Grijs verleden | Toen het grootste datalek ooit werd gedicht
Tot 2007 konden autobedrijven bij de RDW perfecte datasets kopen van bezitters van een auto, iets dat in deze tijd van extreme bescherming van naw-gegevens haast niet meer voor te stellen is. In 2008 kwam hieraan abrupt een einde: minister van Verkeer en Waterstaat Tineke Netelenbos besloot het ‘grootste datalek ooit’ te dichten en de data niet langer beschikbaar te stellen. Autobedrijven moesten voortaan hun klantdata zelf managen. Volgens Wijnand de Geus, destijds manager van de sectie personenauto’s bij RAI Vereniging, was het besluit van Netelenbos een gevolg van de keiharde strijd die werd gevoerd over de tolpoortjes, waarbij de branche zijn zin kreeg. “Het was volgens ons geen toeval dat zowel de ANWB, als wij te maken kregen met besluiten die ons hard raakten. De RDW draaide de dataset-kraan dicht en de ANWB verloor zijn monopolie op het maken van verkeersborden”, zegt De Geus.
RAI Vereniging en Bovag komen snel met een oplossing om te voorkomen dat retailers zonder bruikbare datasets komen te zitten: Interface NAW-gegevens Dealer Importeur, afgekort tot INDI. Een soort wasmachine van datasets, die gebruik maakt van allerlei andere bronnen om data op te schonen en aan te vullen.
Pon niet
RDC, toen nog een joint venture van Bovag en RAI, werd aangesteld om het systeem te bouwen. INDI werd vervolgens in een vereniging ondergebracht, met daarin vertegenwoordigers van zowel dealers als importeurs. Voorzitter werd Martin Huisman, destijds sectormanager Bovag Autodealers. En dat is hij nog steeds. “Er waren in die tijd al een paar initiatieven geweest en mislukt, dus er zat strategische urgentie op waardoor we binnen de Bovag-geledingen snel groen licht kregen.” De Geus had wat meer moeite om zijn leden, de importeurs, op één lijn te krijgen. “Er waren importeurs (zoals Pon, red) die liever voor een eigen oplossing gingen. Maar vanwege het collectieve belang dat met INDI was gemoeid, zijn we toch ingestapt. Wat daarbij van belang was, is dat INDI betaald wordt door de gebruikers, niet door de verenigingen.”
INDI past in het rijtje ARN, Nationale Autopas en Bovemij
Binnen korte tijd was zo’n zestig procent van de markt (in marktaandeel) aangesloten op het platform, maar de operationele uitrol verliep moeizamer. “Dat kwam door de koppeling met de DMS-leveranciers. Zij bouwden individueel dashboards. Het duurde een paar jaar voordat dat allemaal goed functioneerde”, zegt Huisman. Het maakte hem ook duidelijk dat RDC een belangrijkere rol moest krijgen. Inmiddels is INDI 2.0 uitgerold, waarbij RDC de tooling en dashboards maakt. “We hebben een goed, doorontwikkeld product waarop we ook weer nieuwe partijen aansluiten. Door schaalvergroting worden databases steeds groter en is er steeds meer schoning en structuur nodig.”
Collectieve voorzieningen
Volgens De Geus past INDI in het rijtje van succesvolle samenwerkingen in de branche, waaronder voor hem ook onder andere ARN, Nationale Autopas en Bovemij vallen. “We zijn als branche in staat geweest om deze collectieve voorzieningen op te bouwen en succesvol te beheren. Na een paar eerste strubbelingen is er nooit meer discussie geweest over de positie en rol van INDI.”