Volkswagen-dochter Seat realiseerde voor het tweede achtereenvolgende jaar een verkoopstijging. In 2014 werden wereldwijd 390 duizend Seats verkocht, een plus van 20% ten opzichte van begin 2013. Dat klinkt goed, maar de positie van Seat binnen moederconcern VW is niet onomstreden. Weliswaar groeit de afzet van Seat, het merk ligt nog ver achter bij de resultaten van Skoda. Dat zustermerk zag de verkoop in de afgelopen tien jaar verdubbelen, tot ruim een miljoen exemplaren. Seat verkocht vorig jaar juist iets minder dan het deed in 2004. Dus rijst de vraag: is Seat nog steeds het zorgenkind van de VW-groep? Tijdens de afgelopen Autosalon van Brussel was het enthousiasme van Seat-baas Jurgen Stackmann aanstekelijk. Tijdens een open en hartverwarmend gesprek maakte hij een overtuigende indruk. Seat is vooral blij met de Leon – naast het kernmodel Ibiza – eindelijk een duidelijk gepositioneerde nieuwe modellijn te kunnen presenteren. Over winstgevendheid of getalsmatige verkoopdoelstellingen liet Stackmann zich niet uit. Wel had hij een plausibele verklaring voor de lagere afzet dan Skoda, waar hij vroeger de scepter zwaaide. Op de Spaanse thuismarkt was het de laatste jaren natuurlijk sowieso al zwaar tobben, met tientallen procenten lagere totale autoverkoop als gevolg van de langdurige lokale economische malaise. Bovendien is Seat niet actief in China, het Tsjechische zustermerk wel. De Seat-baas ziet zijn groeimissie breder dan alleen op maximalisering van aantallen. Zelfs het herwinnen van de nummer één positie op de Spaanse thuismarkt heeft voor hem geen prioriteit, wel een versteviging van Seats plaats in de belangrijkste marktsegmenten.

Zwalken

De terughoudendheid van Stackmann is goed te begrijpen. Seat zwalkt al te lang in de markt, met vooral nooit ingeloste beloften over merkwaarden, modelstrategieën en verkoopstijgingen. Eerst zagen we de combinatie met Audi en Lamborghini, als de ‘emotionele’ zuidelijke divisie van de groep. Seat trok naar de racecircuits om er alles te winnen, maar wist zich desondanks niet als het Alfa Romeo binnen de VW-familie te positioneren. De Seat Exeo, in 2009 gelanceerd als D -segment model op basis van de voorgaande generatie Audi A4, was slechts een kort leven beschoren. Eind 2013 verdween de Exeo alweer uit het programma. En waar Seat als merk voor stond werd steeds vager. Precies een herdefiniëring van dat laatste is nu de missie van Stackmann die in zijn merk een combinatie ziet van rationele Volkswagen-kwaliteitswaarden met een emotioneel Zuid-Europees voorkomen. Plus de ontwikkeling van een voor Seat representatief modelaanbod.

Over doelstellingen en winstgevendheid laat Stackmann zich niet uit.

Opening naar fleetsales

Ibiza is sinds de overname van Seat door VW 25 jaar geleden vaandeldrager. “De Ibiza is qua verkoopvolume ons oermodel, daar is nu de Leon in al zijn varianten bijgekomen. Daarmee hebben we niet alleen een steviger plaats in het C-segment verworven, het gaf ons ook een opening naar de fleetsalesmarkt”, stelt Stackmann. Volgend jaar komt er nog een suv crossover bij als derde modellijn en aan de onderkant is er de als Seat Mii gelabelde VW Lupo. Maar ja, wat te doen met de ervaringen die Seat in het D-segment opdeed met de, zeg maar gerust geflopte, Exeo? Stackmann zegt zich niet op een opvolger van dat model te willen vastleggen, evenmin als dat hij voor Seat met premiumwaarden wil schermen. “De groei van Seat moet duurzaam zijn, gebruikmakend van de synergie van het VW-concern,” is zijn statement. Dat klinkt geloofwaardig en realistisch. De Europese automarkt groeit in wezen niet meer, dus moet je overmoedige groeiambities vermijden. Of blijvende groei voldoende is om de positie binnen het concern veilig te stellen, dat is de vraag. Vooralsnog lijkt Stackmann de tijd te krijgen.

Volkswagen-dochter Seat realiseerde voor het tweede achtereenvolgende jaar een verkoopstijging. In 2014 werden wereldwijd 390 duizend Seats verkocht, een plus van 20% ten opzichte van begin 2013. Dat klinkt goed, maar de positie van Seat binnen moederconcern VW is niet onomstreden. Weliswaar groeit de afzet van Seat, het merk ligt nog ver achter bij de resultaten van Skoda. Dat zustermerk zag de verkoop in de afgelopen tien jaar verdubbelen, tot ruim een miljoen exemplaren. Seat verkocht vorig jaar juist iets minder dan het deed in 2004. Dus rijst de vraag: is Seat nog steeds het zorgenkind van de VW-groep? Tijdens de afgelopen Autosalon van Brussel was het enthousiasme van Seat-baas Jurgen Stackmann aanstekelijk. Tijdens een open en hartverwarmend gesprek maakte hij een overtuigende indruk. Seat is vooral blij met de Leon – naast het kernmodel Ibiza – eindelijk een duidelijk gepositioneerde nieuwe modellijn te kunnen presenteren. Over winstgevendheid of getalsmatige verkoopdoelstellingen liet Stackmann zich niet uit. Wel had hij een plausibele verklaring voor de lagere afzet dan Skoda, waar hij vroeger de scepter zwaaide. Op de Spaanse thuismarkt was het de laatste jaren natuurlijk sowieso al zwaar tobben, met tientallen procenten lagere totale autoverkoop als gevolg van de langdurige lokale economische malaise. Bovendien is Seat niet actief in China, het Tsjechische zustermerk wel. De Seat-baas ziet zijn groeimissie breder dan alleen op maximalisering van aantallen. Zelfs het herwinnen van de nummer één positie op de Spaanse thuismarkt heeft voor hem geen prioriteit, wel een versteviging van Seats plaats in de belangrijkste marktsegmenten.

Zwalken

De terughoudendheid van Stackmann is goed te begrijpen. Seat zwalkt al te lang in de markt, met vooral nooit ingeloste beloften over merkwaarden, modelstrategieën en verkoopstijgingen. Eerst zagen we de combinatie met Audi en Lamborghini, als de ‘emotionele’ zuidelijke divisie van de groep. Seat trok naar de racecircuits om er alles te winnen, maar wist zich desondanks niet als het Alfa Romeo binnen de VW-familie te positioneren. De Seat Exeo, in 2009 gelanceerd als D -segment model op basis van de voorgaande generatie Audi A4, was slechts een kort leven beschoren. Eind 2013 verdween de Exeo alweer uit het programma. En waar Seat als merk voor stond werd steeds vager. Precies een herdefiniëring van dat laatste is nu de missie van Stackmann die in zijn merk een combinatie ziet van rationele Volkswagen-kwaliteitswaarden met een emotioneel Zuid-Europees voorkomen. Plus de ontwikkeling van een voor Seat representatief modelaanbod.

Over doelstellingen en winstgevendheid laat Stackmann zich niet uit.

Opening naar fleetsales

Ibiza is sinds de overname van Seat door VW 25 jaar geleden vaandeldrager. “De Ibiza is qua verkoopvolume ons oermodel, daar is nu de Leon in al zijn varianten bijgekomen. Daarmee hebben we niet alleen een steviger plaats in het C-segment verworven, het gaf ons ook een opening naar de fleetsalesmarkt”, stelt Stackmann. Volgend jaar komt er nog een suv crossover bij als derde modellijn en aan de onderkant is er de als Seat Mii gelabelde VW Lupo. Maar ja, wat te doen met de ervaringen die Seat in het D-segment opdeed met de, zeg maar gerust geflopte, Exeo? Stackmann zegt zich niet op een opvolger van dat model te willen vastleggen, evenmin als dat hij voor Seat met premiumwaarden wil schermen. “De groei van Seat moet duurzaam zijn, gebruikmakend van de synergie van het VW-concern,” is zijn statement. Dat klinkt geloofwaardig en realistisch. De Europese automarkt groeit in wezen niet meer, dus moet je overmoedige groeiambities vermijden. Of blijvende groei voldoende is om de positie binnen het concern veilig te stellen, dat is de vraag. Vooralsnog lijkt Stackmann de tijd te krijgen.