Goed samenwerken zorgt voor mooie toekomst voor de schadebranche

Hubregtse (ASN): Merkerkenning is niet heilig

Ivonne Vermeulen Ivonne Vermeulen
• Laatste update:
Foto: ASN Groep

“Mede door de opkomst van merkerkend schadeherstel wordt in discussies nu steeds vaker het kwaliteitsniveau van schadeherstel in twijfel getrokken”, zo signaleert Hubregtse. “Alsof we niet meer kunnen repareren zonder merkerkenning. Nu wordt soms de indruk gewekt alsof alleen merkerkenning borg staat voor een hoge kwaliteit, terwijl we in ons land branchebreed hoge merkonafhankelijke normen hanteren.”Steeds meer schadeherstellers kiezen voor merkerkenningen.

Volgens Hubregtse volstaan de huidige kwaliteitsnormen, zowel van Focwa als van Bovag, dan ook prima. “Veel marktpartijen weten niet dat deze standaarden zijn gebaseerd op de normen van fabrikanten en onderzoeksbureau Thatcham en dat er degelijke opleidingseisen aan ten grondslag liggen.” Wat betreft merkerkenningen vindt hij dat het bij importeurs schort aan transparantie in hun beleid ten aanzien van erkend schadeherstel. “Het ontbreekt nu nogal eens aan duidelijkheid. Autofabrikanten zeggen met merkerkenning de kwaliteit en aansprakelijkheid te willen borgen, maar er is natuurlijk ook een commercieel doel mee gemoeid. De concurrentiepositie van het universele bedrijf en de hoeveelheid onderdelen die binnen de landsgrenzen of bij individuele dealers worden besteld, spelen een rol bij de toewijzing van merkerkenning. Dit werkt kostprijsverhogend en zorgt voor een verlenging van de doorlooptijd van reparaties. Als fabrikanten de veiligheid van berijders werkelijk zo belangrijk vinden, begrijp ik niet helemaal waarom commerciële belangen worden meegenomen en autofabrikanten het aan de lokale dealer overlaten welk schadebedrijf de erkenning krijg. Ook als deze lokale ondernemer geen affiniteit heeft met schadeherstel.”

Als fabrikanten de veiligheid van berijders zo belangrijk vinden, begrijp ik niet waarom ze het aan de lokale dealer overlaten wie de erkenning krijgt.

“Wij kunnen met ons netwerk meer dan 99 procent van het werkaanbod zonder probleem herstellen en beschikken over de juiste opleidingen en meer dan voldoende technische informatie uit diverse online bronnen, brancheorganisaties of externe partners.”

Complex door elektronica

Gebrek aan duidelijkheid is er volgens Hubregtse ook in de discussie rondom complexe en cosmetische schade. “Er zijn geen eensluidende definities waardoor verwarring ontstaat. Voorlopig is de overgrote meerderheid van het werk nog regulier herstelwerk waarbij veelal kostenbesparende reparatiemethoden worden toegepast. Daarbij is zeker niet altijd meteen goed in te schatten of het om complexe of cosmetische schade gaat. Een schijnbaar simpele bumperschade kan complex worden door elektronica.”

Duidelijk is volgens hem in ieder geval dat je al die verschillende schadesoorten niet meer per se in één werkplaats moet willen repareren. “Door in de werkstroom een onderscheid te maken in verschillende schadetypen is er veel aan efficiency te winnen. De kracht van een keten is juist ook om de gezamenlijke capaciteit van het netwerk beter in te zetten en het werkproces slimmer te organiseren. Het onderling uitwisselen van werk hoort daar ook bij, al loopt dat in de praktijk niet altijd even makkelijk. Maar zodra ondernemers merken dat ze er ook goede klussen voor terugkrijgen en er beter van worden, komt dat proces wel op gang. Wij hebben veel franchisenemers met meerdere vestigingen, daar wordt onderling al volop met werk geschoven.”

Onderling uitwisselen van werk is niet altijd even makkelijk, totdat ondernemers merken dat ze er ook goede klussen voor terugkrijgen.

“Voor de toekomst geloof ik zeker in een structuur met een aantal grotere vestigingen voor de complexere schade en daaromheen meerdere, kleinere locaties voor cosmetisch en regulier werk. Het is momenteel niet rendabel om een landelijk dekkend netwerk uitsluitend voor cosmetische schade in te richten, omdat het werkaanbod te beperkt is.” 

Vrije val

Dat de herstelsector op termijn geen rooskleurige toekomst te wachten zou staan, vindt Hubregtse een te somber toekomstbeeld. “Toen ik vier jaar geleden aantrad als aandeelhouder van ASN International werd ik door menigeen gewaarschuwd voor allerlei doemscenario’s. De sector zou in een vrije val terecht komen en weinig toekomstperspectief meer hebben, zeker als op korte termijn de schaalgrootte per bedrijf niet fors zou toenemen. Voorlopig merk ik daar weinig van: de meeste van onze herstellers doen het goed en het werkaanbod is prima”, zegt Hubregtse, die overtuigd is van ‘sturen op cijfers en resultaten’ en dat zakelijke beleid ook steviger inzette bij de centrale aansturing van het netwerk. “Het is belangrijk om de exacte schadepatronen van klanten, merken en types te kennen, vestigingen te benchmarken en te blijven sturen op kosten, doorlooptijd en klanttevredenheid. Naast kwaliteit, zijn dat de drivers in de leveranciersselectie.”  

Goed rekenen

Hubregtse volgde in 2014 Peter Lammerts op als directeur van ASN International. Twee jaar later nam hij op verzoek van het Nederlandse franchisebestuur ook de rol van algemeen directeur van ASN Groep (Nederland) op zich en combineert het beide functies. “Dit is mogelijk, omdat de teams in andere landen zelfstandiger zijn geworden en Mark Dijkstra vorig jaar toetrad als operationeel directeur. Ik ken Mark al dertig jaar; we hebben vijftien jaar met elkaar gewerkt en zijn goed op elkaar ingespeeld.”

“In technisch opzicht weet ik misschien niet alles van schadeherstel, maar ik kan behoorlijk goed rekenen en heb maar één ding voor ogen: een gezond rendement voor onze franchisenemers. Wij willen op ketenniveau constant goed inzicht hebben hoe we ervoor staan met ons netwerk. Je moet zo nodig kunnen bijsturen en onderlinge verschillen tussen locaties kunnen analyseren. Onderlinge bedrijfsvergelijkingen brengen onze franchisenemers alleen maar verder en zorgen voor meer rendement.”

Franchiseschadeketen ASN telt in totaal 312 vestigingen, waarvan 78 vestigingen in eigen land. Sinds 2011 is de keten ook actief in het buitenland via overnames en samenwerking met lokale partners. Er zijn 60 vestigingen in Polen, 140 in Groot-Brittannië, 20 in Ierland, 8 in België en sinds kort 6 pilotvestigingen in Italië. Volgens Hubregtse wist ASN in eigen land over de afgelopen vier jaar een omzetstijging van 40 procent te halen. In het buitenland groeide de keten met gemiddeld 20 procent per jaar. Over 2017 steeg de omzet van de gezamenlijke jaaromzet tot circa 400 miljoen euro. Het afgelopen jaar had ASN in ons land met een aantal wisselingen te maken en groei met twee vestigingen. Het meest opvallende was het vertrek van Autoschadehuis met zeven vestigingen, die zich in een later stadium bij Schadeherstelmeester aansloten. Ander nieuws was dat ASN zijn lidmaatschap bij Focwa opzegde en zich met ingang van dit jaar bij Bovag aansloot.

Geplaatst in rubriek:
Ivonne Vermeulen
Ivonne Vermeulen

Ivonne Vermeulen is redacteur bij Automotive, waar ze onder andere de portefeuilles Schade en Universele markt beheert.

Hubregtse (ASN): Merkerkenning is niet heilig | Automotive Online
Goed samenwerken zorgt voor mooie toekomst voor de schadebranche

Hubregtse (ASN): Merkerkenning is niet heilig

Ivonne Vermeulen Ivonne Vermeulen
• Laatste update:
Foto: ASN Groep

“Mede door de opkomst van merkerkend schadeherstel wordt in discussies nu steeds vaker het kwaliteitsniveau van schadeherstel in twijfel getrokken”, zo signaleert Hubregtse. “Alsof we niet meer kunnen repareren zonder merkerkenning. Nu wordt soms de indruk gewekt alsof alleen merkerkenning borg staat voor een hoge kwaliteit, terwijl we in ons land branchebreed hoge merkonafhankelijke normen hanteren.”Steeds meer schadeherstellers kiezen voor merkerkenningen.

Volgens Hubregtse volstaan de huidige kwaliteitsnormen, zowel van Focwa als van Bovag, dan ook prima. “Veel marktpartijen weten niet dat deze standaarden zijn gebaseerd op de normen van fabrikanten en onderzoeksbureau Thatcham en dat er degelijke opleidingseisen aan ten grondslag liggen.” Wat betreft merkerkenningen vindt hij dat het bij importeurs schort aan transparantie in hun beleid ten aanzien van erkend schadeherstel. “Het ontbreekt nu nogal eens aan duidelijkheid. Autofabrikanten zeggen met merkerkenning de kwaliteit en aansprakelijkheid te willen borgen, maar er is natuurlijk ook een commercieel doel mee gemoeid. De concurrentiepositie van het universele bedrijf en de hoeveelheid onderdelen die binnen de landsgrenzen of bij individuele dealers worden besteld, spelen een rol bij de toewijzing van merkerkenning. Dit werkt kostprijsverhogend en zorgt voor een verlenging van de doorlooptijd van reparaties. Als fabrikanten de veiligheid van berijders werkelijk zo belangrijk vinden, begrijp ik niet helemaal waarom commerciële belangen worden meegenomen en autofabrikanten het aan de lokale dealer overlaten welk schadebedrijf de erkenning krijg. Ook als deze lokale ondernemer geen affiniteit heeft met schadeherstel.”

Als fabrikanten de veiligheid van berijders zo belangrijk vinden, begrijp ik niet waarom ze het aan de lokale dealer overlaten wie de erkenning krijgt.

“Wij kunnen met ons netwerk meer dan 99 procent van het werkaanbod zonder probleem herstellen en beschikken over de juiste opleidingen en meer dan voldoende technische informatie uit diverse online bronnen, brancheorganisaties of externe partners.”

Complex door elektronica

Gebrek aan duidelijkheid is er volgens Hubregtse ook in de discussie rondom complexe en cosmetische schade. “Er zijn geen eensluidende definities waardoor verwarring ontstaat. Voorlopig is de overgrote meerderheid van het werk nog regulier herstelwerk waarbij veelal kostenbesparende reparatiemethoden worden toegepast. Daarbij is zeker niet altijd meteen goed in te schatten of het om complexe of cosmetische schade gaat. Een schijnbaar simpele bumperschade kan complex worden door elektronica.”

Duidelijk is volgens hem in ieder geval dat je al die verschillende schadesoorten niet meer per se in één werkplaats moet willen repareren. “Door in de werkstroom een onderscheid te maken in verschillende schadetypen is er veel aan efficiency te winnen. De kracht van een keten is juist ook om de gezamenlijke capaciteit van het netwerk beter in te zetten en het werkproces slimmer te organiseren. Het onderling uitwisselen van werk hoort daar ook bij, al loopt dat in de praktijk niet altijd even makkelijk. Maar zodra ondernemers merken dat ze er ook goede klussen voor terugkrijgen en er beter van worden, komt dat proces wel op gang. Wij hebben veel franchisenemers met meerdere vestigingen, daar wordt onderling al volop met werk geschoven.”

Onderling uitwisselen van werk is niet altijd even makkelijk, totdat ondernemers merken dat ze er ook goede klussen voor terugkrijgen.

“Voor de toekomst geloof ik zeker in een structuur met een aantal grotere vestigingen voor de complexere schade en daaromheen meerdere, kleinere locaties voor cosmetisch en regulier werk. Het is momenteel niet rendabel om een landelijk dekkend netwerk uitsluitend voor cosmetische schade in te richten, omdat het werkaanbod te beperkt is.” 

Vrije val

Dat de herstelsector op termijn geen rooskleurige toekomst te wachten zou staan, vindt Hubregtse een te somber toekomstbeeld. “Toen ik vier jaar geleden aantrad als aandeelhouder van ASN International werd ik door menigeen gewaarschuwd voor allerlei doemscenario’s. De sector zou in een vrije val terecht komen en weinig toekomstperspectief meer hebben, zeker als op korte termijn de schaalgrootte per bedrijf niet fors zou toenemen. Voorlopig merk ik daar weinig van: de meeste van onze herstellers doen het goed en het werkaanbod is prima”, zegt Hubregtse, die overtuigd is van ‘sturen op cijfers en resultaten’ en dat zakelijke beleid ook steviger inzette bij de centrale aansturing van het netwerk. “Het is belangrijk om de exacte schadepatronen van klanten, merken en types te kennen, vestigingen te benchmarken en te blijven sturen op kosten, doorlooptijd en klanttevredenheid. Naast kwaliteit, zijn dat de drivers in de leveranciersselectie.”  

Goed rekenen

Hubregtse volgde in 2014 Peter Lammerts op als directeur van ASN International. Twee jaar later nam hij op verzoek van het Nederlandse franchisebestuur ook de rol van algemeen directeur van ASN Groep (Nederland) op zich en combineert het beide functies. “Dit is mogelijk, omdat de teams in andere landen zelfstandiger zijn geworden en Mark Dijkstra vorig jaar toetrad als operationeel directeur. Ik ken Mark al dertig jaar; we hebben vijftien jaar met elkaar gewerkt en zijn goed op elkaar ingespeeld.”

“In technisch opzicht weet ik misschien niet alles van schadeherstel, maar ik kan behoorlijk goed rekenen en heb maar één ding voor ogen: een gezond rendement voor onze franchisenemers. Wij willen op ketenniveau constant goed inzicht hebben hoe we ervoor staan met ons netwerk. Je moet zo nodig kunnen bijsturen en onderlinge verschillen tussen locaties kunnen analyseren. Onderlinge bedrijfsvergelijkingen brengen onze franchisenemers alleen maar verder en zorgen voor meer rendement.”

Franchiseschadeketen ASN telt in totaal 312 vestigingen, waarvan 78 vestigingen in eigen land. Sinds 2011 is de keten ook actief in het buitenland via overnames en samenwerking met lokale partners. Er zijn 60 vestigingen in Polen, 140 in Groot-Brittannië, 20 in Ierland, 8 in België en sinds kort 6 pilotvestigingen in Italië. Volgens Hubregtse wist ASN in eigen land over de afgelopen vier jaar een omzetstijging van 40 procent te halen. In het buitenland groeide de keten met gemiddeld 20 procent per jaar. Over 2017 steeg de omzet van de gezamenlijke jaaromzet tot circa 400 miljoen euro. Het afgelopen jaar had ASN in ons land met een aantal wisselingen te maken en groei met twee vestigingen. Het meest opvallende was het vertrek van Autoschadehuis met zeven vestigingen, die zich in een later stadium bij Schadeherstelmeester aansloten. Ander nieuws was dat ASN zijn lidmaatschap bij Focwa opzegde en zich met ingang van dit jaar bij Bovag aansloot.

Geplaatst in rubriek:
Ivonne Vermeulen
Ivonne Vermeulen

Ivonne Vermeulen is redacteur bij Automotive, waar ze onder andere de portefeuilles Schade en Universele markt beheert.