Nederland te klein voor leasebranche

Strijd om de ROB-koppeling barst los

Floor Vink Floor Vink
• Laatste update:
Foto: Shutterstock

Bijna twintig jaar lang had ROB-Net weinig concurrentie als facturatie- en communicatiesysteem tussen autobedrijven en de leasebranche in Nederland. Zestig leasemaatschappijen hebben in de afgelopen jaren vele tonnen euro’s geïnvesteerd om hun bedrijven te laten communiceren met alle ROB (reparatie, onderhoud en banden)-toeleveranciers in Nederland. En dat zijn er volgens ROB-net-voorzitter, en operationeel directeur van Alphabet, Luuk van Halder, zo’n vijfduizend, waar ook leveranciers van vervangend vervoer bij horen. Jaarlijks vinden er 2,8 miljoen transacties via het systeem plaats. Door de digitalisering en globalisering neemt onder de leasemaatschappijen echter de behoefte aan internationale processen en systemen toe; bijvoorbeeld omdat het inkopen van onderdelen op Europees niveau vaak goedkoper kan. ROB-Net schiet hierbij, als nationaal product van de Vereniging ROB, te kort. Mede daarom dienen nu de eerste concurrenten zich aan, zoals GT Motive.

Systemen koppelen is niet het probleem, dat is om ze met elkaar te laten praten.

Raymond Grether, directeur ROB-Net

Dit Europese validatie- en calculatie­systeem voor leasemaatschappijen heeft vestigingen in 22 ­landen, waarvan twintig in Europa, één in Mexico en één in Zuid-Afrika. GT Motive richtte zich tot nu toe vooral op landen in Zuid- en Oost-Europa, maar wil nu Nederland en het Verenigd Koninkrijk toevoegen. Gaston de Reus leidt de Nederlandse ex­peditie, als senior salesconsultant. Hij richt zich op de ‘big five’ leasemaatschappijen; op Europees niveau werken grote leasemaatschappijen als Leaseplan, Athlon, ALD Automotive en Arval al met GT Motive. “De top vijf beheert in Nederland tachtig ­procent van de totale leasevloot”, zegt De Reus. “Deze bedrijven willen globaliseren: internationale ­benchmarks kunnen doen, internationaal ­tenderen en scherp inkopen. De leasebranche gaat in de nabije toekomst de hele keten sturen met behulp van data. Naast re­paratie- en onderhoudsdata communiceren wij ook schade-informatie. In Nederland heb je daarvoor een aparte ­koppeling met bijvoorbeeld marktleider Audatex nodig, wij bieden alles in één”, aldus De Reus.

Klappers

Volgens de agent is het dus niet onlogisch dat leasemaatschappijen ook op de Nederlandse markt met het systeem aan de gang zullen gaan. Er is al een begin gemaakt met de facturatie van ruitreparaties. “Leasemaatschappijen investeren veel in de ontwikkeling van internationale bestelplatforms. Met Leaseplan werken we bijvoorbeeld in elf landen samen”, zegt De Reus. “Internationale maatschappijen willen een return of investment zien, in de vorm van de besparing op onderhoudskosten. Omdat de ­vloten in Nederland en het VK groot zijn, kunnen daar financiële klappers worden gemaakt.”

Een internationale directeur van een leasemaatschappij heeft soms een andere agenda dan een Nederlands directielid.

Raymond Grether, directeur ROB-Net

Ook Athlon werkt al met GT Motive, in Portugal en Spanje, zegt De Reus, maar een global ­contract is er nog niet. “Pas als de overname van Athlon door Daimler is goedgekeurd, zal duidelijk worden wat de leasemaatschappij internationaal gaat doen. Ik kan me bijna niet voorstellen dat het bedrijf in ieder land met een andere ­partner willen werken.”

Partnerships

ROB-Net is nu nog een nationale speler en kan in deze vorm geen invulling geven aan de internationale ambities van sommige leasemaatschappijen. Toch heeft ROB-Net belangrijke troeven in handen. Zo is het eigendom van zestig leasemaatschappijen, waaronder de genoemde big five. En die hebben in de afgelopen twee decennia zwaar in het systeem geïnvesteerd. ROB-Net-voorzitter Van Halder onderkent de behoefte aan internationalisering, maar stelt dat er tot op heden geen vergelijkbaar en passend Europees alter­natief bestaat voor het Nederlandse systeem. “Er is geen enkele leverancier die een totaaloplossing biedt zoals wij dat in Nederland doen. Dat is op internationaal niveau ook bijna onhaalbaar. Het lijkt mij voor veel landen een enorme uitdaging om alle leveranciers van onderhoud en reparatie, alsmede vervangend vervoerbedrijven, aan te sluiten zoals we dat in Nederland hebben gedaan. Bovendien zijn wij een vereniging; we hoeven geen geld te verdienen. Er is wel eens gedacht om op internationaal niveau partnerships aan te gaan, maar zolang wij geen commercieel bedrijf zijn met een dito doelstelling, is dat geen optie”, aldus Van Halder.
Toch ziet De Reus van GT Motive een mogelijkheid om op de Nederlandse markt toe te treden, ook als de leasemaat­schappijen geen afstand willen doen van ROB-Net. “Bijvoorbeeld door ons systeem als een plug-in aan te sluiten op ROB-Net; dan kunnen klanten zelf kiezen waar ze gebruik van willen maken.”

Plug-in

Validatiesysteem Mivar draait inmiddels een pilot met zo’n plug-in-oplossing bij ROB-Net. Mivar is de ­Nederlandse ­licentiehouder van de Europese universele dataleverancier TEC-RMI. Deze plug-in koppeling tussen Mivar en ROB-Net, om ook universele autobedrijven aan te kunnen sluiten op het automatische facturatiesysteem, bevindt zich volgens Raymond Grether, directeur van ROB-Net, in een zeer prille pilotfase. “Het loopt eerlijk gezegd wat stroef. We kunnen de systemen koppelen, maar om ze met elkaar te laten praten is nog heel wat werk nodig.”

Er is geen enkele leverancier die een oplossing biedt zoals de onze.

Luuk van Halder, voorzitter ROB-Net

Op de vraag of ROB-Net ook een soortgelijke koppeling met GT Motive overweegt, antwoordt hij: “Daar is nog nooit over gesproken of over nagedacht. Koppelingen met derden zijn altijd mogelijk. Het is de kunst om de systemen met elkaar te laten communiceren op de manier die beide partijen wensen. Overigens is de koppeling met Mivar niet voortgekomen uit een behoefte om op Europees niveau actief te zijn, maar om een specifieke groep bedrijven aan te sluiten. Dat is een ander uitgangspunt dan bij een eventuele koppeling met GT Motive.” ROB-Net is gemaakt voor en door leasemaatschappijen. “Dit poldermodel zorgt ervoor dat wij een goed systeem voor een zeer redelijke prijs kunnen bieden. ROB-Net maakt het mogelijk om in Nederland met weinig mensen veel auto’s te kunnen beheren. Aan de andere kant kunnen we slechts meebewegen met wat de leden willen. En een internationale directeur van een leasemaatschappij kan wel eens een andere agenda hebben dan een Nederlands directielid”, aldus Grether. 

Upgrade

“Er heeft tot nu toe nog geen enkele leasemaatschappij zijn participatie in de ROB Vereniging stopgezet”, aldus Grether. “Er komen juist leden bij.” Van Halder voegt toe dat er juist weer is geïnvesteerd in een forse upgrade van het systeem om het toekomstproof te maken.
“Die upgrade wordt nu stap voor stap uitgerold. De eerstvolgende stap is dat we alle dms-systemen, de back­office-systemen van de dealers en van alle automerken rechtstreeks laten communiceren met ROB-Net en zodoende direct koppelen aan de leasemaatschappijen. Aan die koppeling wordt nu hard gebouwd.”

Strijd om de ROB-koppeling barst los | Automotive Online
Nederland te klein voor leasebranche

Strijd om de ROB-koppeling barst los

Floor Vink Floor Vink
• Laatste update:
Foto: Shutterstock

Bijna twintig jaar lang had ROB-Net weinig concurrentie als facturatie- en communicatiesysteem tussen autobedrijven en de leasebranche in Nederland. Zestig leasemaatschappijen hebben in de afgelopen jaren vele tonnen euro’s geïnvesteerd om hun bedrijven te laten communiceren met alle ROB (reparatie, onderhoud en banden)-toeleveranciers in Nederland. En dat zijn er volgens ROB-net-voorzitter, en operationeel directeur van Alphabet, Luuk van Halder, zo’n vijfduizend, waar ook leveranciers van vervangend vervoer bij horen. Jaarlijks vinden er 2,8 miljoen transacties via het systeem plaats. Door de digitalisering en globalisering neemt onder de leasemaatschappijen echter de behoefte aan internationale processen en systemen toe; bijvoorbeeld omdat het inkopen van onderdelen op Europees niveau vaak goedkoper kan. ROB-Net schiet hierbij, als nationaal product van de Vereniging ROB, te kort. Mede daarom dienen nu de eerste concurrenten zich aan, zoals GT Motive.

Systemen koppelen is niet het probleem, dat is om ze met elkaar te laten praten.

Raymond Grether, directeur ROB-Net

Dit Europese validatie- en calculatie­systeem voor leasemaatschappijen heeft vestigingen in 22 ­landen, waarvan twintig in Europa, één in Mexico en één in Zuid-Afrika. GT Motive richtte zich tot nu toe vooral op landen in Zuid- en Oost-Europa, maar wil nu Nederland en het Verenigd Koninkrijk toevoegen. Gaston de Reus leidt de Nederlandse ex­peditie, als senior salesconsultant. Hij richt zich op de ‘big five’ leasemaatschappijen; op Europees niveau werken grote leasemaatschappijen als Leaseplan, Athlon, ALD Automotive en Arval al met GT Motive. “De top vijf beheert in Nederland tachtig ­procent van de totale leasevloot”, zegt De Reus. “Deze bedrijven willen globaliseren: internationale ­benchmarks kunnen doen, internationaal ­tenderen en scherp inkopen. De leasebranche gaat in de nabije toekomst de hele keten sturen met behulp van data. Naast re­paratie- en onderhoudsdata communiceren wij ook schade-informatie. In Nederland heb je daarvoor een aparte ­koppeling met bijvoorbeeld marktleider Audatex nodig, wij bieden alles in één”, aldus De Reus.

Klappers

Volgens de agent is het dus niet onlogisch dat leasemaatschappijen ook op de Nederlandse markt met het systeem aan de gang zullen gaan. Er is al een begin gemaakt met de facturatie van ruitreparaties. “Leasemaatschappijen investeren veel in de ontwikkeling van internationale bestelplatforms. Met Leaseplan werken we bijvoorbeeld in elf landen samen”, zegt De Reus. “Internationale maatschappijen willen een return of investment zien, in de vorm van de besparing op onderhoudskosten. Omdat de ­vloten in Nederland en het VK groot zijn, kunnen daar financiële klappers worden gemaakt.”

Een internationale directeur van een leasemaatschappij heeft soms een andere agenda dan een Nederlands directielid.

Raymond Grether, directeur ROB-Net

Ook Athlon werkt al met GT Motive, in Portugal en Spanje, zegt De Reus, maar een global ­contract is er nog niet. “Pas als de overname van Athlon door Daimler is goedgekeurd, zal duidelijk worden wat de leasemaatschappij internationaal gaat doen. Ik kan me bijna niet voorstellen dat het bedrijf in ieder land met een andere ­partner willen werken.”

Partnerships

ROB-Net is nu nog een nationale speler en kan in deze vorm geen invulling geven aan de internationale ambities van sommige leasemaatschappijen. Toch heeft ROB-Net belangrijke troeven in handen. Zo is het eigendom van zestig leasemaatschappijen, waaronder de genoemde big five. En die hebben in de afgelopen twee decennia zwaar in het systeem geïnvesteerd. ROB-Net-voorzitter Van Halder onderkent de behoefte aan internationalisering, maar stelt dat er tot op heden geen vergelijkbaar en passend Europees alter­natief bestaat voor het Nederlandse systeem. “Er is geen enkele leverancier die een totaaloplossing biedt zoals wij dat in Nederland doen. Dat is op internationaal niveau ook bijna onhaalbaar. Het lijkt mij voor veel landen een enorme uitdaging om alle leveranciers van onderhoud en reparatie, alsmede vervangend vervoerbedrijven, aan te sluiten zoals we dat in Nederland hebben gedaan. Bovendien zijn wij een vereniging; we hoeven geen geld te verdienen. Er is wel eens gedacht om op internationaal niveau partnerships aan te gaan, maar zolang wij geen commercieel bedrijf zijn met een dito doelstelling, is dat geen optie”, aldus Van Halder.
Toch ziet De Reus van GT Motive een mogelijkheid om op de Nederlandse markt toe te treden, ook als de leasemaat­schappijen geen afstand willen doen van ROB-Net. “Bijvoorbeeld door ons systeem als een plug-in aan te sluiten op ROB-Net; dan kunnen klanten zelf kiezen waar ze gebruik van willen maken.”

Plug-in

Validatiesysteem Mivar draait inmiddels een pilot met zo’n plug-in-oplossing bij ROB-Net. Mivar is de ­Nederlandse ­licentiehouder van de Europese universele dataleverancier TEC-RMI. Deze plug-in koppeling tussen Mivar en ROB-Net, om ook universele autobedrijven aan te kunnen sluiten op het automatische facturatiesysteem, bevindt zich volgens Raymond Grether, directeur van ROB-Net, in een zeer prille pilotfase. “Het loopt eerlijk gezegd wat stroef. We kunnen de systemen koppelen, maar om ze met elkaar te laten praten is nog heel wat werk nodig.”

Er is geen enkele leverancier die een oplossing biedt zoals de onze.

Luuk van Halder, voorzitter ROB-Net

Op de vraag of ROB-Net ook een soortgelijke koppeling met GT Motive overweegt, antwoordt hij: “Daar is nog nooit over gesproken of over nagedacht. Koppelingen met derden zijn altijd mogelijk. Het is de kunst om de systemen met elkaar te laten communiceren op de manier die beide partijen wensen. Overigens is de koppeling met Mivar niet voortgekomen uit een behoefte om op Europees niveau actief te zijn, maar om een specifieke groep bedrijven aan te sluiten. Dat is een ander uitgangspunt dan bij een eventuele koppeling met GT Motive.” ROB-Net is gemaakt voor en door leasemaatschappijen. “Dit poldermodel zorgt ervoor dat wij een goed systeem voor een zeer redelijke prijs kunnen bieden. ROB-Net maakt het mogelijk om in Nederland met weinig mensen veel auto’s te kunnen beheren. Aan de andere kant kunnen we slechts meebewegen met wat de leden willen. En een internationale directeur van een leasemaatschappij kan wel eens een andere agenda hebben dan een Nederlands directielid”, aldus Grether. 

Upgrade

“Er heeft tot nu toe nog geen enkele leasemaatschappij zijn participatie in de ROB Vereniging stopgezet”, aldus Grether. “Er komen juist leden bij.” Van Halder voegt toe dat er juist weer is geïnvesteerd in een forse upgrade van het systeem om het toekomstproof te maken.
“Die upgrade wordt nu stap voor stap uitgerold. De eerstvolgende stap is dat we alle dms-systemen, de back­office-systemen van de dealers en van alle automerken rechtstreeks laten communiceren met ROB-Net en zodoende direct koppelen aan de leasemaatschappijen. Aan die koppeling wordt nu hard gebouwd.”