Consument wil geld zien voor zijn online profiel

Big data moeten buigen voor de kleine man

Floor Vink Floor Vink
• Laatste update:

Gmail leest je mail, banken analyseren je transacties en techbedrijven weten hoe gezond je leeft dankzij apps als Apple Health Kit en Google Fit. Voor deze bedrijven zijn big data de sleutel tot hun succesvolle businessmodel en rinkelende kassa. In de autobranche spelen big data bij grote corporates en fabrikanten ook een belangrijke rol. En kleinere bedrijven hebben nu ook het nieuwe goud ontdekt. Want als een auto straks nog maar 99 euro per maand kost in een privéleaseconstructie, wie verdient er dan nog geld aan de auto zelf? Volgens Carlo van de Weijer van de TU/Eindhoven rinkelt dan alleen nog de kassa bij de bedrijven die kunnen beschikken over de data van de betreffende klant en deze data weten te verhandelen. Big data zijn dus big business en veel bedrijven proberen een graantje van deze handel mee te pikken. “Auto’s produceren 100 terabyte aan data per uur. Dat aantal is gelijk aan de tekst uit 5 miljoen encyclopedieën”, vertelde Van de Weijer tijdens het Deloitte Automotive Industry Event op 20 mei. Geen wonder dat iedereen probeert om de enorme hoeveelheden informatie die op elk vlak van de digitale wereld worden verzameld te gelde te maken. Maar Van de Weijer waarschuwt dat dit ook veel lijkt op dansen op de rand van de vulkaan. “Zoals men vroeger – ondanks het gevaar van een uitbarsting – dichtbij de vulkaan ging wonen omdat de grond daar het meest vruchtbaar is, zo wil iedereen nu aan de slag met big data. Data zijn vruchtbaar materiaal, maar je werkt wel langs de afgrond van de privacywetgeving.”

Slimmer shoppen

Bedrijven die munt willen slaan uit big data kunnen natuurlijk niet ongeremd hun gang gaan. De privacywetgeving steekt bijvoorbeeld een stokje voor ongebreidelde datamining, zegt Joost Gerritsen, data- en privacy-advocaat bij advocatenbureau De Gier Stam & Advocaten. “Juridisch gezien wordt ogenschijnlijk generieke data al snel gezien als persoonlijke informatie, bijvoorbeeld als er patronen te ontdekken zijn of er profielen uit voortvloeien. Dan is de privacywetgeving van kracht. Bedrijven realiseren zich dat soms pas te laat.” Hij stelt dat consumenten zoveel mogelijk controle over hun persoonsgegevens moeten blijven houden. Dat hangt weer samen met de vraag wie nu eigenlijk de eigenaar is van de data. Terwijl daar veel over wordt gediscussieerd in de media en op congressen, zien steeds meer consumenten hun online identiteit niet alleen als hun eigendom, maar ook als bron van inkomsten. Het resultaat: ze worden zorgvuldiger in welke informatie ze op welke manier en met welk doel aan wie prijsgeven. Als voorbeeld daarvan noemt Singewald de beweging Quantified Self, de zelfmetende mens.

“De leden van deze beweging bundelen hun eigen data, vooral voor een betere kwaliteit van leven. Ze meten bijvoorbeeld hun voedings- of bewegingspatroon en gebruiken die informatie om gezonder te kunnen leven. Maar ze kunnen ook shoppen met die verzamelde informatie.” Data wordt dan bijvoorbeeld aangeboden in ruil voor korting. Volgens de Engelse verzekeraar ‘Drive like a girl’ rijden vrouwen tussen de 17 en 25 jaar oud minder schades dan andere automobilisten. Deelnemers krijgen een telematicakastje in de auto waarmee het rijgedrag wordt bijgehouden. Hoe veiliger de rijstijl, hoe lager de premie. “Als consument kun je zelf bepalen of het je de korting waard is om je data uit handen te geven”, zegt privacy-expert Alexander Singewald.

Bewustzijn

De kern is dat de consument steeds vaker zelf wil kunnen bepalen welke informatie hij uit handen geeft; dat bewustzijn is volgens Gerritsen vooral te verklaren uit het feit dat steeds meer mensen zich realiseren welke risico’s ermee gepaard gaan als hun gegevens voor iedereen voor het grijpen liggen. “Men ging er in Nederland tot nu toe vooral vanuit dat het met de privacy wel goed zou zitten. Net zoals je ervan uit gaat dat het water uit de kraan gezuiverd is.” Volgens Martijn de Groot, medeoprichter van het Quantified Self Institute van de Hanzehogeschool Groningen (met 1.400 volgers), zijn er duidelijke verschillen in hoe generaties met het vrijgeven van informatie omgaan. “Jongeren denken anders over dataverspreiding. Dat zal deels naïviteit zijn, maar heeft ook te maken met het feit dat ze zijn opgegroeid in een digitale wereld. Ouderen zijn veel terughoudender in het afstaan van informatie. Hoe ouder ze zijn, des te principiëler verzetten ze zich tegen datahandel.”

Privacyparadox

TNO deed in opdracht van de Rijksoverheid onder ruim duizend respondenten onderzoek naar de privacybeleving van Nederlanders op het internet. Daaruit blijkt dat het overgrote deel (82,5 procent) de bescherming van privacy en persoonsgegevens belangrijk vindt. Volgens TNO kan gesproken worden van de privacyparadox: mensen zeggen privacy belangrijk te vinden, maar handelen er niet naar. Als alleen een commerciële partij er geld mee verdient, is er meer weerstand en worden er, indien mogelijk, geen gegevens gedeeld. Slechts 40 procent van de respondenten weet waar hun persoonsgegevens online voor worden gebruikt. Kijk op Automotive-online.nl voor het complete TNO-onderzoek.

‘De consument wil steeds vaker zelf bepalen welke informatie hij uit handen geeft.’

‘De consument wil steeds vaker zelf bepalen welke informatie hij uit handen geeft.’

Duurzame datahandel

Volgens Gerritsen vereist het groeiende consumentenbewustzijn een privacyvriendelijke businesscase. “Door je bedrijf op die manier te profileren kun je de kritische consument naar je toe trekken.” Dat is hoe de start-up Data is me (Dime) zich profileert. Het bedrijf noemt zich een duurzame datahandelaar; het geeft consumenten inzicht in welke data van ze op social media staan – en hoe ze die kunnen aanpassen. Klanten van Dime staan hun data af aan Dime en kunnen daarbij aangeven welke informatie wel en niet door het bedrijf mag worden gebruikt. Dime verkoopt die ‘gefilterde’ data vervolgens aan derden, naar eigen zeggen op een eerlijke manier. “We willen consumenten een alternatief geven”, zegt Mariska van Bohemen, één van de drie grondleggers van Dime. “We zien een trend dat bedrijven steeds zorgvuldiger met data omgaan. Het is een nieuwe manier van klanten binden. We maken inzichtelijk welke data we hebben. De consument kan aangeven welke data we mogen verhandelen. Hoe meer data er is, des te completer een profiel en des te waardevoller de informatie is. Elke keer dat een particulier profiel wordt verkocht aan een bedrijf, gaat een percentage van de opbrengst naar de consument.” Hoe hoog dat percentage is moet nog bepaald worden, maar zal volgens Van Bohemen tussen de 25 en 35 procent liggen. Afgelopen november haalde Dime 35 duizend euro op via crowdfunding, genoeg om een bètaversie mee te bouwen. Ook de start-up Soverin is een goed voorbeeld van bewust datagebruik. Soverin is een e-mailservice die, in tegenstelling tot de gratis e-mail services Gmail of Outlook, de informatie uit inboxen niet doorverkoopt aan derden voor advertentiedoeleinden. De slogan van dit bedrijf is dan ook: ‘For years we’ve trusted the postman to deliver our mail without reading it. Why should this be different for email?’. Voor een paar tientjes per jaar blijft de inhoud van je mail in je mailbox. Over twee à drie jaar wordt de Nederlandse privacywetgeving vervangen door een Europese verordening, die naar verwachting meer aansluit op de digitale samenleving. Zoals het er nu naar uitziet is het uitgangspunt volgens Gerritsen dat de consument de baas blijft over zijn data. “En dat er meer toezicht gehouden wordt op de naleving van de privacywetgeving.”

Big data moeten buigen voor de kleine man | Automotive Online
Consument wil geld zien voor zijn online profiel

Big data moeten buigen voor de kleine man

Floor Vink Floor Vink
• Laatste update:

Gmail leest je mail, banken analyseren je transacties en techbedrijven weten hoe gezond je leeft dankzij apps als Apple Health Kit en Google Fit. Voor deze bedrijven zijn big data de sleutel tot hun succesvolle businessmodel en rinkelende kassa. In de autobranche spelen big data bij grote corporates en fabrikanten ook een belangrijke rol. En kleinere bedrijven hebben nu ook het nieuwe goud ontdekt. Want als een auto straks nog maar 99 euro per maand kost in een privéleaseconstructie, wie verdient er dan nog geld aan de auto zelf? Volgens Carlo van de Weijer van de TU/Eindhoven rinkelt dan alleen nog de kassa bij de bedrijven die kunnen beschikken over de data van de betreffende klant en deze data weten te verhandelen. Big data zijn dus big business en veel bedrijven proberen een graantje van deze handel mee te pikken. “Auto’s produceren 100 terabyte aan data per uur. Dat aantal is gelijk aan de tekst uit 5 miljoen encyclopedieën”, vertelde Van de Weijer tijdens het Deloitte Automotive Industry Event op 20 mei. Geen wonder dat iedereen probeert om de enorme hoeveelheden informatie die op elk vlak van de digitale wereld worden verzameld te gelde te maken. Maar Van de Weijer waarschuwt dat dit ook veel lijkt op dansen op de rand van de vulkaan. “Zoals men vroeger – ondanks het gevaar van een uitbarsting – dichtbij de vulkaan ging wonen omdat de grond daar het meest vruchtbaar is, zo wil iedereen nu aan de slag met big data. Data zijn vruchtbaar materiaal, maar je werkt wel langs de afgrond van de privacywetgeving.”

Slimmer shoppen

Bedrijven die munt willen slaan uit big data kunnen natuurlijk niet ongeremd hun gang gaan. De privacywetgeving steekt bijvoorbeeld een stokje voor ongebreidelde datamining, zegt Joost Gerritsen, data- en privacy-advocaat bij advocatenbureau De Gier Stam & Advocaten. “Juridisch gezien wordt ogenschijnlijk generieke data al snel gezien als persoonlijke informatie, bijvoorbeeld als er patronen te ontdekken zijn of er profielen uit voortvloeien. Dan is de privacywetgeving van kracht. Bedrijven realiseren zich dat soms pas te laat.” Hij stelt dat consumenten zoveel mogelijk controle over hun persoonsgegevens moeten blijven houden. Dat hangt weer samen met de vraag wie nu eigenlijk de eigenaar is van de data. Terwijl daar veel over wordt gediscussieerd in de media en op congressen, zien steeds meer consumenten hun online identiteit niet alleen als hun eigendom, maar ook als bron van inkomsten. Het resultaat: ze worden zorgvuldiger in welke informatie ze op welke manier en met welk doel aan wie prijsgeven. Als voorbeeld daarvan noemt Singewald de beweging Quantified Self, de zelfmetende mens.

“De leden van deze beweging bundelen hun eigen data, vooral voor een betere kwaliteit van leven. Ze meten bijvoorbeeld hun voedings- of bewegingspatroon en gebruiken die informatie om gezonder te kunnen leven. Maar ze kunnen ook shoppen met die verzamelde informatie.” Data wordt dan bijvoorbeeld aangeboden in ruil voor korting. Volgens de Engelse verzekeraar ‘Drive like a girl’ rijden vrouwen tussen de 17 en 25 jaar oud minder schades dan andere automobilisten. Deelnemers krijgen een telematicakastje in de auto waarmee het rijgedrag wordt bijgehouden. Hoe veiliger de rijstijl, hoe lager de premie. “Als consument kun je zelf bepalen of het je de korting waard is om je data uit handen te geven”, zegt privacy-expert Alexander Singewald.

Bewustzijn

De kern is dat de consument steeds vaker zelf wil kunnen bepalen welke informatie hij uit handen geeft; dat bewustzijn is volgens Gerritsen vooral te verklaren uit het feit dat steeds meer mensen zich realiseren welke risico’s ermee gepaard gaan als hun gegevens voor iedereen voor het grijpen liggen. “Men ging er in Nederland tot nu toe vooral vanuit dat het met de privacy wel goed zou zitten. Net zoals je ervan uit gaat dat het water uit de kraan gezuiverd is.” Volgens Martijn de Groot, medeoprichter van het Quantified Self Institute van de Hanzehogeschool Groningen (met 1.400 volgers), zijn er duidelijke verschillen in hoe generaties met het vrijgeven van informatie omgaan. “Jongeren denken anders over dataverspreiding. Dat zal deels naïviteit zijn, maar heeft ook te maken met het feit dat ze zijn opgegroeid in een digitale wereld. Ouderen zijn veel terughoudender in het afstaan van informatie. Hoe ouder ze zijn, des te principiëler verzetten ze zich tegen datahandel.”

Privacyparadox

TNO deed in opdracht van de Rijksoverheid onder ruim duizend respondenten onderzoek naar de privacybeleving van Nederlanders op het internet. Daaruit blijkt dat het overgrote deel (82,5 procent) de bescherming van privacy en persoonsgegevens belangrijk vindt. Volgens TNO kan gesproken worden van de privacyparadox: mensen zeggen privacy belangrijk te vinden, maar handelen er niet naar. Als alleen een commerciële partij er geld mee verdient, is er meer weerstand en worden er, indien mogelijk, geen gegevens gedeeld. Slechts 40 procent van de respondenten weet waar hun persoonsgegevens online voor worden gebruikt. Kijk op Automotive-online.nl voor het complete TNO-onderzoek.

‘De consument wil steeds vaker zelf bepalen welke informatie hij uit handen geeft.’

‘De consument wil steeds vaker zelf bepalen welke informatie hij uit handen geeft.’

Duurzame datahandel

Volgens Gerritsen vereist het groeiende consumentenbewustzijn een privacyvriendelijke businesscase. “Door je bedrijf op die manier te profileren kun je de kritische consument naar je toe trekken.” Dat is hoe de start-up Data is me (Dime) zich profileert. Het bedrijf noemt zich een duurzame datahandelaar; het geeft consumenten inzicht in welke data van ze op social media staan – en hoe ze die kunnen aanpassen. Klanten van Dime staan hun data af aan Dime en kunnen daarbij aangeven welke informatie wel en niet door het bedrijf mag worden gebruikt. Dime verkoopt die ‘gefilterde’ data vervolgens aan derden, naar eigen zeggen op een eerlijke manier. “We willen consumenten een alternatief geven”, zegt Mariska van Bohemen, één van de drie grondleggers van Dime. “We zien een trend dat bedrijven steeds zorgvuldiger met data omgaan. Het is een nieuwe manier van klanten binden. We maken inzichtelijk welke data we hebben. De consument kan aangeven welke data we mogen verhandelen. Hoe meer data er is, des te completer een profiel en des te waardevoller de informatie is. Elke keer dat een particulier profiel wordt verkocht aan een bedrijf, gaat een percentage van de opbrengst naar de consument.” Hoe hoog dat percentage is moet nog bepaald worden, maar zal volgens Van Bohemen tussen de 25 en 35 procent liggen. Afgelopen november haalde Dime 35 duizend euro op via crowdfunding, genoeg om een bètaversie mee te bouwen. Ook de start-up Soverin is een goed voorbeeld van bewust datagebruik. Soverin is een e-mailservice die, in tegenstelling tot de gratis e-mail services Gmail of Outlook, de informatie uit inboxen niet doorverkoopt aan derden voor advertentiedoeleinden. De slogan van dit bedrijf is dan ook: ‘For years we’ve trusted the postman to deliver our mail without reading it. Why should this be different for email?’. Voor een paar tientjes per jaar blijft de inhoud van je mail in je mailbox. Over twee à drie jaar wordt de Nederlandse privacywetgeving vervangen door een Europese verordening, die naar verwachting meer aansluit op de digitale samenleving. Zoals het er nu naar uitziet is het uitgangspunt volgens Gerritsen dat de consument de baas blijft over zijn data. “En dat er meer toezicht gehouden wordt op de naleving van de privacywetgeving.”