Stern-topman: de lucht klaart op: turbulente tijd voor marktleider
Als een cfo van een beursgenoteerde onderneming ontslagen wordt, staat iedereen in en rond dat bedrijf direct op scherp. Zo ook nadat Stern vorige maand bekendmaakte cfo Joris ten Brink de laan uit te sturen. Waarom moest Ten Brink vertrekken?
Ten Brink trad in 1999 als controller in dienst bij Stern waar hij doorgroeide tot cfo van de grootste dealerholding van Nederland. Naast grootaandeelhouder Henk van der Kwast was hij de enige bestuurder van het bedrijf. De Raad van Commissarissen, die zijn ontslag wenst, stelt: “De heer Ten Brink heeft zich op financieel gebied bewezen, maar ontbeert de vereiste ervaring en het leiderschap om met Stern Groep de volgende stap te maken in de ontwikkeling van het concern.” Deze verklaring – door velen opgevat als een diskwalificatie – zorgt in de automotive en bij analisten voor opgetrokken wenkbrauwen, want een cfo moet toch vooral voor een sluitende boekhouding zorgen. “Als je op zo'n manier aan de kant wordt gezet dan zal het er achter de schermen ook niet vriendelijk aan toe zijn gegaan”, zegt Edwin de Jong, analist bij SNS Securities, die drie dagen voor de bekendmaking nog een koopadvies gaf met een verhoging van het koersdoel van 14 naar 20 euro voor het aandeel Stern. “Maar van het persbericht rond zijn ontslag word ik niet blij.” Ten Brink zelf wil niet inhoudelijk ingaan op de situatie. “Ik ben nog in gesprek met Stern, ik neem aan dat we tot een minnelijke schikking kunnen komen”, aldus Ten Brink. Volgens Stern-ceo Henk van der Kwast staat het ontslag los van de huidige stand van zaken bij Stern; het betreft een aangelegenheid tussen de RvC en Ten Brink. Maar hij kan de RvC wel volgen in hun redenatie. “Ik ben 61 jaar en wil nog een paar jaar door, maar ze willen een bestuurder die taken van mij kan overnemen, die leiderschap toont en interne processen kan verbeteren. Daar ben ik het mee eens. Joris is een goede controller, maar hij heeft niet de capaciteiten om door te groeien tot een volwaardig cfo. Zo liggen bijvoorbeeld bepaalde cfo-taken nog steeds bij mij.” Ten Brink is een functie aangeboden bij Sternlease, maar daarvoor heeft hij bedankt.
Moeilijke markt
Het vertrek van Ten Brink vindt plaats op een moment waarin het voor veel dealerbedrijven vechten is om te overleven. Mede daarom wordt juist in deze tijd het vertrek met argusogen bekeken. De nieuwverkoop is historisch laag en herstelt dit jaar nauwelijks. Het rendement bij Stern Dealers was vorig jaar dan ook minimaal, de Bovag Branchebarometer noteerde een schamele 0,01 procent marge gemiddeld. Ook Stern moest alle zeilen bijzetten om nog zwarte cijfers te schrijven. Uit het jaarverslag 2014 blijkt dat de operationele resultaten bij dealers een sterk dalende lijn tonen. Dit resultaat daalde van 8,7 miljoen euro in 2013 naar 3,5 miljoen en na aftrek van de fikse reorganisatiekosten blijft er een resultaat circa 2 ton negatief over (zie kader Financiële analyse Stern). Het is de leasetak van Stern die zorgt voor de nodige verlichting. In aantal contracten is de leasetak nog niet heel groot (bijna 7.300 leasecontracten eind 2014) maar Sternlease heeft volgens het jaarverslag 2014 “een fantastisch jaar” beleefd met een positief resultaat dat toenam van 5 miljoen in 2013 naar 8 miljoen in 2014. En Van der Kwast heeft grote plannen met de leasetak. Om die te kunnen realiseren wordt het onderdeel fiscaal verzelfstandigd. In overleg met de Belastingdienst heeft er een interne verkoop à 80 miljoen euro van Sternlease plaatsgevonden – volgens directeuren van andere leasemaatschappijen een ongekend hoog bedrag – waarmee de leaseactiviteiten ‘op afstand’ worden geplaatst. Oftewel, Sternlease, dat nog wel steeds een 100 procent dochtermaatschappij is van Stern Groep, is wat (belasting)administratie betreft losgekoppeld van de overige activiteiten. Bijkomend voordeel: een belastingbate van 3,7 miljoen euro. “We hebben nu ook de weg bereid voor separate financiering van Sternlease, want die tak groeit zo hard dat we in de toekomst alternatieve financiering moeten zoeken. We lenen nu meer voor lease dan voor onze dealerbedrijven en alle cash die we genereren gaat de lease in. Als je aan de grens van je mogelijkheden komt dan moet je meer financieringsmogelijkheden creëren om zo de leaseportefeuille verder uit te kunnen bouwen”, aldus Van der Kwast.
Over de waarde van Stern is veel discussie.
Kritiek op afsplitsing
De verzelfstandiging van de leasetak heeft een gunstig effect op de jaarrekening en op de balans (zie kader Financiële analyse Stern). SNS Securities reageerde verheugd op het nieuws dat winstgenerator Sternlease fiscaal is afgesplitst van de andere Stern-onderdelen. “Bij mij ging de bel rinkelen”, zegt analist De Jong. “Andere bedrijven hebben soortgelijke acties ondernomen zoals Sixt, Mercedes en Leaseplan. Het voordeel? De solvabiliteitseisen zijn lager voor lease dus door het afsplitsen van leaseactiviteiten kunnen ze daar meer schulden in kwijt en kunnen ze verder groeien in lease. Ze worden dan minder geremd door de dealeractiviteiten die banken minder graag willen financieren.” Niet iedereen is enthousiast. Vermogensbeheerder Kempen Capital Management is juist sceptisch. Het bedrijf halveerde half april, drie dagen voor de bekendmaking van het ontslag van Ten Brink, zijn belang van bijna 5 procent naar iets meer dan 2,5 procent. Een transactie met omvang van bijna 2 miljoen euro. De reden voor de exit? “Stern begeeft zich in een markt die het al jaren moeilijk heeft en is niet ‘leading’ in een bepaald merk. De langetermijnvooruitzichten zijn volgens ons niet gunstig”, zegt Frank Verschoor, woordvoerder van Kempen Capital Management, die ook vreest voor de financiering van de overige activiteiten, waaronder het dealerbedrijf dat 86 procent van de groepsomzet genereert. “Het lease-onderdeel is fiscaal apart gezet waardoor er voor de belegger minder duidelijkheid is. Het afsplitsen vormt een groter risico voor de financiering van de overige activiteiten, want het financieren van lease is door banken gewild, maar het dealership niet.” Hoe het consortium van banken (ING, Rabobank, ABN Amro en NIBC) reageert op de afsplitsing van Sternlease moet blijken als de bankconvenanten in 2016 verlengd worden. Van der Kwast maakt zich desgevraagd geen zorgen over de aanstaande herfinanciering. “We zitten al vijftien jaar bij dit bankenconsortium en hebben nog nooit enig probleem bij de herfinanciering gehad. Voor een dealerbedrijf hebben we ook veel eigen vermogen. We hebben de laatste jaren weliswaar geen goed rendement op de dealerbedrijven gemaakt, maar sinds 2008 is het alleen maar crisis geweest in de automobielbranche. De ene na de andere holding is onder de tram gekomen, maar wij zijn de enige grote dealerholding die nog staat”, aldus de Stern-ceo.
Financiële analyse Stern
Stern realiseerde in 2014 een winst na belastingen van 3,6 miljoen euro. Een duik in de jaarcijfers leert dat er bij verschillende posten wel kanttekeningen te plaatsen zijn. Zo is er aan de ene kant een belastingbate (die deels voortkomt uit de verzelfstandiging van de leasetak) van bijna 4 miljoen euro, er is 1,5 miljoen badwill opgenomen en een herwaardering van het Bovemij-belang van 5 procent leverde 1 miljoen euro op. Aan de andere kant deed Stern voorzichtigheidshalve een goodwillafboeking van 1 miljoen euro, werd er 7 ton afgeboekt van de vordering op de boedel van Pouw en waren er 3,2 miljoen euro reorganisatielasten. “Al met al was 2014 operationeel niet zo slecht”, concludeert Van der Kwast.
Uit het jaarverslag 2014 wordt ook duidelijk dat Stern schijnbaar tegen zijn bankconvenanten aanloopt. Zo vereisen de banken een normsolvabiliteit (verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen) van 12,5 procent op lease en 25 procent op dealeractiviteiten. Stern zit daar ultimo 2014 0,1 procent boven. Als Stern daar onder zou komen dan voldoet het niet aan zijn bankconvenanten en krijgt het te maken met een risico-opslag, die kan oplopen tot 150 punten (+1,5%) en dat betekent extra rentelasten. Van der Kwast maakt zich echter geen zorgen. “Er zijn geen convenant-issues. Eind 2014 hadden we een paar weken een te hoge voorraad als gevolg van de voorregistratie van een groot aantal auto's die dit jaar in prijs zouden stijgen als gevolg van fiscale veranderingen. Dat hebben we met de banken besproken, zodat we ze niet stel op sprong hoefden te verkopen en afleveren. Inmiddels zijn deze auto's verkocht en afgeleverd en is de solvabiliteit weer op 27 procent.”
Het eigen vermogen van Stern bedraagt bijna 141 miljoen euro, maar een deel daarvan is niet heel tastbaar. Ondanks dat de dealeractiviteiten nauwelijks renderen, wordt er op de balans nog gerekend met een goodwill van 19 miljoen euro voor Stern Dealers (een IFRS-verplichting, aldus Van der Kwast). De bezittingenkant van Stern Groep bevat naast in totaal 30 miljoen euro aan goodwill ook 29 miljoen euro aan actieve belastinglatenties (toekomstige belastingkortingen waarvan nu door de verkoop van Sternlease 20 miljoen euro gerealiseerd is – een van de redenen waarom Van der Kwast erg trots is op de deal). De vraag is of bij een verlies van twee ton (voor belasting) het restant van deze activering valt te rechtvaardigen. “Onze accountant kijkt heel goed naar deze latentie en de goodwill, die overigens al jaren niet meegerekend wordt voor de solvabiliteit, en heeft hier geen problemen mee.”
Stern voldoet aan het door banken geëiste garantievermogen, maar de interne doelstelling voor de solvabiliteit (het garantievermogen) werd in 2014 niet gehaald. Door dit tekort, dat in het jaarverslag wordt omschreven als een negatieve oversolvabiliteit van 3,9 miljoen euro, kon er geen dividend worden uitgekeerd aan aandeelhouders. “Nogmaals. Dit komt door de tijdelijk extreme voorraadpositie eind 2014. Wij zijn tevreden en 2015 belooft veel beter te worden”, besluit Van der Kwast.
Revival Stern Mobility Services
Voormalig Koops Furness-ceo Aart de Koning heeft bij Stern de taak om van Stern Mobility Services weer een winstgevende divisie te maken. De Koning, die zich inmiddels thuis voelt bij zijn voormalige concurrent, heeft een deel van zijn plannen gepresenteerd en uitgerold. Doel: meer omzet generen bij de Sternpoints en Sternschadevestigingen. “Ook bij de verkoop van onderhoud is het van belang om de customer journey goed in kaart te brengen. Er zijn meerdere kanalen om de consument te bereiken. Zo start ook bij onderhoud de reis vaak online. Daar proberen we de consument te vangen, bijvoorbeeld via adword-campagnes om hen zo bij onze online planning- en offerteplatform te krijgen. Het uiteindelijke doel is om de klant naar onze vestigingen te krijgen. Inmiddels zien we dat deze strategie vruchten begint af te werpen.” Volgens De Koning moet Stern Mobility Services al dit jaar winstgevend kunnen draaien. “We ontwikkelen nieuwe activiteiten en gaan steeds meer kanalen inzetten, zoals Mango Mobility voor alternatieve vervoersmiddelen, om klanten te bereiken. Dat proces is eind 2014 gestart en wordt in de komende periode verder uitgerold.” Stern hoeft het niet per se alleen te doen. Zo voert het ook gesprekken met Sator (waar Stern-commissaris Adriaan Roggeveen nog een belangrijke rol vervult) over mogelijke samenwerking. Volgens De Koning is het nog te vroeg daar iets over te zeggen.
Beursintroductie
Deze week publiceert Stern de eerste kwartaalcijfers. Gezien de reorganisaties en de licht aantrekkende nieuwverkoop en onderhoudsmarkt, lijkt Stern een goed eerste kwartaal te draaien. Een nettowinst van rond de twee miljoen euro ligt in de lijn der verwachting, waarbij zelfs ‘bleeder’ Ardea dankzij een forse reorganisatie een positief rendement zou draaien. Bij de Forddealertak verdwenen tientallen banen en werd een aantal vestigingen gesloten. Van der Kwast houdt zich op de vlakte over het kwartaalresultaat. “Maar door alle genomen maatregelen zijn de resultaten sterk aan het verbeteren. Het eerste kwartaal is conform onze verwachting verlopen.” Ongeacht het kwartaalresultaat zijn zijn de deskundigen het oneens over de echte waarde van Stern. Op de balans staat onder meer een groot bedrag aan goodwill (zie kader Financiële analyse Stern). Van der Kwast vindt juist dat het aandeel Stern is ondergewaardeerd. “De afsplitsing maakt duidelijk dat Sternlease een heel goed lopende tent is die een behoorlijke waarde heeft (het is met goedkeuring van de fiscus op 80 miljoen gewaardeerd, red). Voor sommige beleggers wordt daarmee ook duidelijk dat het aandeel Stern ondergewaardeerd is.” Analist De Jong behoort tot dat kamp. “Stern zou bijvoorbeeld de leasetak apart naar de beurs kunnen brengen, of zijn leaseportefeuille kunnen combineren met andere portefeuilles en daar wellicht een hele mooie prijs voor krijgen.” Van der Kwast houdt de opties open. “Een mogelijkheid is om een deel te verkopen aan nieuwe aandeelhouders, we kunnen het wagenpark securitiseren en ook een beursintroductie van de lease-entiteit is mogelijk. Er is nog geen besluit genomen, maar de noodzakelijke voorwaarden zijn door deze stap gecreëerd.”