Fiscus scherpt bpm-aangifte bij import aan (Update)

Redactie Redactie
• Laatste update:

Bij bpm-aangiften bij import worden taxatierapporten nu in principe door de fiscus aanvaard, mits ze zijn opgesteld door een erkend taxateur. Als de taxatiewaarde sterk afwijkt van de prijs die voor de auto is betaald, roept zo’n taxatierapport volgens de Fiscus echter vragen op. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de auto is getaxeerd op €30 duizend, terwijl er €40 duizend voor betaald is. Ook bij schadeauto’s staan taxatierapporten ter discussie. Er zijn gevallen bekend dat het schadebedrag zo hoog was, dat de waarde van de auto een negatief saldo had. Niettemin was er voor de auto in het buitenland een aanzienlijk bedrag betaald. In dergelijke gevallen wordt overigens wel aan de bpm-aangever gevraagd te verklaren wat het verschil is tussen de inkoopprijs in het buitenland en de inkoopwaarde van dezelfde auto in Nederland, aldus AMD.

Aanscherpen
Om de regelgeving aan te scherpen zal de Uitvoeringsregeling bpm binnenkort de verplichting bevatten, dat degene die de aangifte heeft gebaseerd op een taxatierapport, een kopie van de factuur en het betalingsbewijs zal moeten overleggen. Volgens staatssecretaris Weekers kan de aankoopprijs een aardige indicatie geven van wat de werkelijke inkoopwaarde is. Verder zal de taxateur in het rapport een verklaring moeten afgeven, waarin staat dat de opgegeven waarde juist is en dat hij de auto heeft aanschouwd bij de taxatie. Een virtuele taxatie, bijvoorbeeld aan de hand van het kenteken, aangevuld met schriftelijke of telefonische gegevens over de staat waarin het voertuig verkeert, volstaat niet. Weekers verwacht dat door het introduceren van deze verplichtingen het aantal bpm-aangiften op basis van een te lage taxatiewaarde zal afnemen.

Geen nieuw licht
Volgens Frank Bolsenbroek, beëdigd autotaxateur en directeur van Bolsenbroek Van de Boogaard & Partners, werpt de verklaring van de staatssecretaris geen nieuw licht op de zaak. Bolsenbroek heeft over deze materie naar eigen zeggen een gesprek gehad met de VVD-kamerleden Mulder en Ziengs, die de portefeuille overdroegen aan Helma Neppérus, die de kamervragen namens haar partij aan staatssecretaris Weekers stelde. “Het enige nieuwe in deze kwestie is, dat de bewindsman opnieuw naar de kwestie heeft gekeken na de bewuste kamervragen van Neppérus”, zegt Bolsenbroek. “De fiscus vraagt al om een aankoopfactuur sinds 2008, als preventief middel om btw-fraude te voorkomen. In augustus van dit jaar is daar het betaalbewijs aan toegevoegd, naar zeggen van de fiscus om de aangifte te versnellen. Maar daarmee wordt een fraaier beeld geschetst van wat er werkelijk aan de hand is. De echte reden is dat de fiscus een lage bpm-afdracht vreest, als de inkoopwaarde is gebaseerd op een objectief samengesteld taxatierapport.”

Contrataxaties
Er worden volgens Bolsenbroek in opdracht van de belastingdienst geen contrataxaties meer verricht, om verklaarbare redenen. “Ten eerste was de kwaliteit daarvan zo slecht, dat dergelijke taxaties geen stand hielden als een betrokkene in bezwaar of beroep ging tegen de bpm-aanslag”, aldus de taxateur. “Voor het bepalen van de taxatiewaarde gelden objectieve maatstaven: de laagste koerslijst van Autotelex, Eurotax of Xray, eventueel minus het bedrag van een objectieve schadecalculatie door middel van Audatex of Eurotax. In dergelijke gevallen kan de taxatie laag uitvallen met een naar verhouding gering bpm-bedrag. Maar het is volgens jurisprudentie de enige manier om tot een bpm-berekening op basis van de werkelijke waarde te komen. Het factuurbedrag mag daar beslist niet voor worden gebruikt. Ook hierover bestaat jurisprudentie. De Belastingdienst negeert dit gegeven en handelt hierdoor samen met de staatssecretaris tegen beter weten in. Dit kan ze duur komen te staan. Een tip voor een ieder die bpm-aangifte doet: liever een bpm-naheffing waartegen je met succes in bezwaar en/of beroep kunt, dan een aangifte die wel aan de richtlijnen van de belastingdienst voldoet, maar leidt tot een te hoge bpm-afdracht.”

Fiscus scherpt bpm-aangifte bij import aan (Update) | Automotive Online

Fiscus scherpt bpm-aangifte bij import aan (Update)

Redactie Redactie
• Laatste update:

Bij bpm-aangiften bij import worden taxatierapporten nu in principe door de fiscus aanvaard, mits ze zijn opgesteld door een erkend taxateur. Als de taxatiewaarde sterk afwijkt van de prijs die voor de auto is betaald, roept zo’n taxatierapport volgens de Fiscus echter vragen op. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat de auto is getaxeerd op €30 duizend, terwijl er €40 duizend voor betaald is. Ook bij schadeauto’s staan taxatierapporten ter discussie. Er zijn gevallen bekend dat het schadebedrag zo hoog was, dat de waarde van de auto een negatief saldo had. Niettemin was er voor de auto in het buitenland een aanzienlijk bedrag betaald. In dergelijke gevallen wordt overigens wel aan de bpm-aangever gevraagd te verklaren wat het verschil is tussen de inkoopprijs in het buitenland en de inkoopwaarde van dezelfde auto in Nederland, aldus AMD.

Aanscherpen
Om de regelgeving aan te scherpen zal de Uitvoeringsregeling bpm binnenkort de verplichting bevatten, dat degene die de aangifte heeft gebaseerd op een taxatierapport, een kopie van de factuur en het betalingsbewijs zal moeten overleggen. Volgens staatssecretaris Weekers kan de aankoopprijs een aardige indicatie geven van wat de werkelijke inkoopwaarde is. Verder zal de taxateur in het rapport een verklaring moeten afgeven, waarin staat dat de opgegeven waarde juist is en dat hij de auto heeft aanschouwd bij de taxatie. Een virtuele taxatie, bijvoorbeeld aan de hand van het kenteken, aangevuld met schriftelijke of telefonische gegevens over de staat waarin het voertuig verkeert, volstaat niet. Weekers verwacht dat door het introduceren van deze verplichtingen het aantal bpm-aangiften op basis van een te lage taxatiewaarde zal afnemen.

Geen nieuw licht
Volgens Frank Bolsenbroek, beëdigd autotaxateur en directeur van Bolsenbroek Van de Boogaard & Partners, werpt de verklaring van de staatssecretaris geen nieuw licht op de zaak. Bolsenbroek heeft over deze materie naar eigen zeggen een gesprek gehad met de VVD-kamerleden Mulder en Ziengs, die de portefeuille overdroegen aan Helma Neppérus, die de kamervragen namens haar partij aan staatssecretaris Weekers stelde. “Het enige nieuwe in deze kwestie is, dat de bewindsman opnieuw naar de kwestie heeft gekeken na de bewuste kamervragen van Neppérus”, zegt Bolsenbroek. “De fiscus vraagt al om een aankoopfactuur sinds 2008, als preventief middel om btw-fraude te voorkomen. In augustus van dit jaar is daar het betaalbewijs aan toegevoegd, naar zeggen van de fiscus om de aangifte te versnellen. Maar daarmee wordt een fraaier beeld geschetst van wat er werkelijk aan de hand is. De echte reden is dat de fiscus een lage bpm-afdracht vreest, als de inkoopwaarde is gebaseerd op een objectief samengesteld taxatierapport.”

Contrataxaties
Er worden volgens Bolsenbroek in opdracht van de belastingdienst geen contrataxaties meer verricht, om verklaarbare redenen. “Ten eerste was de kwaliteit daarvan zo slecht, dat dergelijke taxaties geen stand hielden als een betrokkene in bezwaar of beroep ging tegen de bpm-aanslag”, aldus de taxateur. “Voor het bepalen van de taxatiewaarde gelden objectieve maatstaven: de laagste koerslijst van Autotelex, Eurotax of Xray, eventueel minus het bedrag van een objectieve schadecalculatie door middel van Audatex of Eurotax. In dergelijke gevallen kan de taxatie laag uitvallen met een naar verhouding gering bpm-bedrag. Maar het is volgens jurisprudentie de enige manier om tot een bpm-berekening op basis van de werkelijke waarde te komen. Het factuurbedrag mag daar beslist niet voor worden gebruikt. Ook hierover bestaat jurisprudentie. De Belastingdienst negeert dit gegeven en handelt hierdoor samen met de staatssecretaris tegen beter weten in. Dit kan ze duur komen te staan. Een tip voor een ieder die bpm-aangifte doet: liever een bpm-naheffing waartegen je met succes in bezwaar en/of beroep kunt, dan een aangifte die wel aan de richtlijnen van de belastingdienst voldoet, maar leidt tot een te hoge bpm-afdracht.”