Tweedehands equipment nog geen gemeengoed
Op Marktplaats staan op een willekeurige dag zo’n 1.500 advertenties voor gebruikte gereedschappen en equipment, veelal geplaatst door leveranciers die net een werkplaats hebben vernieuwd. Rocar-Tech, leverancier van onder meer Ravaglioli hefbruggen en Brain Bee test- en aircoserviceapparatuur, ruilt regelmatig equipment in. “Daarna gaat de equipment via onze vaste kanalen de markt in”, zegt salesmanager Gert-Jan Evers. “We ruilen vooral in om garagisten zorg uit handen te nemen. Zo’n bedrijf moet immers van zijn oude spullen af. Ze kunnen het op Marktplaats zetten en dan afwachten of er iemand voor komt, maar wij nemen ze dat graag uit handen.”
Joren van der Linden, directeur van Lindeboom Equipment Support, verzorgt met zijn bedrijf onderhoud aan garage-equipment van een groot aantal merken. Hij komt regelmatig tweedehands hefbruggen tegen. “Er is nog altijd vraag naar montagewerk en verhuizing van equipment. Soms krijgen we het verzoek om een tweedehands hefbrug te installeren. Net als bij een tweedehands auto houd je dan altijd de kans dat er iets aan verspijkerd moet worden.”
Volgens Van der Linden is het niet riskant om tweedehands apparatuur te kopen. “Je moet gewoon goed opletten. En je moet vooruitdenken. Als je een tweedehands remmenbank koopt, dan weet je dat die geen tien jaar meegaat. Graaf je die in, dan heb je een paar jaar later dus een gat in je vloer van het formaat van die oude remmenbank. Bij een apk-brug adviseren we om vooraf te keuren, een soort aankoopkeuring. Dan moet die brug natuurlijk niet in onderdelen op een pallet liggen.”
Volgens ruwe schattingen gaat van alle ingeruilde apparatuur ongeveer de helft direct naar het oud ijzer. De andere helft wordt soms direct verhandeld, soms ook zet een leverancier het zelf te koop. Met tweedehands equipment kun je soms immers ook een klant helpen. Zo heeft Explora een kleine sortering gebruikte wheelbalancers, bandendemonteerapparaten en uitlijnapparatuur. Maar de apparaten die de Edese equipmentleverancier inruilt gaan meestal direct door naar de handel. Vooral de hefbruggen. Autec-Vlt schakelt regelmatig een veilinghuis in om inruilers en demo’s te verhandelen.
Fabeltje
Ook specialist in apk-apparatuur JN Testtechniek biedt zowel nieuwe als gebruikte equipment aan. “We beoordelen wat wordt ingeruild. En als de apparatuur nog goed is, bieden we het te koop aan met drie maanden omruilgarantie”, vertelt directeur Jan Nijboer. “Maar slechts 60 procent is nog geschikt om apk mee te keuren. Van de rest wordt er nog 30 procent ingezet door bedrijven die voorkeuringen doen maar zelf geen apk’s afmelden. De rest gaat naar de oudijzerboer of gaat naar handelaren die van drie kapotte apparaten bijvoorbeeld weer één goede maken.”
Dat tweedehands equipment massaal geëxporteerd wordt is volgens Nijboer, zeker in het geval van apk-testapparatuur, een fabeltje. “In het buitenland hebben ze niets aan apparatuur die hier in Nederland gecertificeerd is.” Daar ligt ook voor Nederlandse autobedrijven het risico van gebruikte spullen, waarschuwt Nijboer. “Veel van wat via veilingen wordt verkocht heeft geen geldige certificering meer. Wat wij doen als we oude spullen overnemen is de RDW-registratie overzetten op onze eigen naam. Als wij het dan weer verkopen, gaat de certificering over naar de nieuwe eigenaar.”
Het prijsverschil tussen bijvoorbeeld een nieuwe of een gebruikte viergasttester of roetmeter is volgens Nijboer wel groot, maar het zijn de hogere onderhouds- en certificeringskosten die uiteindelijk maken dat je met nieuwe machines goedkoper uit bent. “Dat geldt ook voor hefbruggen die bedoeld zijn voor apk-keuringen.”
Rocar-Tech was in het verleden wel actief met de levering van tweedehands garage-apparatuur, maar doet dit nu niet meer. De inruil van oude apparatuur is dus uitsluitend een service, zegt Evers. “We bieden een inruilbod op basis van onze kennis en kunde. We geven een symbolisch bedrag voor inruil van kapotte apparaten. Je moet niet vergeten dat er meestal toch iets mankeert aan een gebruikt apparaat en dat kan zelfs gevaarlijk zijn. Je kunt als koper bij de meeste apparatuur wel zelf zien of het mechaniek in orde is. Maar bij slijtage aan een tweekolommer bijvoorbeeld, zie je als leek echt niet alles. Dan is het ook goed als dergelijke apparaten uit de markt worden gehaald.”
Veiligheidsmoer
Maar wie zijn dan de kopers van die tweedehandsjes? Volgens Evers zijn het meestal kleine of startende autobedrijven en hobby-isten. Een tweedehands hefbrug is zo’n tweehonderd tot vierhonderd euro waard, afhankelijk van de staat en het bouwjaar. Als het een A-merk is wat meer. Daar is ook wel handel in. Bij apparatuur van merken die niet meer bestaan kan het wel lastig zijn om nog onderdelen te krijgen voor service en reparaties. En de constructie maakt ook veel verschil. Een spindelbrug kan bijvoorbeeld lastig zijn, want als de veiligheidsmoer is versleten, wordt het kostbaar om deze te vervangen.
Je moet gewoon goed opletten. En vooruitdenken
“Het meest riskant om te kopen is apk-apparatuur”, weet ook Evers. “Omdat die geregeld moet worden nagekeken door de leverancier. Zaken als een platenbank of een roetmeter mogen alleen door de importeur worden geserviced, als je het daar niet hebt gekocht, wordt het moeilijk. Als je toch apparatuur tweedehands wilt kopen, moet je je beperken tot mechanische apparatuur: een vierkolommer, een bandenmachine, dat is niet zo spannend.”
Joren van der Linden is het daar niet mee eens. “Natuurlijk zeggen de importeurs dat de apparatuur door hen moet worden onderhouden, dat begrijp ik wel. Maar wij kunnen dat ook heel goed verzorgen. We hebben nu dertig tot veertig verschillende merken hefbruggen in onderhoud. Ook van fabrikanten die niet meer bestaan of die failliet zijn gegaan. De meeste onderdelen van bruggen zijn universeel en je kunt de materialen vaak universeel vervangen. Ook de staalkabels hoef je niet van de fabrikant te betrekken, je kijkt gewoon wat voor kabel het is, hoe lang die is en wat voor bevestiging eraan moet.”
Makkelijker
Van der Linden vindt dan ook dat hij het met zijn bedrijf juist makkelijker maakt voor autobedrijven om tweedehands apparatuur te kopen. “Want wij kunnen het onderhoud doen. We kunnen goedkoper onderdelen leveren. Alleen heel specifieke onderdelen kunnen lastig zijn, maar die komen niet veel voor. De meeste fabrikanten assembleren hun hefbruggen met bestaande onderdelen; het zijn meestal standaardonderdelen. We hebben een database met van de meeste hefbruggen alle voorkomende onderdelen. Dus er is eigenlijk geen hefbrug die we niet kunnen onderhouden.”
