Vandaag: Raymond Vael, directeur van onderdelendistributeur Havam Automotive en Eric Rommerts, secretaris RAI Vereniging afdeling Autovak.

Raymond Vael:
Het was een bijzonder drukke en vruchtbare dag. Ik blijf me verbazen over de omvang, de aantrekkingskracht en het succes van deze beurs. Alle merken staan er, dus heb ik met veel van onze leveranciers gesprekken kunnen voeren. Behalve het belang van die persoonlijke contacten krijg je op zo’n beurs een goede indruk van de belangrijkste ontwikkelingen in het vakgebied.
 
Als ik dé trend moet aanwijzen is het de explosieve toename van de complexiteit van de auto-onderdelen. Steeds vaker worden verschillende componenten in elkaar gebouwd, waarbij alles elektronisch wordt aangestuurd. Nu al bijvoorbeeld hebben wij een leverancier die versnellingsbakken maakt, met een rotor die de dynamo vervangt en bovendien als startmotor dient. Ook die gaan op den duur kapot. Maar als een klant tegen die tijd bij je komt met de klacht dat zijn accu niet meer oplaadt, wordt het echt een heel ander verhaal dan even een dynamo vervangen. Die ontwikkeling zal alleen maar verder doorzetten.
 
Onderdelen staan niet meer op zichzelf, maar zijn allemaal met elkaar verbonden, en hetzelfde geldt dus voor de reparatie en vervanging. Vrijwel niets is straks nog te doen zonder diagnoseapparaat. De vervanging van een onderdeel vergt dat ook andere onderdelen, zoals sensoren, vervangen moeten worden en dat aan het einde het gehele systeem gereset dient te worden. Dat betekent dat er niet alleen steeds meer gevraagd zal worden van de monteur, maar ook van de distributeur: het leveren van het product is niet meer voldoende, de garagist heeft ook meer informatie en technische ondersteuning nodig. Dat is een taak voor de grossier, die daarmee veel waarde kan toevoegen, maar ook zal moeten investeren in opleiding en trainingen.

Ook voor onszelf heeft het gevolgen. Ik voorzie dat behalve de complexiteit ook de diversiteit en dus het aantal productnummers alleen maar verder zal toenemen. Doordat het risico dat je een `verkeerd` onderdeel gebruikt toeneemt, wordt technische informatie uit eerste hand van de producenten steeds belangrijker. Wij hebben de contacten met de officiële OE-leveranciers en kunnen de grossiers daardoor faciliteren en voortdurend informeren.
 

Eric Rommerts:
Ik heb mijn dag aan twee dingen besteed: het spreken van zoveel mogelijk leden, zowel de exposanten als bezoekers die je overal tegenkomt in de wandelgangen. En het bezoeken van het Right to Repair-congres, georganiseerd door de Europese koepelorganisaties EGEA (Equipment) en Figieva (onderdelenimporteurs en grossiers).

Het congres kende drie thema’s, met paneldiscussies, waarbij de top van stakeholders in de Europese aftermarket vertegenwoordigd was. Ook aanwezig was Paolo Cesarini, hoofd van de Automotive sector binnen de Europese Commissie en een van de belangrijkste vormgevers van de nieuwe BER, of beter gezegd, het einde ervan.

Ter sprake kwamen de open einden die er nog bestaan ten aanzien van de werking van de nieuwe regelgeving. Bijvoorbeeld de beschikbaarstelling van Voertuig Indentificatienummers (VIN-code) door autofabrikanten, die nog maar moeizaam op gang komt. En het format waarin en de kosten waartegen technische informatie toegankelijk wordt gemaakt. Het is goed om dat nog eens over de bühne te brengen en bevestigd te krijgen dat de Europese Commissie zal toezien op de naleving van de verordening en het onafhankelijk kanaal zal ondersteunen waar nodig. Verder kwamen onder meer de typegoedkeuring voor equipment en de betekenis van de opkomst van elektrische voertuigen voor het aftermarketkanaal aan bod. Al met al was het interessant en nuttig.

Echt tijd om op mijn gemak over de beursvloer te wandelen en noviteiten te bekijken heb ik niet gehad. Wel heb ik veel mensen gesproken en de algemene sfeer van de beurs opgesnoven. En die was prima. Exposanten en bezoekers die ik sprak waren zeer tevreden. Misschien zijn er dit jaar niet zoveel echte innovaties, maar er zijn wel veel exposanten, en dat geeft aan dat de markt niet slecht is. Dat is een opsteker, want over een paar maanden zijn we in Nederland met de Autovak zelf weer aan de beurt.

Het nieuws van Eric Rommerts: dat Leon Andriessen onlangs tot voorzitter is benoemd van EGEA, de European Garage Equipment Association. Het laat zien dat we als land en als markt misschien niet groot zijn, maar wel een plek innemen waar richting wordt gegeven aan het beleid. EGEA organiseert in oktober ook een Europese workshop over de mogelijkheden die de nieuwe Europese regels bieden aan de equipmentsector. Want waar de onderdelentak het aardig oppakt, blijven daar nog veel kansen liggen.

Vandaag: Raymond Vael, directeur van onderdelendistributeur Havam Automotive en Eric Rommerts, secretaris RAI Vereniging afdeling Autovak.

Raymond Vael:
Het was een bijzonder drukke en vruchtbare dag. Ik blijf me verbazen over de omvang, de aantrekkingskracht en het succes van deze beurs. Alle merken staan er, dus heb ik met veel van onze leveranciers gesprekken kunnen voeren. Behalve het belang van die persoonlijke contacten krijg je op zo’n beurs een goede indruk van de belangrijkste ontwikkelingen in het vakgebied.
 
Als ik dé trend moet aanwijzen is het de explosieve toename van de complexiteit van de auto-onderdelen. Steeds vaker worden verschillende componenten in elkaar gebouwd, waarbij alles elektronisch wordt aangestuurd. Nu al bijvoorbeeld hebben wij een leverancier die versnellingsbakken maakt, met een rotor die de dynamo vervangt en bovendien als startmotor dient. Ook die gaan op den duur kapot. Maar als een klant tegen die tijd bij je komt met de klacht dat zijn accu niet meer oplaadt, wordt het echt een heel ander verhaal dan even een dynamo vervangen. Die ontwikkeling zal alleen maar verder doorzetten.
 
Onderdelen staan niet meer op zichzelf, maar zijn allemaal met elkaar verbonden, en hetzelfde geldt dus voor de reparatie en vervanging. Vrijwel niets is straks nog te doen zonder diagnoseapparaat. De vervanging van een onderdeel vergt dat ook andere onderdelen, zoals sensoren, vervangen moeten worden en dat aan het einde het gehele systeem gereset dient te worden. Dat betekent dat er niet alleen steeds meer gevraagd zal worden van de monteur, maar ook van de distributeur: het leveren van het product is niet meer voldoende, de garagist heeft ook meer informatie en technische ondersteuning nodig. Dat is een taak voor de grossier, die daarmee veel waarde kan toevoegen, maar ook zal moeten investeren in opleiding en trainingen.

Ook voor onszelf heeft het gevolgen. Ik voorzie dat behalve de complexiteit ook de diversiteit en dus het aantal productnummers alleen maar verder zal toenemen. Doordat het risico dat je een `verkeerd` onderdeel gebruikt toeneemt, wordt technische informatie uit eerste hand van de producenten steeds belangrijker. Wij hebben de contacten met de officiële OE-leveranciers en kunnen de grossiers daardoor faciliteren en voortdurend informeren.
 

Eric Rommerts:
Ik heb mijn dag aan twee dingen besteed: het spreken van zoveel mogelijk leden, zowel de exposanten als bezoekers die je overal tegenkomt in de wandelgangen. En het bezoeken van het Right to Repair-congres, georganiseerd door de Europese koepelorganisaties EGEA (Equipment) en Figieva (onderdelenimporteurs en grossiers).

Het congres kende drie thema’s, met paneldiscussies, waarbij de top van stakeholders in de Europese aftermarket vertegenwoordigd was. Ook aanwezig was Paolo Cesarini, hoofd van de Automotive sector binnen de Europese Commissie en een van de belangrijkste vormgevers van de nieuwe BER, of beter gezegd, het einde ervan.

Ter sprake kwamen de open einden die er nog bestaan ten aanzien van de werking van de nieuwe regelgeving. Bijvoorbeeld de beschikbaarstelling van Voertuig Indentificatienummers (VIN-code) door autofabrikanten, die nog maar moeizaam op gang komt. En het format waarin en de kosten waartegen technische informatie toegankelijk wordt gemaakt. Het is goed om dat nog eens over de bühne te brengen en bevestigd te krijgen dat de Europese Commissie zal toezien op de naleving van de verordening en het onafhankelijk kanaal zal ondersteunen waar nodig. Verder kwamen onder meer de typegoedkeuring voor equipment en de betekenis van de opkomst van elektrische voertuigen voor het aftermarketkanaal aan bod. Al met al was het interessant en nuttig.

Echt tijd om op mijn gemak over de beursvloer te wandelen en noviteiten te bekijken heb ik niet gehad. Wel heb ik veel mensen gesproken en de algemene sfeer van de beurs opgesnoven. En die was prima. Exposanten en bezoekers die ik sprak waren zeer tevreden. Misschien zijn er dit jaar niet zoveel echte innovaties, maar er zijn wel veel exposanten, en dat geeft aan dat de markt niet slecht is. Dat is een opsteker, want over een paar maanden zijn we in Nederland met de Autovak zelf weer aan de beurt.

Het nieuws van Eric Rommerts: dat Leon Andriessen onlangs tot voorzitter is benoemd van EGEA, de European Garage Equipment Association. Het laat zien dat we als land en als markt misschien niet groot zijn, maar wel een plek innemen waar richting wordt gegeven aan het beleid. EGEA organiseert in oktober ook een Europese workshop over de mogelijkheden die de nieuwe Europese regels bieden aan de equipmentsector. Want waar de onderdelentak het aardig oppakt, blijven daar nog veel kansen liggen.