Christel Reynaerts (Alphabet Nederland): Concurrentie komt uit onverwachte hoek

Wat is het grootste verschil tussen de Belgische en Nederlandse leasemarkt?

“Hoewel de kantoren in België (Antwerpen, red) en Nederland (Breda, red) slechts 60 kilometer uit elkaar liggen, zijn er verschillen. Op het gebied van private lease loopt Nederland bijvoorbeeld voor. In België is het fiscaal nog altijd zeer aantrekkelijk om een auto van de zaak te rijden, waardoor het daar nog vaker een belangrijke arbeidsvoorwaarde is dan hier. In België betalen werkgevers ook nog eens 30 procent bovenop het brutoloon aan sociale bijdragen voor hun werknemers.”

U bent in september 2017 in Nederland begonnen. Hoe was uw start?

“Mijn start viel in de periode dat de budgetten voor 2018 werden vastgesteld. Ik stapte in feite op een rijdende trein. Mijn nieuwe aanstelling kwam ook voor mij vrij plotseling: mijn voorganger Jorge Bautista nam een baan bij BMW Group in Amerika aan. De eerste drie maanden heb ik vooral mijn oor te luisteren gelegd en veel geleerd. In de maanden daarna ben ik gestart met het ontmoeten van klanten en ben ik met de strategie aan de slag gegaan. Tussentijds ben ik ook van België naar Nederland verhuisd.”

Het groeiend aantal milieuzones waar diesels worden geweerd heeft voor een enorme restwaardevermindering gezorgd. Hoe vangen jullie die daling op?

“Ik denk niet dat de soep zo heet wordt gegeten als zij wordt opgediend. Nederland is veel minder een dieselland dan andere EU-landen. Mijn verwachting is dat de vraag naar diesel nog een tijd blijft bestaan. Een diesel is nog altijd een goede keuze voor mensen met een hoog jaarkilometrage en de restwaarde van diesels zal zich grotendeels herstellen. Het dieseldebat wordt vooral op sentiment gevoerd, gevoed door de media, in plaats op feiten. Onze vloot bestaat uit een gezonde mix van voertuigen. Bovendien zijn we onderdeel van een internationale organisatie en maken we gebruik van de internationale remarketingmarkt van Alphabet. Ik heb geen glazen bol, maar mijn verwachting is dat onze organisatie zo goed is ingericht dat het de dieselverboden aan kan.”

Alphabet Nederland is het afgelopen jaar getransformeerd van een b2b-bedrijf naar een b2b- en b2c-bedrijf. Hoe zal zich dit verder gaan ontwikkelen?

“We zijn wat later gestart met het ombouwen van de organisatie om ook private lease aan consumenten aan te bieden. Maar we groeien momenteel harder dan de markt. De doelgroep is anders en daar moet op worden ingespeeld.”

Hoe bouw je zo’n grote organisatie om?

“De hele industrie zit in een transitie. Het is een spannende tijd want er lopen veel stromen langs elkaar: digitalisering, zelfrijdende auto’s, flexibilisering van de arbeidsmarkt, elektrisch rijden, autodelen. En we zijn ons ervan bewust dat de concurrentie uit onverwachte hoek kan komen. Daarom moet een organisatie ook wendbaar zijn, om zich aan te kunnen passen aan ieder denkbaar scenario. We houden alle processen kritisch tegen het licht en vullen deze zo nodig anders in. Onze focus is sterk gericht op van buiten naar binnen werken. Dat betekent dat wij niet iets bedenken, opzetten en in de markt zetten, maar dat we oppakken waar de markt om vraagt. Daarnaast denken we minder in afdeling- en divisiestructuren dan voorheen. Je moet wendbaar zijn, snel kunnen reageren en anticiperen op veranderende omstandigheden. We hebben dan ook letterlijk de muren weggehaald in ons pand en mobile working geïntroduceerd. Daar krijgen mensen een andere mindset van.”

Hoe bereid je je als bedrijf voor op alle producten en services die beschikbaar komen?

“Wij hebben een Lab opgezet waarin collega’s samenwerken van verschillende afdelingen en elk met een andere discipline, zoals marketing, sales en operations. Zij worden niet gehinderd door bestaande beperkingen binnen de organisatie en zij ontwikkelen nieuwe mobiliteitsconcepten die losstaan van bestaande procedures en werkwijzen. Er wordt ingespeeld op de directe klantbehoefte. Wij bedenken daarbij niet waar de behoefte ligt, maar de klant vertelt ons dat. Zo is ook ons autodeelconcept Alphacity in 2012 ontstaan. Nu werken we in het Lab aan het toevoegen van extra hr-gerelateerde diensten aan onze service. Als er straks minder auto’s van de zaak beschikbaar komen, wat kunnen we dan nog meer bieden voor werknemers? En hoe kan een werkgever zich profileren op de krappe arbeidsmarkt? Vroeger waren vooral de grootte van je vloot en de marktpositie bepalend voor succes. Tegenwoordig stelt die positie ons vooral in staat om te investeren in innovaties.”

‘Een diesel is nog altijd een goede keuze voor veel mensen met een hoog jaarkilometrage.’

Hoe denkt u dat de markt gaat veranderen?

“De auto blijft nog een hele tijd een cruciale rol spelen en is voor veel mensen nog steeds het vervoermiddel bij uitstek om hun werk te kunnen doen. Daarnaast zul je producten en services om die auto heen moeten kunnen bieden, waarbij een duidelijkere scheiding tussen steden en landelijke gebieden komt. Het contrast wordt groter omdat de behoeftes ver uit elkaar liggen. Op de korte en middellange termijn blijft de auto leidend bij werknemers, maar het blijft niet bij enkel de auto. Het is de auto én fietsen, deelauto’s, en OV. Wij geloven in Mobility as a Service (MaaS, red). Het gaat erom dat een traject slim en efficiënt wordt afgelegd.”

Zitten medewerkers wel te wachten op al die producten om de auto heen?

“De digitalisering maakt het veel makkelijker om een reis te plannen. We breiden nu onze
Alphaguide-app uit: we voegen er bijvoorbeeld deelauto’s van Alphacity aan toe. Één van de belangrijkste drivers achter deze verandering is de arbeidsmarkt, die wordt flexibeler. Verhuur en lease kruipen dichter tegen elkaar aan. Iemand die voor een project ergens komt werken krijgt bijvoorbeeld een shortleaseauto. Wie in de stad woont zonder kinderen kan prima uit de voeten zonder eigen auto, maar gebruikt in plaats daarvan een deelauto of aanvullende mobiliteitsdiensten. Maar wie buiten de stad woont met kinderen kan bijna niet zonder auto. Ook de individualisering speelt een rol. Er zal een groep klanten zijn die alle nieuwe opties omarmt, een andere groep zal het zo lang mogelijk uitstellen.”

Wie buiten de stad woont met kinderen kan bijna niet zonder auto.

Wat voor rol krijgen autonoom rijdende auto’s (AV’s) bij leasemaatschappijen?

“Wij verwachten rond 2025 de eerste volledig autonome voertuigen aan te schaffen, maar denken dat het een langzame transitie zal zijn. Er zullen early adopters zijn, maar los daarvan hangt er natuurlijk een prijskaartje aan deze auto’s dat niet voor iedereen betaalbaar is. Wij verwachten wel dat we snel gewend raken aan AV’s in het verkeer, maar om een AV te integreren in ons persoonlijke leven zal meer tijd en aanpassing vergen. Uiteindelijk vervaagt de grens tussen privé en zakelijk. Voorlopig denken we dat de AV’s in het bezit komen van leasemaatschappijen en verhuurbedrijven en dat de conventionele auto het straatbeeld nog blijft domineren.”

En leidt dit tot het einde van eigen autobezit?

“Dat denk ik niet: mensen zullen niet zo snel hun eigen auto opgeven. Die geeft mensen vrijheid en onafhankelijkheid. De leaseauto is voor werknemers nog altijd heilig. Ik verwacht wel een toename van bezit naar gebruik, al denken wij dat dit vooral gerelateerd is aan een bepaalde levensfase. De jonge generatie stadsbewoners zal minder auto’s gaan bezitten, alleen al omdat er steeds minder parkeerplekken beschikbaar zijn, maar een gezin in een buitenwijk zal op termijn zeker een auto willen hebben.”