Privelease als nieuwe cash cow

Automotive vroeg meerdere leasedirecteuren om een begroting te maken van een privélease-actie op basis van de inzet van vijf en op basis van duizend auto's. Conclusie: als de restwaardes niet te veel omlaag gaan, valt er veel geld te verdienen. De truc is simpel: de kostprijs van een nieuwe auto is door de hoge kortingen nauwelijks hoger dan de restwaarde. In het voorbeeld wordt een Volkswagen Up genomen. Leaseplan zette in eerste instantie Fiats 500 in. De algemeen heersende opvatting is dat het gemakkelijker is om enorme kortingen te bedingen bij Fiat dan bij Volkswagen, al zullen die ook bij Volkswagen fors zijn. Een tweede kanttekening is dat de Up momenteel zo populair is in de privélease, dat het maar de vraag is of de auto's een goede restwaarde weten te behouden. Waar ook rekening mee moet worden gehouden, is hoe de leasemaatschappijen om moeten gaan met fiscale wijzigingen zoals de afschaffing van de bpm – die de restwaardes behoorlijk kan gaan drukken. Met fleetowners zijn hierover goede afspraken, maar bij particulieren ligt dat ingewikkelder. Voor een enkele leasedirecteur een reden om zich niet aan privélease te wagen. Toch is de conclusie gerechtvaardigd dat het verdienmodel van privélease solide is. Als je net als Leaseplan in staat bent om enorme partijen auto's in te kopen, dan maakt de korting het verdienmodel zelfs nog veel interessanter. Een conclusie die grote autoverhuurders al vele jaren geleden getrokken hadden.