Het rendementsgat met de kleintjes was nog nooit zo groot

Groot, beter, best

Redactie Redactie
• Laatste update:

De ‘gemiddelde‘ dealer bestaat niet meer. Dat zou je althans kunnen afleiden uit het enorme verschil in winstgevendheid tussen ‘groot’ en ‘klein’ in dealerland. Tijdens het recente dealercongres leek het verschil zelfs nóg groter, toen de voorzitter in een zwak momentje verkondigde dat 70 procent van alle dealers in 2013 in het rood zou uitkomen en dat daar een gemiddeld rendement (over de netto-omzet) van min 0,3 procent (voor belasting) bijhoorde. Hij baseerde zich daarbij op de Bovag Branchebarometer, waaraan vooral kleinere dealers deelnemen. Een paar weken later bleek er een vergissing (!) in het spel; slechts 40 procent dook in het rood en gemiddeld zou er een plusje van 0,34 procent genoteerd zijn. Enfin, vermoedelijk dat een aantal Mitsubishi- en Volvo-dealers hun cijfers wat laat hadden ingestuurd. Het neemt echter niet weg dat de dealerholdings daar alsnog flink boven zitten; gemiddeld boekten zij een resultaat van precies één procent (winst na belasting) waarbij moet worden aangetekend dat nog niet alle 50 holdings hun cijfers gepubliceerd hebben. Niettemin is dit voorlopige resultaat royaal beter dan het overall gemiddelde van de Nederlandse autodealers. Gevreesd moet dus worden dat (heel) veel kleinere dealers in 2013 geld verloren hebben.

Ingrediënten voor echec

De holdingstructuur lijkt dus het meest geëigend om de toekomst te lijf te gaan. Retailers die met een beperkt aantal merkagenturen jaarlijks tenminste tweeduizend nieuwe (en pakweg evenzoveel gebruikte) auto's wegzetten met een beperkt aantal, maximaal benutte vestigingen. En er lijkt nóg een kritische succesfactor om de hoek te komen kijken: de ontwikkelingen van aanpalende nevenactiviteiten. Het hebben van een eigen leasemaatschappij en eigen schadebedrijven lijkt daarbij cruciaal. Daarmee ontstaat immers de mogelijkheid om elkaar binnen de muren van de holding de bal toe te spelen. Daarnaast is er ook een recept voor een snelle teloorgang: hoge groeiambities die met vreemd geld gefinancierd worden. In het echecrijtje van de afgelopen jaren zijn ze snel aan te wijzen: Kroymans, HDMG, Autodrôme, Pouw – zij lijken in dat opzicht allemaal op elkaar. Het parool is dan ook: geleidelijke groei, bij voorkeur met de merken die je al in huis hebt. Want ook al geven de meeste holdings aan altijd wel geïnteresseerd te zijn in nieuwe merken, als het erop aankomt geeft men toch de voorkeur aan groei met de bestaande merken – vaak uit het kringetje van de zes volumemerken, al dan niet in combinatie met Duitse premiummerken.

Simpele leefregel

Één Top-50 holding (Avenu Autogroep) noteerde zowel in 2012 als vorig jaar rode cijfers (en wordt naar verwachting overgenomen door de Pon Dealergroep, red). Vier (van de tien) in 2012 nog verlieslatende holdings bogen hun resultaat in 2013 om naar een (bescheiden) winst. Daaronder ook de nummer één van de Top-50 lijst, Stern Groep. Van de overige vijf holdings waren begin mei nog geen 2013-cijfers bekend. Andere bedrijven lijken alleen maar goed te kunnen doen. Zo daar zijn: Amega, Autohaas groep en Van den Brug Autogroep. Constante rendementen van meer dan 2 procent. Overeenkomst: het zwaartepunt ligt voor alle drie bij de merken Volkswagen en Audi. Maar ook met andere merken is wel degelijk geld te verdienen. Kooijman en Van Dorst – beide hoofdzakelijk Toyota-dealer – bijvoorbeeld, maar ook Auto Palace Groep (Peugeot/Fiat), Nieuwendijk (Renault) en Van Hunnik (Citroën/ Peugeot) zitten op een stabiele, winstgevende koers. Vrijwel al deze bedrijven voldoen aan de leefregel: exploiteer een uitgebalanceerde (liefst beperkte) merkenportfolio in een groot, aaneengesloten rayon en sluit of herontwikkel de onrendabele vestigingen. Het aantal verkoopvestigingen per holding daalde vorig jaar daardoor naar gemiddeld 12,3 showroomvestigingen per holding; eind 2012 waren dat er nog 13,8 per holding. Stuur dat alles aan vanuit een kleine holding waar liefst dagelijks, maar op z'n minst wekelijks de cijfers van alle vestigingen op tafel komen. Neem vervolgens de maatregelen die nodig zijn en pak (of beter: overweeg) kansen die voorbij komen. Hoe simpel kan het zijn. Maar slechts voor weinigen weggelegd, dat dan weer wel.

Zes nieuwkomers

De nummer één van Nederland – Stern Groep – verkocht vorig jaar 25.050 nieuwe (bestel)auto’s; 10,4 procent minder dan in 2012. De voorsprong op de nummer twee – Dealer Groep Pon (DGP) – werd niettemin nog wat groter. DGP kwam tot 18.348 nieuwe auto's, gevolgd door PGA Nederland met 13.561 stuks. Op vier en vijf staan nieuwe namen: resp. Broekhuis Groep en Van Mossel. Overigens wisten – ondanks de met 16,4 procent gedaalde totaalmarkt – zeven van de 50 holdings in 2013 desondanks méér auto's te verkopen. Pouw Automotive Groep daalde het hardst; in 2013 verkocht Pouw door bedrijfsoverdrachten nog minder dan de helft van het 2012-aantal. Begin 2014 is het bedrijf volledig ontmanteld. De DSN Dealerholding Top-50 kende in 2013 zes afvallers en evenzoveel nieuwkomers. Orange Motors (op plek 28), Segerink & Wolbers (36), Breeman (42), Wealer (43), Van Roosmalen (45) en Oving (48) maakten hun entree in dit prominente gezelschap.

Jubileumeditie

Alle informatie over de nieuwkomers en afvallers, en de op deze pagina's gebruikte cijfers, zijn a_ omstig uit de DSN Dealerholding Top-50; een jaarlijks onderzoek van adviesbureau DealerSupportNet (DSN) uit Leiden. Dit jaar vond dit onderzoek voor de tiende maal plaats, waarmee er dus een langjarig beeld is ontstaan van de marktpositie van deze 50 giganten. Zo waren ze met z'n vijftigen in 2004 nog maar goed voor 33,5 procent van alle nieuwverkopen in Nederland, vorig jaar bereikte de Top-50 het voorlopige recordaandeel van 51,5 procent van de vaderlandse nieuw verkoop.

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.

Groot, beter, best | Automotive Online
Het rendementsgat met de kleintjes was nog nooit zo groot

Groot, beter, best

Redactie Redactie
• Laatste update:

De ‘gemiddelde‘ dealer bestaat niet meer. Dat zou je althans kunnen afleiden uit het enorme verschil in winstgevendheid tussen ‘groot’ en ‘klein’ in dealerland. Tijdens het recente dealercongres leek het verschil zelfs nóg groter, toen de voorzitter in een zwak momentje verkondigde dat 70 procent van alle dealers in 2013 in het rood zou uitkomen en dat daar een gemiddeld rendement (over de netto-omzet) van min 0,3 procent (voor belasting) bijhoorde. Hij baseerde zich daarbij op de Bovag Branchebarometer, waaraan vooral kleinere dealers deelnemen. Een paar weken later bleek er een vergissing (!) in het spel; slechts 40 procent dook in het rood en gemiddeld zou er een plusje van 0,34 procent genoteerd zijn. Enfin, vermoedelijk dat een aantal Mitsubishi- en Volvo-dealers hun cijfers wat laat hadden ingestuurd. Het neemt echter niet weg dat de dealerholdings daar alsnog flink boven zitten; gemiddeld boekten zij een resultaat van precies één procent (winst na belasting) waarbij moet worden aangetekend dat nog niet alle 50 holdings hun cijfers gepubliceerd hebben. Niettemin is dit voorlopige resultaat royaal beter dan het overall gemiddelde van de Nederlandse autodealers. Gevreesd moet dus worden dat (heel) veel kleinere dealers in 2013 geld verloren hebben.

Ingrediënten voor echec

De holdingstructuur lijkt dus het meest geëigend om de toekomst te lijf te gaan. Retailers die met een beperkt aantal merkagenturen jaarlijks tenminste tweeduizend nieuwe (en pakweg evenzoveel gebruikte) auto's wegzetten met een beperkt aantal, maximaal benutte vestigingen. En er lijkt nóg een kritische succesfactor om de hoek te komen kijken: de ontwikkelingen van aanpalende nevenactiviteiten. Het hebben van een eigen leasemaatschappij en eigen schadebedrijven lijkt daarbij cruciaal. Daarmee ontstaat immers de mogelijkheid om elkaar binnen de muren van de holding de bal toe te spelen. Daarnaast is er ook een recept voor een snelle teloorgang: hoge groeiambities die met vreemd geld gefinancierd worden. In het echecrijtje van de afgelopen jaren zijn ze snel aan te wijzen: Kroymans, HDMG, Autodrôme, Pouw – zij lijken in dat opzicht allemaal op elkaar. Het parool is dan ook: geleidelijke groei, bij voorkeur met de merken die je al in huis hebt. Want ook al geven de meeste holdings aan altijd wel geïnteresseerd te zijn in nieuwe merken, als het erop aankomt geeft men toch de voorkeur aan groei met de bestaande merken – vaak uit het kringetje van de zes volumemerken, al dan niet in combinatie met Duitse premiummerken.

Simpele leefregel

Één Top-50 holding (Avenu Autogroep) noteerde zowel in 2012 als vorig jaar rode cijfers (en wordt naar verwachting overgenomen door de Pon Dealergroep, red). Vier (van de tien) in 2012 nog verlieslatende holdings bogen hun resultaat in 2013 om naar een (bescheiden) winst. Daaronder ook de nummer één van de Top-50 lijst, Stern Groep. Van de overige vijf holdings waren begin mei nog geen 2013-cijfers bekend. Andere bedrijven lijken alleen maar goed te kunnen doen. Zo daar zijn: Amega, Autohaas groep en Van den Brug Autogroep. Constante rendementen van meer dan 2 procent. Overeenkomst: het zwaartepunt ligt voor alle drie bij de merken Volkswagen en Audi. Maar ook met andere merken is wel degelijk geld te verdienen. Kooijman en Van Dorst – beide hoofdzakelijk Toyota-dealer – bijvoorbeeld, maar ook Auto Palace Groep (Peugeot/Fiat), Nieuwendijk (Renault) en Van Hunnik (Citroën/ Peugeot) zitten op een stabiele, winstgevende koers. Vrijwel al deze bedrijven voldoen aan de leefregel: exploiteer een uitgebalanceerde (liefst beperkte) merkenportfolio in een groot, aaneengesloten rayon en sluit of herontwikkel de onrendabele vestigingen. Het aantal verkoopvestigingen per holding daalde vorig jaar daardoor naar gemiddeld 12,3 showroomvestigingen per holding; eind 2012 waren dat er nog 13,8 per holding. Stuur dat alles aan vanuit een kleine holding waar liefst dagelijks, maar op z'n minst wekelijks de cijfers van alle vestigingen op tafel komen. Neem vervolgens de maatregelen die nodig zijn en pak (of beter: overweeg) kansen die voorbij komen. Hoe simpel kan het zijn. Maar slechts voor weinigen weggelegd, dat dan weer wel.

Zes nieuwkomers

De nummer één van Nederland – Stern Groep – verkocht vorig jaar 25.050 nieuwe (bestel)auto’s; 10,4 procent minder dan in 2012. De voorsprong op de nummer twee – Dealer Groep Pon (DGP) – werd niettemin nog wat groter. DGP kwam tot 18.348 nieuwe auto's, gevolgd door PGA Nederland met 13.561 stuks. Op vier en vijf staan nieuwe namen: resp. Broekhuis Groep en Van Mossel. Overigens wisten – ondanks de met 16,4 procent gedaalde totaalmarkt – zeven van de 50 holdings in 2013 desondanks méér auto's te verkopen. Pouw Automotive Groep daalde het hardst; in 2013 verkocht Pouw door bedrijfsoverdrachten nog minder dan de helft van het 2012-aantal. Begin 2014 is het bedrijf volledig ontmanteld. De DSN Dealerholding Top-50 kende in 2013 zes afvallers en evenzoveel nieuwkomers. Orange Motors (op plek 28), Segerink & Wolbers (36), Breeman (42), Wealer (43), Van Roosmalen (45) en Oving (48) maakten hun entree in dit prominente gezelschap.

Jubileumeditie

Alle informatie over de nieuwkomers en afvallers, en de op deze pagina's gebruikte cijfers, zijn a_ omstig uit de DSN Dealerholding Top-50; een jaarlijks onderzoek van adviesbureau DealerSupportNet (DSN) uit Leiden. Dit jaar vond dit onderzoek voor de tiende maal plaats, waarmee er dus een langjarig beeld is ontstaan van de marktpositie van deze 50 giganten. Zo waren ze met z'n vijftigen in 2004 nog maar goed voor 33,5 procent van alle nieuwverkopen in Nederland, vorig jaar bereikte de Top-50 het voorlopige recordaandeel van 51,5 procent van de vaderlandse nieuw verkoop.

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.