, Interpolis met 226. Door overlap – sommige herstellers hebben een contract met beide – komt het nieuwe netwerk in elk geval uit op 437 autoschadeherstelbedrijven.
Gezamenlijk hebben de schadeverzekeraars twee miljoen verzekerden en zijn ze goed voor een schade-omzet van ruim 200 miljoen euro, waarvan 163 miljoen in autoschade. Het gezamenlijke marktaandeel is 29%.