Beleggen in automotive vastgoed blijft koffiedik kijken

Alleen de grote jongens zijn de moeite waard

Arjen de Jong Arjen de Jong
• Laatste update:

Vorig jaar schudden Stern en de Amerikaanse vastgoedbelegger WP Carey de automotive vastgoedmarkt op met een omvangrijke deal waarbij Stern tien ‘strategisch belangrijke’ panden verkocht aan de Amerikanen. En WP Carey heeft nog een flinke oorlogskas (lees: fonds) voor automotive vastgoed, waarmee eerder ook al de vastgoedportefeuille van de Britse autogigant Pendragon werd gekocht. Inmiddels lopen er in Nederland alweer gesprekken tussen WP Carey en automotive vastgoedbezitters. Toekomstige aankopen van Nederlandse automotive panden zijn zeker niet uitgesloten. De retailvastgoedmarkt trekt aan. Dat concludeert Sven Bertens, head of research advisory bij de internationale vastgoedadviseur JLL. “De economie trekt aan. Eerst werd die groei gedreven door hogere export, nu in steeds grotere mate door hogere consumentenbestedingen. Dat heeft zijn effect op het ondernemersvertrouwen, ook al waren er eind vorig jaar dipjes na de faillissementen van V&D en Macintosh. Maar de leegstand neemt op de betere locaties af (wat ook geldt voor automotive vastgoed, zie pagina 16, red).” Een andere belangrijke oorzaak voor de toenemende interesse in vastgoed, is de lage rente. Bertens: “Geld is relatief goedkoop en in grote mate voorhanden. Hierdoor wordt beleggen in vastgoed extra aantrekkelijk. Voor institutionele beleggers geldt daarbij ook dat het rendement op staatsobligaties historisch laag is. Het verschil tussen rendement op vastgoed en staatsobligaties is nog nooit zo groot geweest. Vastgoed is daarbij extra aantrekkelijk, omdat huren jaarlijks worden geïndexeerd voor inflatie.” Alexander van Gastel, consultant capital markets bij vastgoedgigant Colliers, dat Stern adviseerde bij de deal met WP Carey, beaamt dit. “Vooral buitenlandse beleggers veroveren in hoog tempo de vastgoedmarkt, ook al wordt het aanvangsrendement steeds lager.” Voor WP Carey geldt dat het aanvangsrendement 8 procent is (tegen 4 tot 5 procent op kantoorvastgoed in bijvoorbeeld Amsterdam). Voor automotive vastgoed is de situatie minder rooskleurig. “We gaan naar minder dealers en naar minder panden. Er is weinig groei in de autobranche. Dat betekent dat alleen de grote, sterke partijen met panden op strategisch interessante locaties goede beleggingsobjecten zijn”, stelt Van Gastel. “Voor deze panden geldt wel dat het vooral kapitaalkrachtige buitenlandse partijen zijn die ze kunnen kopen. Nederlandse beleggers worden uit de markt geduwd.”

Liever appartementen

Niet alleen grote institutionele beleggers kijken naar vastgoed als belegging, ook Nederlandse dealers en autobedrijven wegen hun opties. Voor Dirk Barten, dga van de gelijknamige dealerholding, is de lage rente een goede reden om te kijken of panden niet beter in eigen bezit kunnen komen. De grote leegstand in de afgelopen jaren heeft het speelveld opgeschud. “Net als veel andere auto-bedrijven wilden wij meer flexibiliteit. Veel autobedrijven kozen om die reden voor kortere huurcontracten. Daardoor blijft er druk op de vastgoedmarkt. Maar kopen moet wel financieel interessant zijn. En door de leegstand kon er erg scherp onderhandeld worden over de huur, dus als huurder zaten we goed (Barten huurt vier van de zeven panden, red).” Barten zou overigens nooit al zijn vermogen beleggen in automotive vastgoed. “Ik denk dat er toch nog te veel automotive panden zijn. Als je dan toch investeert in vastgoed, zou ik liever geld investeren in bijvoorbeeld appartementencomplexen.” Volgens Barten is er vooral een overschot aan oude panden. “Als deze panden uit het aanbod verdwijnen, normaliseert de markt.” Herman Driessen, die niet alleen zijn eigen dealerbedrijf Content Autogroep in Eindhoven bestiert, maar ook andere dealerbedrijven adviseert, vindt het lastig om algemene uitspraken te doen over de waarde van automotive vastgoed. Het blijft immers een beetje koffiedik kijken. “Goede panden op goede locaties blijven hun waarde behouden. Maar het is enorm afh ankelijk van waar een pand staat. Bedrijventerreinen in kleine kernen hebben minder aantrekkingskracht dan A-locaties. Het zou in dat opzicht helpen als gemeenten hun bestemmingsplanprocedures eenvoudiger konden maken.” Ook op de vraag of autobedrijven nu, met de lage rente, niet beter gehuurde panden kunnen kopen, is het antwoord niet eenvoudig. “Als je ieder jaar een deel aflost op je pand, dan komt het als het ware naar je toe. Maar soms is de flexibiliteit die huren biedt gunstiger.” Driessen ziet ook voorbeelden van hoe het niet moet. “Onlangs verkocht een bedrijf het bedrijfspand aan de eigenaar. Vervolgens ging dat bedrijf alsnog failliet. Dan blijf je als eigenaar dus met het pand zitten. Schuiven met vastgoed kan, maar alleen als het bedrijf levensvatbaar is.”

Grote vastgoeddeal Stern

Stern Groep verkocht vorig jaar tien ‘strategische panden’ aan WP Carey, een in Amerika gevestigd vastgoedbeleggingsfonds. De dealerholding is een leasebackovereenkomst aangegaan met het bedrijf en huurt daarin de panden voor een periode van zeventien jaar terug. De transactie levert Stern Groep 57,2 miljoen euro en een boekwinst van zo’n 2 miljoen euro op. Na aflossing van 20,9 miljoen aan hypotheken resteert een netto verkoopopbrengst van 36,3 miljoen euro. De huurcontracten die Stern is aangegaan zijn marktconform en het huurniveau is gelijk aan de huren die Stern Groep al rekent aan de werkmaatschappijen, aldus het bedrijf. De transactie betreft panden die Stern als strategisch bestempelt en waar het bedrijf zich voor lange termijn aan wil committeren. Het gaat om grote, moderne dealerpanden die Stern al lang in gebruik heeft: Stern Auto (vier keer Mercedes-Benz), Arend Auto (twee keer Renault), Ardea Auto (eenmaal Ford), Vireo Auto (eenmaal Fiat merken) en Heron Auto (twee keer Volkswagen/Audi). Alexander van Gastel: “Voor WP Carey is het risico gespreid omdat het panden zijn die allemaal op goede locaties staan.” Is er niet een kans dat de huur voor Stern te hoog wordt? “Ook voor Stern zijn de risico’s beperkt. Zo is er bijvoorbeeld een inflatielimiet. Als de inflatie over een paar jaar 6 procent is, dan wordt die niet volledig doorberekend.”

Alleen de grote jongens zijn de moeite waard | Automotive Online
Beleggen in automotive vastgoed blijft koffiedik kijken

Alleen de grote jongens zijn de moeite waard

Arjen de Jong Arjen de Jong
• Laatste update:

Vorig jaar schudden Stern en de Amerikaanse vastgoedbelegger WP Carey de automotive vastgoedmarkt op met een omvangrijke deal waarbij Stern tien ‘strategisch belangrijke’ panden verkocht aan de Amerikanen. En WP Carey heeft nog een flinke oorlogskas (lees: fonds) voor automotive vastgoed, waarmee eerder ook al de vastgoedportefeuille van de Britse autogigant Pendragon werd gekocht. Inmiddels lopen er in Nederland alweer gesprekken tussen WP Carey en automotive vastgoedbezitters. Toekomstige aankopen van Nederlandse automotive panden zijn zeker niet uitgesloten. De retailvastgoedmarkt trekt aan. Dat concludeert Sven Bertens, head of research advisory bij de internationale vastgoedadviseur JLL. “De economie trekt aan. Eerst werd die groei gedreven door hogere export, nu in steeds grotere mate door hogere consumentenbestedingen. Dat heeft zijn effect op het ondernemersvertrouwen, ook al waren er eind vorig jaar dipjes na de faillissementen van V&D en Macintosh. Maar de leegstand neemt op de betere locaties af (wat ook geldt voor automotive vastgoed, zie pagina 16, red).” Een andere belangrijke oorzaak voor de toenemende interesse in vastgoed, is de lage rente. Bertens: “Geld is relatief goedkoop en in grote mate voorhanden. Hierdoor wordt beleggen in vastgoed extra aantrekkelijk. Voor institutionele beleggers geldt daarbij ook dat het rendement op staatsobligaties historisch laag is. Het verschil tussen rendement op vastgoed en staatsobligaties is nog nooit zo groot geweest. Vastgoed is daarbij extra aantrekkelijk, omdat huren jaarlijks worden geïndexeerd voor inflatie.” Alexander van Gastel, consultant capital markets bij vastgoedgigant Colliers, dat Stern adviseerde bij de deal met WP Carey, beaamt dit. “Vooral buitenlandse beleggers veroveren in hoog tempo de vastgoedmarkt, ook al wordt het aanvangsrendement steeds lager.” Voor WP Carey geldt dat het aanvangsrendement 8 procent is (tegen 4 tot 5 procent op kantoorvastgoed in bijvoorbeeld Amsterdam). Voor automotive vastgoed is de situatie minder rooskleurig. “We gaan naar minder dealers en naar minder panden. Er is weinig groei in de autobranche. Dat betekent dat alleen de grote, sterke partijen met panden op strategisch interessante locaties goede beleggingsobjecten zijn”, stelt Van Gastel. “Voor deze panden geldt wel dat het vooral kapitaalkrachtige buitenlandse partijen zijn die ze kunnen kopen. Nederlandse beleggers worden uit de markt geduwd.”

Liever appartementen

Niet alleen grote institutionele beleggers kijken naar vastgoed als belegging, ook Nederlandse dealers en autobedrijven wegen hun opties. Voor Dirk Barten, dga van de gelijknamige dealerholding, is de lage rente een goede reden om te kijken of panden niet beter in eigen bezit kunnen komen. De grote leegstand in de afgelopen jaren heeft het speelveld opgeschud. “Net als veel andere auto-bedrijven wilden wij meer flexibiliteit. Veel autobedrijven kozen om die reden voor kortere huurcontracten. Daardoor blijft er druk op de vastgoedmarkt. Maar kopen moet wel financieel interessant zijn. En door de leegstand kon er erg scherp onderhandeld worden over de huur, dus als huurder zaten we goed (Barten huurt vier van de zeven panden, red).” Barten zou overigens nooit al zijn vermogen beleggen in automotive vastgoed. “Ik denk dat er toch nog te veel automotive panden zijn. Als je dan toch investeert in vastgoed, zou ik liever geld investeren in bijvoorbeeld appartementencomplexen.” Volgens Barten is er vooral een overschot aan oude panden. “Als deze panden uit het aanbod verdwijnen, normaliseert de markt.” Herman Driessen, die niet alleen zijn eigen dealerbedrijf Content Autogroep in Eindhoven bestiert, maar ook andere dealerbedrijven adviseert, vindt het lastig om algemene uitspraken te doen over de waarde van automotive vastgoed. Het blijft immers een beetje koffiedik kijken. “Goede panden op goede locaties blijven hun waarde behouden. Maar het is enorm afh ankelijk van waar een pand staat. Bedrijventerreinen in kleine kernen hebben minder aantrekkingskracht dan A-locaties. Het zou in dat opzicht helpen als gemeenten hun bestemmingsplanprocedures eenvoudiger konden maken.” Ook op de vraag of autobedrijven nu, met de lage rente, niet beter gehuurde panden kunnen kopen, is het antwoord niet eenvoudig. “Als je ieder jaar een deel aflost op je pand, dan komt het als het ware naar je toe. Maar soms is de flexibiliteit die huren biedt gunstiger.” Driessen ziet ook voorbeelden van hoe het niet moet. “Onlangs verkocht een bedrijf het bedrijfspand aan de eigenaar. Vervolgens ging dat bedrijf alsnog failliet. Dan blijf je als eigenaar dus met het pand zitten. Schuiven met vastgoed kan, maar alleen als het bedrijf levensvatbaar is.”

Grote vastgoeddeal Stern

Stern Groep verkocht vorig jaar tien ‘strategische panden’ aan WP Carey, een in Amerika gevestigd vastgoedbeleggingsfonds. De dealerholding is een leasebackovereenkomst aangegaan met het bedrijf en huurt daarin de panden voor een periode van zeventien jaar terug. De transactie levert Stern Groep 57,2 miljoen euro en een boekwinst van zo’n 2 miljoen euro op. Na aflossing van 20,9 miljoen aan hypotheken resteert een netto verkoopopbrengst van 36,3 miljoen euro. De huurcontracten die Stern is aangegaan zijn marktconform en het huurniveau is gelijk aan de huren die Stern Groep al rekent aan de werkmaatschappijen, aldus het bedrijf. De transactie betreft panden die Stern als strategisch bestempelt en waar het bedrijf zich voor lange termijn aan wil committeren. Het gaat om grote, moderne dealerpanden die Stern al lang in gebruik heeft: Stern Auto (vier keer Mercedes-Benz), Arend Auto (twee keer Renault), Ardea Auto (eenmaal Ford), Vireo Auto (eenmaal Fiat merken) en Heron Auto (twee keer Volkswagen/Audi). Alexander van Gastel: “Voor WP Carey is het risico gespreid omdat het panden zijn die allemaal op goede locaties staan.” Is er niet een kans dat de huur voor Stern te hoog wordt? “Ook voor Stern zijn de risico’s beperkt. Zo is er bijvoorbeeld een inflatielimiet. Als de inflatie over een paar jaar 6 procent is, dan wordt die niet volledig doorberekend.”