Zelfrijdende voertuigen zullen naar de overtuiging van de automotive en de telecomsector, en die van de Europese Commissie, een belangrijke pijler onder de ‘renaissance’ van de Europese industrie zijn. Connected voertuigen worden onderdeel van een hecht netwerk waarin supersnelle digitale verbindingen zorgen voor meer veiligheid, meer duurzaamheid en voor entertainment, kennis en communicatie met iedereen, onafhankelijk van tijd en plaats. Deze fundamentele ontwikkeling biedt enorme maatschappelijke en economische kansen. De Boston Consulting Group bijvoorbeeld verwacht dat er in 2030 wereldwijd zo'n 44 miljoen zelfrijdende voertuigen zullen zijn. Dat levert nieuwe banen op door de hele automotive waardeketen, vergroot de verkeersveiligheid, bevordert de doorstroming, verkleint de milieu-impact en biedt meer comfort aan weggebruikers.

Grote ambitie

De auto-industrie (via brancheorganisaties Acea en Clepa) en de telecomsector (de gehele keten is via collega-koepelorganisaties ETNO, GSMA en ECTA vertegenwoordigd) hebben afgesproken in hun ‘EU Industry Dialogue on automated and connected driving’ terreinen voor meer samenwerking te benoemen. Gezamenlijk zullen zij aangeven waar ondersteunend beleid en regulering van overheden nodig is. Voorbeelden zijn het realiseren van een ‘EU Digital Single Market’ en prioriteit voor verdere uitrol van breedband internet. Dat laatste is nog steeds per EU-land sterk verschillend, waarbij Nederland als bekend een van de koplopers is. Nu nog is het passeren van de grens naar een andere lidstaat voor berijders vaak, door hoge roamingkosten, een barrière om gebruik te blijven maken van ‘connected’- mogelijkheden. De EU streeft ernaar om het aandeel van de industriële productie in het EU-BBP te vergroten van nu 16 procent naar 20 procent in 2020. Zij ziet zelfrijdende voertuigen als een zeer belangrijke driver voor Europa's her-industrialisatie.

Zelfrijdende voertuigen zullen naar de overtuiging van de automotive en de telecomsector, en die van de Europese Commissie, een belangrijke pijler onder de ‘renaissance’ van de Europese industrie zijn. Connected voertuigen worden onderdeel van een hecht netwerk waarin supersnelle digitale verbindingen zorgen voor meer veiligheid, meer duurzaamheid en voor entertainment, kennis en communicatie met iedereen, onafhankelijk van tijd en plaats. Deze fundamentele ontwikkeling biedt enorme maatschappelijke en economische kansen. De Boston Consulting Group bijvoorbeeld verwacht dat er in 2030 wereldwijd zo'n 44 miljoen zelfrijdende voertuigen zullen zijn. Dat levert nieuwe banen op door de hele automotive waardeketen, vergroot de verkeersveiligheid, bevordert de doorstroming, verkleint de milieu-impact en biedt meer comfort aan weggebruikers.

Grote ambitie

De auto-industrie (via brancheorganisaties Acea en Clepa) en de telecomsector (de gehele keten is via collega-koepelorganisaties ETNO, GSMA en ECTA vertegenwoordigd) hebben afgesproken in hun ‘EU Industry Dialogue on automated and connected driving’ terreinen voor meer samenwerking te benoemen. Gezamenlijk zullen zij aangeven waar ondersteunend beleid en regulering van overheden nodig is. Voorbeelden zijn het realiseren van een ‘EU Digital Single Market’ en prioriteit voor verdere uitrol van breedband internet. Dat laatste is nog steeds per EU-land sterk verschillend, waarbij Nederland als bekend een van de koplopers is. Nu nog is het passeren van de grens naar een andere lidstaat voor berijders vaak, door hoge roamingkosten, een barrière om gebruik te blijven maken van ‘connected’- mogelijkheden. De EU streeft ernaar om het aandeel van de industriële productie in het EU-BBP te vergroten van nu 16 procent naar 20 procent in 2020. Zij ziet zelfrijdende voertuigen als een zeer belangrijke driver voor Europa's her-industrialisatie.