Voordat de Chrysler bij ons werd aangeboden, hadden verschillende bedrijven zich al gebogen over de storing. Daarbij werden het brandstoffilter, de gloeibougies, de injectoren, de retourslangen van de injectoren en het dieselfilterhuis vervangen. Omdat de Chrysler op een gegeven moment helemaal niet meer wilde aanslaan, werd er nog een externe opvoerpomp aangebracht. Dat hielp gedeeltelijk: de Chrysler sloeg aan, maar nog altijd zeer moeizaam. Tot slot werd de startmotor vervangen, omdat deze als gevolg van het veelvuldig starten de geest had gegeven. 

Onze eerste actie is het uitlezen van de motorregeleenheid (Bosch EDC 15C5). Daarin staan de volgende meldingen:

• P0514 Accutemperatuur-sensor signaal te groot;
• P0380 Gloeirelais (gloeikring) onderbreking;
• P1685 Anti-Diefstal-Systeem foutief.

Allereerst maken we de auto weer origineel door de externe opvoerpomp te verwijderen. Daarna komt meteen de oscilloscoop in actie, omdat een eerste beeld via meetgegevens van de motorregeleenheid door een te lage samplesnelheid een onduidelijk beeld gaf.

In afbeelding 1 wordt de meting met de oscilloscoop weergegeven. Als we de auto starten, zichtbaar als spanningsdip in de rode lijn, loopt de raildruk (de gele lijn) op. Als de raildruk boven de 1 volt komt, zien we dat de motorregeleenheid begint met het aansturen van de injectoren (groene pieken). De motor lijkt dan aan te willen slaan. Hierna blijft de aansturing van de injectoren uit en slaat de motor niet aan. In het scoopbeeld zien we dat de raildruk (gele lijn) tijdens het starten weer wegzakt, waarbij de motorregeleenheid bij circa 0,8 volt stopt met het aansturen van de injectoren. 

De oorzaak voor het niet aanslaan is de druk in het dieselsysteem. Daarop controleren we de mechanische overdrukklep op de rail. Deze lekt niet. Omdat de injectoren zijn vervangen en de motor bij volledige belasting prima presteert, sluiten we de hogedrukpomp in eerste instantie uit als mogelijke oorzaak. Op de hogedrukpomp zit echter nog een brandstofhoeveelheidsregelklep. Als we deze demonteren en onderwerpen aan een lektest, blijkt hij lekkage te vertonen. Nadat we de klep hebben vervangen door een nieuwe zijn de startproblemen als sneeuw voor de zon verdwenen en gaat de Chrysler terug naar een eigenaar, die blij is dat zijn auto eindelijk naar behoren functioneert.

Voordat de Chrysler bij ons werd aangeboden, hadden verschillende bedrijven zich al gebogen over de storing. Daarbij werden het brandstoffilter, de gloeibougies, de injectoren, de retourslangen van de injectoren en het dieselfilterhuis vervangen. Omdat de Chrysler op een gegeven moment helemaal niet meer wilde aanslaan, werd er nog een externe opvoerpomp aangebracht. Dat hielp gedeeltelijk: de Chrysler sloeg aan, maar nog altijd zeer moeizaam. Tot slot werd de startmotor vervangen, omdat deze als gevolg van het veelvuldig starten de geest had gegeven. 

Onze eerste actie is het uitlezen van de motorregeleenheid (Bosch EDC 15C5). Daarin staan de volgende meldingen:

• P0514 Accutemperatuur-sensor signaal te groot;
• P0380 Gloeirelais (gloeikring) onderbreking;
• P1685 Anti-Diefstal-Systeem foutief.

Allereerst maken we de auto weer origineel door de externe opvoerpomp te verwijderen. Daarna komt meteen de oscilloscoop in actie, omdat een eerste beeld via meetgegevens van de motorregeleenheid door een te lage samplesnelheid een onduidelijk beeld gaf.

In afbeelding 1 wordt de meting met de oscilloscoop weergegeven. Als we de auto starten, zichtbaar als spanningsdip in de rode lijn, loopt de raildruk (de gele lijn) op. Als de raildruk boven de 1 volt komt, zien we dat de motorregeleenheid begint met het aansturen van de injectoren (groene pieken). De motor lijkt dan aan te willen slaan. Hierna blijft de aansturing van de injectoren uit en slaat de motor niet aan. In het scoopbeeld zien we dat de raildruk (gele lijn) tijdens het starten weer wegzakt, waarbij de motorregeleenheid bij circa 0,8 volt stopt met het aansturen van de injectoren. 

De oorzaak voor het niet aanslaan is de druk in het dieselsysteem. Daarop controleren we de mechanische overdrukklep op de rail. Deze lekt niet. Omdat de injectoren zijn vervangen en de motor bij volledige belasting prima presteert, sluiten we de hogedrukpomp in eerste instantie uit als mogelijke oorzaak. Op de hogedrukpomp zit echter nog een brandstofhoeveelheidsregelklep. Als we deze demonteren en onderwerpen aan een lektest, blijkt hij lekkage te vertonen. Nadat we de klep hebben vervangen door een nieuwe zijn de startproblemen als sneeuw voor de zon verdwenen en gaat de Chrysler terug naar een eigenaar, die blij is dat zijn auto eindelijk naar behoren functioneert.