Farmers en hunters

Redactie Redactie
• Laatste update:

De laatste keer dat ik een auto kocht hadden we de verkoper gek gekregen, mijn moeder en ik. Toen haar auto het begaf wilde mijn moeder maar een ding: een andere Renault Clio en die was niet overal voorradig voor het budget dat zij te besteden had. Geweldige zinnen van mijn moeder als ze weer in de stoel van een ander merk had gezeten.

“Een te groot stuur.”

“Te veel een koetsje.”

“Geen Renault Clio.”

Ik wist dus wel iets van het spel dat zich afspeelde in de showroom. De dans van volwassenen die keurend rondom een auto liepen en de daarbij behorende rolverdeling. Maar een nieuwe auto had ik nog nooit gekocht.

Ik had me er extra netjes voor aangekleed en mijn zwager meegenomen als zogenaamde deskundige. Iemand die als ik over de kleur begon zwijgend onder de auto zou gaan voelen en dan over de spanning van de banden of de velgen begon. Ik was de domme lul die niets begreep.

Bij de merkdealer hield de verkoper ons vanaf een afstandje argwanend in de gaten. Ik wist: nog een keer een stapje naar voren, nog een keer heel nadrukkelijk voorover buigen en hij kwam aangesneld. Ik wreef met de mouw van mijn blouse een denkbeeldig vlekje op de voorruit weg. Ja hoor, daar was-ie: een jaar of dertig in een kostuum van de zaak, iets te veel gel in het haar en een naamkaartje met ‘Ronald van de Ven’ erop.

‘ Ja, dat wilde ik wel, drinken uit een glas.’

Grappig dat wij zo lang bij dat modelletje stonden; hij vond het toevallig ook het meest bijzondere model. Wij waren mensen met smaak.

Maar voor we verder spraken, eerst misschien een kopje koffie? “Thee of fris mag ook.”

Hij begon alle frisdrankmerken op te sommen die hij kende: Coca Cola, Sprite, Fanta, Sourcy…

“Fanta, Ronald”, zei ik, “lekker.”

Mijn zwager wilde ook een Fanta.

Ronald: “Ga ik halen.”

Hij kwam terug met een blikje en vroeg of we er misschien een glas of rietje bij wilden. Ja, dat wilde ik wel, drinken uit een glas.

Ronald ontpopte zich als een heerlijke verkoper. Zelfverzekerd, op het arrogante af. Hij wist van de hoed en de rand, liet dat ook doorschemeren en hoorde ons op gepaste wijze uit over het te besteden budget.

We konden als we dat wilden een filmpje kijken op het scherm, maar het echte kijken wilden we natuurlijk samen doen, in alle rust. Dat begreep Ronald.

Hij zat daar, hij wees naar een verhoging even verderop, waar een laptop lag. En als we dan rond keken konden we op ieder moment naar hem toe lopen om vragen te stellen. En als we geen vragen hadden konden we ook weer gewoon naar buiten lopen en een andere keer terugkomen. Want, zoveel wist Ronald ook wel van de klant: tijd is geld.

“Dat is gewoon zo. En dan heb je geen zin in lange gesprekken.”

Je had ‘hunters’ en ‘farmers’ onder de autoverkopers, legde Ronald uit en Ronald was een farmer: een verkoper die er niet op uit was de klant iets op te dringen, maar die hem hielp met maken van een oprechte, eerlijke en evenwichtige keuze. En als die keuze op een ander merk viel: so be it, kreeg hij geen slecht gevoel van. “Als u zich maar goed voelt.”

We gaven elkaar een hand. Hij keek ons één voor één recht in de ogen en zei de geweldige woorden ‘enjoy’ en ‘take your time’. Waarom de conversatie ineens in het Engels moest was onduidelijk, maar ik wist toen al zeker dat hij wist dat wij hier geen auto gingen kopen.

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.

Farmers en hunters | Automotive Online

Farmers en hunters

Redactie Redactie
• Laatste update:

De laatste keer dat ik een auto kocht hadden we de verkoper gek gekregen, mijn moeder en ik. Toen haar auto het begaf wilde mijn moeder maar een ding: een andere Renault Clio en die was niet overal voorradig voor het budget dat zij te besteden had. Geweldige zinnen van mijn moeder als ze weer in de stoel van een ander merk had gezeten.

“Een te groot stuur.”

“Te veel een koetsje.”

“Geen Renault Clio.”

Ik wist dus wel iets van het spel dat zich afspeelde in de showroom. De dans van volwassenen die keurend rondom een auto liepen en de daarbij behorende rolverdeling. Maar een nieuwe auto had ik nog nooit gekocht.

Ik had me er extra netjes voor aangekleed en mijn zwager meegenomen als zogenaamde deskundige. Iemand die als ik over de kleur begon zwijgend onder de auto zou gaan voelen en dan over de spanning van de banden of de velgen begon. Ik was de domme lul die niets begreep.

Bij de merkdealer hield de verkoper ons vanaf een afstandje argwanend in de gaten. Ik wist: nog een keer een stapje naar voren, nog een keer heel nadrukkelijk voorover buigen en hij kwam aangesneld. Ik wreef met de mouw van mijn blouse een denkbeeldig vlekje op de voorruit weg. Ja hoor, daar was-ie: een jaar of dertig in een kostuum van de zaak, iets te veel gel in het haar en een naamkaartje met ‘Ronald van de Ven’ erop.

‘ Ja, dat wilde ik wel, drinken uit een glas.’

Grappig dat wij zo lang bij dat modelletje stonden; hij vond het toevallig ook het meest bijzondere model. Wij waren mensen met smaak.

Maar voor we verder spraken, eerst misschien een kopje koffie? “Thee of fris mag ook.”

Hij begon alle frisdrankmerken op te sommen die hij kende: Coca Cola, Sprite, Fanta, Sourcy…

“Fanta, Ronald”, zei ik, “lekker.”

Mijn zwager wilde ook een Fanta.

Ronald: “Ga ik halen.”

Hij kwam terug met een blikje en vroeg of we er misschien een glas of rietje bij wilden. Ja, dat wilde ik wel, drinken uit een glas.

Ronald ontpopte zich als een heerlijke verkoper. Zelfverzekerd, op het arrogante af. Hij wist van de hoed en de rand, liet dat ook doorschemeren en hoorde ons op gepaste wijze uit over het te besteden budget.

We konden als we dat wilden een filmpje kijken op het scherm, maar het echte kijken wilden we natuurlijk samen doen, in alle rust. Dat begreep Ronald.

Hij zat daar, hij wees naar een verhoging even verderop, waar een laptop lag. En als we dan rond keken konden we op ieder moment naar hem toe lopen om vragen te stellen. En als we geen vragen hadden konden we ook weer gewoon naar buiten lopen en een andere keer terugkomen. Want, zoveel wist Ronald ook wel van de klant: tijd is geld.

“Dat is gewoon zo. En dan heb je geen zin in lange gesprekken.”

Je had ‘hunters’ en ‘farmers’ onder de autoverkopers, legde Ronald uit en Ronald was een farmer: een verkoper die er niet op uit was de klant iets op te dringen, maar die hem hielp met maken van een oprechte, eerlijke en evenwichtige keuze. En als die keuze op een ander merk viel: so be it, kreeg hij geen slecht gevoel van. “Als u zich maar goed voelt.”

We gaven elkaar een hand. Hij keek ons één voor één recht in de ogen en zei de geweldige woorden ‘enjoy’ en ‘take your time’. Waarom de conversatie ineens in het Engels moest was onduidelijk, maar ik wist toen al zeker dat hij wist dat wij hier geen auto gingen kopen.

Geplaatst in rubriek:
Redactie
Redactie

De redactie van Automotive is dagelijks op zoek naar het laatste nieuws uit de autobranche. Heeft u een tip voor ons? Stuur dan een mail naar redactie@automotive-online.nl, of bel 010 - 280 1000.